Zingende rietgors

En zo paradeerde ik zaterdagochtend om zeven uur door de Donkse Laagten. Grutto’s schalden hoog in de lucht, tureluurs vlogen verstoord op, krakeenden idem en helaas zag ik ook de vier goudplevieren te laat. Ook zij kozen het luchtruim. Aan de rand van de sloot bleek het aardig droog en na verwijderen van de hoogste grassprieten een ideale plek om eens flink onder mijn camouflagedoek te gaan liggen. Vier meter doek met aan één kant de kijkgaten, zie dat maar eens netjes over je heen te draperen, dat valt nog niet mee. Uiteindelijk lag ik eronder, camera in de aanslag en wachten maar. Ook dat valt niet mee. Tureluurs, goudplevieren en krakeenden keerden niet terug. Slechts een rietgors bleef trouw aan het struikje in zijn rietdomein. En mocht je nu denken dat ik een beetje hees lig te brommen daar onder dat kleed… dat zijn nijlganzen die vlak voor me neerstreken. Kijk, dat dan weer wel. Weer van die akelige ganzen! Zat ik in het Spui bij Ooltgensplaat onder mijn doek op de uitkijk voor de ijsvogel en kreeg ik slechts een stel boerenganzen voor de lens, hier lag ik voor grutto en tureluur op de koude grond en kreeg ik een stel nijlganzen voor mijn snufferd. Ze schuifelden wel mooi langs hoor. Zo’n liggende positie levert een prachtig perspectief op. Dat ga ik vaker doen, maar dan ook nog met een camouflagemasker op. Want die verrekte beesten zagen mijn tronie zelfs dwars door dat kleine kijkgat! Weg waren ze.

Nu eerst die rietgors; de nijlganzen volgen later deze week.

recensies van de beste vogelboeken