Het zwartsprietdikkopje is een van de meest algemene dikkopjes in ons land. Hij komt vrijwel overal voor in ons land. Geen wonder, want de waardplanten zijn grassoorten. En gras, dat groeit er maar genoeg in ons land.
Uiterlijk
Het zwartdikkopje is een middelgroot dikkopje. De onderzijde van de vleugels is lichtbruin tot bruingrijs. De bovenzijde is bruinoranje, een warme kleur. De donkere geurstreep loopt evenwijdig aan de aderen. Dikkopjes zitten vaak met de vleugels dichtgeklapt. Staan de vleugels open, dan zie je het verschil met andere dagvlinders: de bovenvleugels staan min of meer rechtop de ondervleugels. En daarmee lijken het soms nachtvlinders.
Leefgebied
Het zwartsprietdikkopje leeft in ruige buitengebieden. Dijken, duingebieden, kruidenrijke bermen en dat soort van gebieden. In Zeeland filmde ik deze soort op twee bloemdijken. En in Oostenrijk in een kruidenrijke alpenwei.
Vliegperiode
Het zwartsprietdikkopje kun je tegenkomen in de maanden juni tot en met augustus.
Gelijkende soorten
Een van de soorten die je geheid verwart met het zwartsprietdikkopje is het geelsprietdikkopje. Even groot, maar met één piepklein verschil: de knoppen op de voelsprieten hebben een andere kleur. De naam van deze dagvlinders doet al wel vermoeden wat het verschil is. Bij het zwartsprietdikkopje is de knop zwart. Bij het geelsprietdikkopje is de onderkant van de knop geel. Dit verschil is zo subtiel dat je maar het beste foto’s kunt maken van de dikkopjes zodat je thuis kunt puzzelen. Overigens is het geelsprietdikkopje in Nederland behoorlijk schaars, dus de kans dat je een geelsprietdikkopje ziet is heel klein. Meestal is het dus een zwartsprietdikkopje.