De laatste weken bezocht ik een aantal vogelkijkhutten en vogelschermen voor de eerste maal. Soms was het een genot, andere keren een tegenvaller. Ja, vogels kijken kan ook wel eens tegenvallen. Geldt dat niet voor alles wat je doet. De ene dag doe je een fantastische waarneming, de andere dag zie je hoegenaamd niets. Maar daar doel ik dit keer niet op. Het gaat mij om bouwsels waar schijnbaar niet goed over is nagedacht. Bouwsels die technisch gezien goed in elkaar zitten en die toch niet optimaal zijn. Omdat de manier waarop ze geplaatst zijn, beter had gekund. Het gaat om dan om aspecten als ligging, kijkgaten en verstorende objecten. Ik ben zo vermetel er een artikeltje over te schrijven. Niet om zuur te doen, want al die bouwsels zijn natuurlijk met de beste bedoelingen geplaatst. Maar ondertussen vind ik het wel jammer dat met de beste bedoelingen vaak iets wordt gebouwd wat misschien beter niet gebouwd had kunnen worden. Misschien heeft een terreinbeheerder iets aan mijn gedachtespinsels. En anders niet.
#1. Kijkgaten in de richting van het noorden of noordwesten
Meestal komt de zon op in het oosten. En wandelt hij over zuid naar west om daar aan het eind van een kortere of langere dag onder te gaan. Elke vogelaar weet: kijk met het licht mee en je hebt mooi licht. Kijk je tegen de zon in, dan verdwijnen de kleuren of je wordt verblind. Niet ideaal voor verrekijker, telescoop of fotocamera. Zou je al voor zonsopgang in de hut zijn, dan kijk je bij het krieken van de dag liefst uit op het westen. Midden op de dag staat de zon op zuid en kijk je het liefst naar het noorden. Zou je deze lijn doortrekken naar zonsondergang dan kijk je laat in de avond liefst pal naar het oosten. De zon staat dan immers in het westen. Maar helaas, staat de zon in het westen dan zakt hij ook al snel onder de horizon en valt er niets meer te zien.
Grosso modo is de ideale kijkrichting voor een hut of scherm dan ook op noord tot noordwest. Maar waarom kom ik dan toch nog zoveel hutten en schermen tegen die op het zuiden zijn gericht? Vrijwel de hele dag tegen de zon in kijken? Als het nou echt niet anders kan, dan is het beter dan niets. Maar je maakt mij niet wijs dat het vaak niet anders kan.
#2. Vogelschermen met te veel gaten
Een vogelscherm heeft twee voordelen: hij is relatief goedkoop en je bent onzichtbaar voor de vogels. Was dat laatste maar waar. Door de gaten ben jij vaak even zichtbaar voor de vogels als zij voor jou. En het vervelende is: jij rent niet weg voor de vogels, maar de vogels vliegen voor jou wel weg. Het klassieke voorbeeld voor mij is het vogelscherm in Het Stinkgat. Zo veel gaten, de bouwer had net zo goed een gat ter grootte van een deur kunnen zagen. Kom je het trapje op, dan vliegen de eerste pijlstaarten en wintertalingen al op. En beweeg je te veel dan gaat de rest ook op de wieken. Eigenlijk zou achter elk vogelscherm nog een vogelscherm moeten staan zodat je silhouet wegvalt in de donkerte van het tweede scherm. Een rijtje bladhoudende struiken is een goed en natuurlijk alternatief.
#3. Vogelschermen met te weinig gaten
Riep ik hierboven ach en wee over te veel gaten, te weinig gaten kan ook rekenen op gegrom. Ik stond deze week voor het eerst achter de vogelschermen in de Crezéepolder. Een prachtig natuurgebied waar al de nodige zeldzaamheden zijn gespot. Uit drie panelen bestaan die schermen. En alleen in het middelste paneel zijn gaten gezaagd. In de twee buitenste panelen niet en die bieden juist uitzicht over andere delen van het gebied. Een gemiste kans. De bouwer wilde kennelijk snel naar huis en vrouw en is hem snel gepeerd.
