Tag archieven: zwarte ruiter

Vogels kijken op Noord-Beveland

Na Sint-Philipsland is Noord-Beveland het kleinste eiland in de Zeeuwse Delta. Het grootste deel van het eiland bestaat uit de akkers waar Zeeland bekend om is: donkerbruine, volvette klei waar aardappelen en suikerbieten prima in wortelen. Dat dit funest voor de biodiversiteit is, daar halen de meeste Zeeuwen de schouders bij op. Geen mooiere akker dan een pas geploegde. Vanuit esthetisch oogpunt valt daar wel iets voor te zeggen, maar er is meer wat een mens belieft. Een vogelminnend mens althans. Welnu, die vogelminnende types vinden ook op Noord-Beveland veel naar hun gading. Het hele eiland wordt omringd door zilt water en dat staat garant voor veel vogels.

Aan de zuidkant van Noord-Beveland strekt het Veerse Meer zich uit. Dit meer is een befaamde hotspot voor vogelaars. De slikranden en platen in het Veerse Meer trekken grote aantallen vogels aan. In de winter zie je er grote aantallen rotganzen, goudplevieren, wulpen en vele andere wintergasten. Over vogels kijken rond het Veerse Meer (ook aan de zuidkant op Zuid-Beveland) schreef ik eerder al een uitgebreid artikel. En dat betekent dat ik in dit artikel mij richt op de noordkant van Noord-Beveland.

De noordkant van Noord-Beveland is door een hoge zeedijk afgescheiden van de Oosterschelde. Aan de buitenkant van de zeedijk, in de Oosterschelde dus, vallen hier en daar grotere of kleinere stukken slik droog zodra het water gaat ebben. En je weet: waar slik droog valt, daar zoeken kustvogels en met name steltlopers, naar voedsel. Diezelfde vogels vluchten van hun slikgebiedjes zodra het water opkomt. Waar ze heen vliegen is voorspelbaar: naar gekende hoogwatervluchtplaatsen. Een bekende hoogwatervluchtplaats is het vogeleiland op de Neeltje Jans. Of dit nu Walchers, Schouwens of Noord-Bevelands grondgebied is, weet ik niet. Maar meer over deze hotspot lees je hier. Vanuit de vogelkijkhut heb je een schitterend uitzicht over de Oosterschelde en de hoogwatervluchtplaats vlak voor de hut.

Rij je van de Neeltje Jans zo het eiland Noord-Beveland op, zorg er dan voor dat je zoveel mogelijk de noordelijke zeedijk gaat volgen. Kijk in de Jacobahaven in de oksel van de Neeltje Jans en Oosterschelde (de binnenzijde) in de zomer naar de grote sterns en visdiefjes die er in de stroming jagen op visjes. Ook de dwergstern laat er zich zien. Een eindje verder naar het westen ligt de Sophiahaven, een jachthaven die stampvol ligt met luxe jachten. Naast deze haven vallen stukken slik vrij. Een aangename locatie om met verrekijker of telescoop naar steltlopers als rosse grutto, zilverplevier, bontbekplevier, bonte strandloper, tureluur, zwarte ruiter, wulp en scholekster te kijken.

Inlaag Keihoogte

Weer een eindje verder naar het westen ligt het dorpje Wissenkerke. Rij het dorpje door en sla af naar de Inlaag Keihoogte. Hier staat een van de beste vogelkijkhutten die ik ken. Je zit op gelijke hoogte als de vogels die een paar meter voor je voorbij scharrelen (mits je je rustig houdt). In deze inlaag worden regelmatig leuke waarnemingen gedaan. Het is een befaamde hoogwatervluchtplaats. En in de struiken voor de hut kun je zangvogels zien en af en toe een sperwer of havik die achter een prooi aanzit. Ook over de Inlaag Keihoogte schreef ik eerder een uitgebreid artikel. De omgeving van de Inlaag Keihoogte kun je het beste te voet of per fiets verkennen. Links en rechts van de inlaag bevinden zich nog een andere inlaag. Klim de dijk op en plat in het gras met je verrekijker. Zorg ervoor dat je silhouet niet te zien is. En trek het liefst groene kleding aan. Steltlopers zijn schuw. Bij het minste of geringste gaan ze op de wieken en zoeken ze een andere inlaag op. Neem in geen geval een afstammeling van de wolf mee, want dat zijn in de ogen van alle vogels regelrechte monsters. Lees meer.

