Mont de Grange, een berg van 2.432 hoogte, bepaalt het beeld in Vallée d’Abondance bij de dorpjes Châtel, Abondance en La Chapelle d’Abondance. Zodra de berghellingen in de zomer worden verwarmd door de zon, komen de bloemweiden tot leven. Talloze vlinders zoeken in de bloemen naar nectar, naar zonnewarmte of naar elkaar. Nergens zag ik zoveel vlinders als juist hier. Maar laat ik beginnen met de vogels.

Zo kun je rond het dorpje La Chapelle d’Abondance uitstekend vogels kijken. Wij verbleven gedurende twee weken in juli in dit aardige Franse dorpje. In de zomer gedragen veel vogels zich onopvallend vanwege de rui, maar het viel me op hoeveel vogels er nog te zien waren in het dorp en op de berghellingen erboven. Langs La Chapelle d’Abondance stroomt het riviertje La Dranse d’Abondance. Langs dit snelstromende riviertje broeden waterspreeuw en grote gele kwikstaart. In de bomen op de oever ook kramsvogels en putters. In de bossen broeden buizerd en wespendief, terwijl je ook de rode en zwarte wouw regelmatig over ziet komen.

In de naaldbossen hoor en zie je de goudvink regelmatig en ga je helemaal naar boven (gewoon het bergweggetje uitrijden) dan maak je kans op notenkraker, goudhaantje, kuifmees, zwarte mees, zwarte specht, pimpelmees en glanskop. Let in de weilanden tussen de bossen ook op groepen kramsvogels. Één curieuze waarneming deed ik in het struikgewas langs een bergweide: een paartje kleine karekiet liet zich zien. Vreemd, want een rietkraag was nergens te vinden. Op een andere helling hoorde en zag ik de gele gors. In het dorp bij de kerk zaten europese kanarie en vlogen huiszwaluwen. Het kan dan ook niet anders dan dat in het voorjaar, zeg mei en juni, het in Vallée d’Abondance wemelt van de zangvogels.

Het wemelt er trouwens ook van de vlinders, zeker op zonnige dagen (een voorwaarde om vlinders te kijken). Keizersmantel, boserebia, dambordje, zilvervlek, koninginnepage, atalanta, kommavlinder, landkaartje, grote parelmoervlinder, kleine parelmoervlinder, braamparelmoervlinder, boswitje, citroenvlinder, oranje luzernevlinder en dagpauwoog lieten zich zien. Aan beide kanten van het dal kun je op zomerse dagen ontzettend veel vlinders zien. Hou rekening met de zon, vlinders vliegen daar waar het zonlicht de bloemweiden verwarmt.

Het schijnt er trouwens in de bossen bij La Chapelle d’Abondance ook te wemelen van het wild. Das, vos, eekhoorn, hermelijn bewonen de bossen en het dorp. Lokale bewoners beschouwen das en vos als ongedierte omdat ze zelfs op de balkons zoeken naar etensresten.

Aan beide zijden van het dal kun je prima vogels en vlinders kijken. Sla bij de kerk op de rotonde linksaf (komende vanuit Châtel), ga over de brug en volg de weg omhoog. Het asfalt gaat over op grind, vervolg de grindweg. Aan het eind van de grindweg uit de auto en wandelen maar. Na ongeveer 100 meter bevindt zich rechts een prachtige bloemweide waar het in de zomerzon zindert van de vlinders.

Of volg in het dorp de borden Lac d’Arvouin de kronkelweg omhoog. Vlak voor het einde van de kabelbaan stopt de weg. Hier beginnen ook tal van wandelpaden. Geelgors en goudvink zitten hier. En op de bloemweiden zindert het ook hier van de vlinders in de zomerzon.