Ons waarnemingsvermogen is een heel gebrekkig iets. Keer op keer wordt dat door onderzoek aangetoond. Niet alleen zijn wij mensen in de letterlijke zin bijziend, waarmee ik bedoel dat onze waarnemingsvermogen in het hier en nu soms flinke gaten vertoont. Heel simpel: één vogelaar ziet meestal minder dan twee vogelaars. Hoeveel waarnemingen heb ik in mijn leven al niet gemist omdat ik op het beslissende moment naar links keek in plaats van naar rechts? Of doordat er een vuiltje in mijn oog zat, of omdat ik een kleine beweging negeerde? Maar ook in de tijd gezien is ons waarnemingsvermogen gemankeerd. En dat laatste wordt wel het shifting baseline syndrome genoemd. Maar wat is dat syndroom nu precies? In dit artikel lees je over zeven dingen die je moet weten over het shifting baseline syndrome. Wil je er meer over lezen, lees dan mijn recensie over het voortreffelijke boek Natuuramnesie van Marc Argeloo.
1. De uitvinder van de term shifting baseline syndrome
Het was Daniel Pauly, een marien bioloog verbonden aan de University of British Columbia in Canada die de term shifting baseline syndrome voor het eerst gebruikte. Hij is de uitvinder van van deze term. Wat de aanleiding was? Daniel Pauly ontdekte dat elke nieuwe generatie commerciële vissers zijn eigen criteria hanteert om te bepalen wat een goede vangst was. Twee generaties terug was een goede vangst een afgeladen schip vol schollen met een lengte van veertig centimeter. Nu is een goede vangst een schip met een aantal kisten vol schol met een lengte van dertig centimeter. De bemanning van beide vissersboten is blij met de vangst, maar zou het mogelijk zijn om de boten van beide generaties naast elkaar te laten varen, dan zal de jongste generatie beteuterd naar de enorme vangst van de oude generatie staan kijken. Maar omdat dat niet kan, is de jonge generatie ontzettend blij met hun vangst. Ze weten immers niet beter! Ze vinden de huidige situatie ten onrechte normaal.
2. Wat is de Nederlandse vertaling van deze term?
We leven in Nederland en hier spreken we geen Engels, maar zuiver Hollands. Ik zocht daarom naar een Nederlandse vertaling van deze term. Ik kwam een uitgebreide vertaling tegen: Een geleidelijke verandering in de aanvaarde normen voor de toestand van het natuurlijk milieu als gevolg van een gebrek aan ervaring, geheugen en/of kennis van de vroegere toestand ervan. Gelukkig is dit ook in één woord samen te vatten als: afglijdgewenning.
3. Wat betekent het shifting baseline syndrome?
Dat verhaal over de vissers herken ik maar al te goed. Ik moet denken aan de verhalen van mijn vader die in zijn jonge jaren in de Oosterschelde emmers vol platvis ving tijdens één avondje vissen. Toen ik jaren later ook ging vissen, was ik al blij met twee of drie vissen. Zou ik echter de verhalen van mijn vader niet hebben gehoord, dan zou ik niet beter weten dan dat twee of drie vissen altijd een goede vangst was. En had ik niet beseft dat er onder water een rampzalige achteruitgang van de visstand heeft plaats gevonden.
Zoiets gaat ook op voor vogelaars. Oude vogelaars weten nog van weilanden vol grutto’s, tureluurs, kieviten, slobeenden en andere weidevogels. Jonge vogelaars zijn al blij als ze een weilandje weten met daarin een paar grutto’s. ‘Heb je wat gezien, jongen?’ ‘Jazeker’, antwoordt de jongen opgetogen, ‘ik heb twee grutto’s gezien, een paar kieviten en een graspieper, ik heb dus heel veel gezien!’ Zou zijn opa dat aanhoren, dan zou de oude man zijn hoofd schudden en de jongen vertellen over de vergane vogelrijkdom van weleer. Maar de jongen weet niet beter en heeft een goede dag. Oftewel: de jonge vogelaar weet niet beter en denkt dat de weilanden altijd bevolkt waren met het aantal vogels dat hij ziet.