#4. Storende elementen in beeld
Ik neem een van die schermen in de Crezéepolder ook voor een ander ding op de korrel. Langs een van de schermen staat een metershoog rasterhek. Zelfs op stelten kun je er niet overheen kijken. En daarachter ligt nu juist een ontzettend interessant slikgebied. Kluut, kemphaan, tureluur, bontbekplevier, kleine plevier en andere steltlopers foerageren er of zullen er gaan broeden. Niet erg dus dat daar geen wandelaars of honden kunnen komen. Wel jammer dat je dat kennelijk alleen met zo’n gevangenishek kunt afdwingen.
#5. Onhandig perspectief
Steeds meer vogelaars maken foto’s van de vogels die ze zien. En heel veel vogelkijkhutten en vogelschermen staan op een verhoging. Zo hoog, dat het perspectief altijd een verknoeide foto oplevert. In sommige gebieden kan het waarschijnlijk niet anders, zeker niet in waterbergingsgebieden. Maar in andere gebieden is zo’n verhoging absoluut niet nodig. Neem een voorbeeld aan de vogelkijkhut in Inlaag Keihoogte bij Wissenkerke. De kijkgaten liggen op vrijwel dezelfde hoogte als de grond voor de hut. Wat een prachtige foto’s kun je er maken! Deze hut kijkt trouwens ook uit op het noorden. Twee keer goed dus.
#6. Geen onderhoud rond of voor hut en scherm
Is een natuurgebied pas aangelegd, dan hebben de plannenmakers de wildste plannen. Een vogelkijkhut of vogelscherm dat uitzicht biedt over een broedeiland voor visdiefjes bijvoorbeeld. Het klassieke voorbeeld is voor mij de hut op de Philipsdam. Prachtig hoor dat er budget wordt vrijgemaakt voor een broedeiland voor visdiefjes. En al helemaal als er een hut voor gebouwd wordt. Maar het succes van zo’n eiland staat of valt met het plegen van onderhoud. Wanneer de instanties het onkruid hoog op laten schieten en die planten nooit verwijderen, dan raakt zo’n eiland al snel overwoekerd en laten visdiefjes en plevieren het voortaan links liggen. Jammer van het dure eiland en jammer van de hut die ook niet het gewenste rendement oplevert. Ik ben er haast zeker van dat leden van een vogelwerkgroep bereid zijn om dit onderhoud op zich te nemen. Een keer per jaar, vlak voor het broedseizoen, al het onkruid verwijderen. Mooier werk is er niet en als het ook nog eens resultaat oplevert…
#7. Overleg eens met vogelaars
Een dringend advies aan elke instantie die een scherm of hut in een natuurgebied wil plaatsen: overleg eens met de lokale vogelwerkgroep. Of betrek een paar vogelaars bij de keuzes die gemaakt moeten worden. Die zijn via de sociale media tegenwoordig snel genoeg op te sporen. Ik snap heel goed dat ‘best en liever nog beter’ soms niet haalbaar zijn. Budgetten zijn niet toereikend of delen van een natuurgebied zijn simpelweg niet toegankelijk. Maar de meeste van mijn adviezen zijn heel eenvoudig te realiseren. En lukt het niet om een hut of scherm over het noorden te laten uitkijken, overweeg dan heel nuchter of je hem dan wel moet plaatsen. Wat heb je aan een hut die niet voldoet? Zonde van de centen. Zoek dan liever naar een andere locatie waar je natuurliefhebbers wel blij kunt maken.
Ik lijk nu misschien wel op een ouwe zeveraar (en dat ben ik soms ook tot groot ongenoegen van mijn omgeving). Maar met een beetje extra zorg worden vogelkijkhutten en vogelschermen ware paleisjes en natuurgebieden nog aantrekkelijker om te bezoeken. Wil je trouwens weten waar je een vogelkijkhut of vogelscherm in jouw omgeving kunt vinden, klik dan hier. Ik heb via deze website al menig mooi natuurgebied ontdekt.