Opgaan, blinken en verzinken. In het kort de levensloop van ongeveer elk organisme op aarde. Maar deze cyclus verloopt voor een willekeurig dier als de Groenlandse haai een tikkeltje anders dan voor een kleine ijsvogelvlinder. De eerste zal ik naar verwachting nooit van mijn leven filmen. De tweede heb ik toch maar mooi voor de tweede keer te pakken. Maar het is wel een gehavend geval.
Voor de Groenlandse haai geldt dat dit zo ongeveer het oudst wordende dier op aarde is. Hij kan ouder dan 400 jaar worden, las ik in het fascinerende boek Haaienkoorts waarin twee vrienden een poging doen een Groenlandse haai te vangen. Het is heerlijke slow-reading waar ik al snel aan verslaafd was. Het is me dan ook nogal een onderneming: op een gammel bootje op het woeste water voor de Lofoten proberen een prehistorisch dier te vangen. Of je bij de Groenlandse haai kunt spreken over opgaan, blinken en verzinken weet ik niet. Misschien wel, de drie denkbeeldige tijdvakken moet je dan wel uitsmeren over honderden jaren en dan versneld afspelen. Slow-living kun je het leven van een Groenlandse haai wel noemen.
Een beschadigde kleine ijsvogelvlinder
Makkelijker is het een kleine ijsvogelvlinder te filmen. Die vlogen in Italië regelmatig voor me uit. Vaak langs weggetjes die waren omzoomd door dichte hagen. Of laag over wandelpaadjes langs het Lago di Piano waar ze nooit op een bloem neerstreken, maar op een zonovergoten boomblad.
De meeste kleine ijsvogelvlinders zaten nog goed in ‘hun vel’. Maar voor deze kleine ijsvogelvlinder valt te vrezen dat hij het niet lang meer zal maken. Zijn vleugels zijn gehavend en dat duidt erop dat dit exemplaar het niet lang meer zal maken. Niet dat hij niet kan leven met gehavende vleugels. Dat kan een vlinder prima, zolang hij nog maar kan vliegen. De beschadigingen duiden er echter op dat de vlinder oud is. Dat zie je ook aan het oppervlakte van de vleugels. Die zijn flink afgesleten zoals je kunt zien aan de doffe kleuren. Nee, een frisse indruk maakt deze vlinder niet. Hij zit duidelijk in het stadium van ‘verzinken’.
Een vleugel van een vlinder repareren
Wie goed zoekt, vindt op Youtube de meest obscure filmpjes. Niet in mijn kanaal natuurlijk, dat snap je, maar wel op dat van anderen. Zo kwam ik een filmpje tegen waarin iemand de vleugels van een monarchvlinder aan het repareren is. Een gebroken vleugeltopje wordt gespalkt met een soort van sticker. En een vleugel waarvan het topje ontbreekt wordt afgeknipt. En dan plakt hij er een nieuwe vleugel op! Nou ja, ik ga het hem niet nadoen, al was het maar, omdat je dooie vlinders nodig hebt voor donorvleugels. En belangrijker: mijn vingers zijn niet gemaakt voor dit werkje waarvoor een wel heel fijne motoriek gewenst is. Ik zou zeggen: geen voorbeeld aan nemen. Mij lijkt het dat het insect niet vrolijk wordt van deze behandeling, maar eerlijk is eerlijk: een kijkje in de vlinderziel te nemen is voor mij bar lastig.
Pogingen om ‘mijn’ kleine ijsvogelvlinder te repareren heb ik niet gedaan. Na het filmen ben ik met een boogje om hem heen gelopen om hem niet te verjagen.
Opmerking op Facebook
Tja, wie verhaaltjes schrijft, moet soms vrezen voor kritiek. Zo word ik erop Facebook op gewezen dat bovenstaande een ‘onzinverhaal’ is. De vlinder zou niet aan het eind van zijn leven zijn, maar een aanval van een vogel hebben overleefd. Daarmee is deze kleine ijsvogelvlinder volgens de reageerder ‘een bikkel’. Dat is toch ook een mooie invalshoek, en ik vrees een betere dan de mijne. Het blijft overigens wel een gehavend exemplaar en in mijn ogen een ‘afgevlogen’ vlinder (wat ik bedoel met ‘slijtage’). Dat is onder vlinderaars vakjargon voor een vlinder die zoveel vlieguren heeft gemaakt dat de schubben op zijn vleugels zijn afgesleten. Daarvan is in mijn ogen wel sprake, vergelijk hem maar eens met de kleine ijsvogelvlinder die ik een paar jaar geleden in Oostenrijk filmde. Die laatste is duidelijk vers en nog niet afgevlogen.
De beste vlindergidsen van dit moment:
[huge_it_portfolio id=”33″]