4. Hoe kun je het shifting baseline syndrome wel opmerken?
Er is één manier om te voorkomen dat je ten prooi valt aan het shifting baseline syndrome: je moet de statistieken kennen. Oftewel: je moet de onderzoeksgegevens kennen uit verleden en heden. Meten = weten, en dat gaat zeker op in de natuur. Heeft jouw opa in de jaren zestig van de twintigste eeuw jaar in, jaar uit de weidevogels geteld, dan kun je dat vergelijken met de resultaten uit de jaren tachtig en wellicht ook met jouw eigen telresultaten. En ontdek je waarschijnlijk dat er in al die jaren héél véél is veranderd in onze vogelpopulaties.
5. Hoe erg is het shifting baseline syndrome?
Of het erg is dat je aan het shifting baseline syndrome lijdt, is maar de vraag. Ben je een nietsvermoedende vogelaar en ben je blij met alles wat je ziet, dan is het helemaal niet erg dat je aan dit syndroom lijdt. Sterker nog: je zult het niet eens beseffen dat je eraan lijdt! Doe vooral geen moeite zou ik zeggen en blijf een opgewekt mens.
Ben je echter begaan met de biodiversiteit in ons land en wereldwijd, dan is het een ander verhaal. Dan kan het juist heel erg zijn dat je aan het syndroom lijdt. Je meent immers dat er altijd zo weinig zomertalingen zijn geweest in ons land en dat er weinig aan de hand is. Maar in werkelijkheid is het aantal zomertalingen enorm teruggelopen en loopt het aantal nog altijd gestaag terug. Je komt door het syndroom echter niet in actie en de populatie kachelt achteruit.
Nog erger is het natuurlijk wanneer biologen, beleidsmakers en andere deskundigen last hebben van het syndroom. Als het als normaal wordt beschouwd dat in de meeste weilanden geen enkele grutto broedt, dan wordt dit al snel als een normale situatie geaccepteerd. Terwijl het natuurlijk volstrekt onacceptabel is dat er zo weinig grutto’s over zijn! En let op: het gaat me natuurlijk niet om de grutto’s alleen. Met de grutto’s kachelen ook de populaties van heel veel meer vogelsoorten, dieren en planten van het platteland ongemerkt achteruit. Er wordt geen actie ondernemen want ‘de situatie is toch normaal?’
En wanneer deskundigen aan het shifting baseline syndrome lijden, dan is het niet gek dat de hele bevolking nietsvermoedend doorleeft en niet in de gaten heeft dat dieren en planten aan het uitsterven zijn. Onwetendheid is het gevolg van het syndroom en uiteindelijk ook onverschilligheid, want ‘het is toch altijd al zo geweest?’
6. Hoe kun je verlost worden van het shifting baseline syndrome?
Er is eigenlijk maar één manier om verlost te worden van dit hardnekkige syndroom en dat is om je te verdiepen in het verleden. Dat kan door op zoek te gaan naar verhalen uit het verleden. Ga eens in gesprek met de senioren in je omgeving. Of je gaat op zoek naar bronnen voor gegevens uit het verleden. Opeens ontdek je dat de wereld van nu in niets meer lijkt op de wereld van dertig of veertig jaar geleden. Er broeden geen 100.000 paar grutto’s meer in ons land, maar een schamele 20.000. En van de honderden ortolanen die in ons land hebben gebroed, is er niet eentje meer over!
7. Wat zijn de psychische gevolgen van het shifting baseline syndrome?
Dat is maar net hoe je het benadert. Lijdt je onwetend aan dit syndroom en leef je argeloos verder, dan weet je niet beter dan dat de wereld uit altijd heeft uitgezien zoals de wereld er nu uitziet. Weinig grutto’s en al helemaal geen ortolanen meer in ons land. Of andersom: je weet niet beter dan dat de steltkluut in de Biesbosch broedt, maar je realiseert je niet dat deze vogelsoort tot een paar jaar geleden een superzeldzame vogel was in ons land, evenals bijvoorbeeld de grote zilverreiger die je nu in de winter met honderden tegelijk in de weilanden kunt zien jagen.
Gaan je ogen echter open en ontdek je dat je aan het shifting baseline syndrome lijdt, dan kun je ten prooi vallen aan teleurstelling over zoveel verwoesting en achteruitgang. Psychologen spreken dan van ‘ecologische rouw’. Verlossing van het shifting baseline syndrome leidt dus niet tot een gelukzalige toestand, nee het leidt tot vervreemding en een diepe ervaring van verlies. Helemaal niet leuk dus, maar het is wél belangrijk dat steeds meer mensen worden verlost van dit syndroom. Alleen zo komt de mensheid in actie tegen de kaalslag van de natuur en vernietiging van complete populaties dieren en planten. En dus: verdiep je eens in de populatie van een bepaalde vogel. Hoe verhoudt de huidige populatie zich tot de populatie van enkele tientallen jaren geleden?
De beste verrekijkers voor vogelaars
De beste verrekijkers in de prijsklasse tot EURO 300,00 | ||
Goede en betrouwbare verrekijkers voor beginnende vogelaars en voor mensen die niet te duur uit willen zijn. | ||
1. Vortex Diamondback HD 10x42 ![]() | Ligt heerlijk in de hand. Helder beeld, ook bij weinig licht. Volledig multi-coated lenzen | |
2. Bynolyt Stork WPR 10x42 DCF | Een slank en elegant instapmodel. Laag gewicht. Haarscherp beeld en ook verkrijgbaar als 8x42. | |
3. Kowa SVII 10x42 ![]() | Lichtgewicht allround verrekijker. Volledig multi-coated lenzen. | |
De beste verrekijkers in de prijsklasse tot EURO 750,00 | ||
Verrekijkers die net een stapje verder gaan in gebruikte materialen, afwerking en gebruikscomfort. | ||
1. GPO Passion ED 10x42 ![]() | Hoogwaardig ED glas. Ligt zeer prettig in de hand. Goede beeldkwaliteit, ook als het minder licht is. De makers hebben hun sporen verdiend bij Zeiss. | |
2. Bynolyt Yellowbird 8x42 ![]() | Zeer scherp en lichtsterk beeld. Zeer prettig gebruikscomfort. Relatief lichte verrekijker. | |
3. Hawke Frontier EDX 10x42 | Een hoogwaardige verrekijker voor de allround natuurliefhebber. Hoogwaardige coatings en prisma's. Lichtsterk met een hoog gebruikscomfort. Ook verkrijgbaar als 8x42. | |
De beste verrekijkers in de prijsklasse tot EURO 1.500,00 | ||
Topverrekijkers die qua afwerking en gebruikte materialen je nog een stap verder brengen. | ||
1. GPO Passion HD 10x42 ![]() | Scherp van rand tot rand. HD glas en meerdere coatings en dus een briljant beeld. Zeer natuurgetrouwe kleuren. | |
2. Leica Trinovid HD 10x42 ![]() | Robuust en lichtvan gewicht. Haarscherp beeld en briljant beeld. Zeer nauwkeurig scherpstellen. | |
3. Swarovski CL Companion 8x30 | Een van de beste verrekijkers van dit moment. Hoogwaardige materialen en coatings. Heerlijk lichtgewicht. | |
De beste verrekijkers in de prijsklasse vanaf EURO 1.500,00 | ||
Dit zijn de Ferrari's onder de verrekijkers! | ||
1. Swarovski NL Pure 10x42 ![]() | De nieuwe reeks topkijkers van Swarovski. Levert nog meer kijkgemak, helderheid, lichtheid, contrast en stabiliteit op. En met een gezichtsveld van 133 meter is dit model onovertroffen. De ab-so-lu-te topkijker van dit moment! | |
2. Leica Noctivid 10x42 ![]() | Het paradepaardje van Leica waarmee je razendsnel en super precies scherp stelt. | |
3. Zeiss Victory T*SF 8x42 ![]() | Het topmodel van Zeiss dat niet alleen een fantastisch beeld oplevert, maar ook nog eens heerlijk in de hand ligt, weet ik uit ervaring. En het gezichtsveld van 148 meter is ook absoluut top. Een geweldige verrekijker! |