Landbouwhaventje bij Colijnsplaat

We blijven de Oosterscheldedijk vervolgen. Te voet gaat dat het best, maar de afstanden zijn behoorlijk. Dan maar op de fiets. Ben je met de auto, dan is het soms improviseren. Mijn valkuil is om te veel in de auto te blijven. Ik verzeker je: dan mis je heel veel. Als je uit de auto bent, dan uit de auto en een ommetje doen rond de inlagen. Goed, we zijn dus weer onderweg en al snel passeer je weer een inlaag. Bij de Emmelissedijk rij je naar de dijk en dender je een voormalig landbouwhaventje op. Dit is bij eb echt een aangename plek. Op de dijk staat in de beschutting van wat planken een bankje. Geniet er van de grote sterns, visdiefjes en andere kustvogels die voorbij komen. Het haventje zelf is volkomen dichtgeslibd. Wat een heerlijkheid! Snuif de zilte lucht op. Ruik die heerlijke geur van de blubber. Dit is nou echt authentiek Zeeland.

Bij eb blijft er een ondiep stroompje over. Juist in dit stroompje strijken steltlopers neer. Rosse grutto, zwarte ruiter, groenpootruiter, wulp, bontbekplevier, bonte strandloper, zilverplevier, scholekster en zelfs ‘gewone’ grutto’s kun je hier zien. Zomaar vanaf de kade! Klap een stoeltje uit, of kijk vanuit de auto. De steltlopers laten zich hier van dichtbij bekijken. Aan de binnenkant van de zeedijk bevinden zich hier links en rechts twee inlagen. Boven het riet jaagt de bruine kiekendief. In het voorjaar hoor en zie je hier rietvogels als kleine karekiet en rietzanger. Kijk bij hoogwater, zeker in najaar en winter, ook altijd goed over de akkers. Goudplevieren zie je er haast niet staan op die bruine akkers, maar soms staan er grote groepen! De omgeving van Wissenkerk en Kamperland staat ook bekend om de kleine rietganzen die er in najaar en winter op de akkers foerageren.

Het Bokkegat

Ben je toch in de buurt van het dorp Wissenkerke, rij dan ook even langs het Bokkegat. Dit drassige gebied kan je soms trakteren op een zeldzame vogelsoort, een steltloper als de grauwe franjepoot of rosse franjepoot bijvoorbeeld. Lees meer.

De schorren bij Kats

Tja, uiteindelijk passeer je de Zeelandbrug, of beter: je gaat er onderdoor en komt in de omgeving van het dorpje Kats. Ten zuiden van dit dorpje bevindt zich een uitloper van de Oosterschelde. Dit is de verbinding met het Veerse Meer. Er is hier nog sprake van eb en vloed en ik verzeker je: bij eb vallen hier enorme stukken slik door. Allerlei steltlopers laten zich zien, evenals de kleine zilverreiger en rotgans. Dit deel van Zeeland is een hotspot voor liefhebbers van de rotgans. Zowel binnen- als buitendijks kun je deze schitterende gans zien foerageren. Heb je nog kracht in de benen, wandel dan langs de buitenkant van de dijk. Je hebt een beste kans om sneeuwgorzen te zien. Soms zie je er ook strandleeuweriken. Overigens kun je het schor hier beter vanaf de overzijde bekijken. Dat heeft te maken met de stand van de zon die je aan de kant van Noord-Beveland eigenlijk altijd tegen je hebt als je naar het zuiden kijkt. Rij even naar het Schor Wilhelminapolder. Een heerlijke plek om vogels te kijken. Meer informatie over deze hotspot vind je hier.

Het Veerse Meer

Natuurlijk mag het Veerse Meer in dit overzicht niet ontbreken. Het probleem is echter dat dit uitgestrekte natuurgebied zoveel verschillende kleinere natuurgebiedjes in zich verbergt, dat ik er een apart artikel aan het Veerse Meer heb gewijd. In dit artikel ontdek je tal van interessante vogelgebieden op en langs dit meer. Lees meer.

Natuurhuisjes in Zeeland

jako van gorsel met verrekijker

De provincie Zeeland leent zich natuurlijk uitstekend voor een vakantie in de natuur. Zon, zee en strand vind je hierin elk jaargetij. En in de buurt vind je tal van interessante vogelgebieden. Overweeg je een vakantie in Zeeland, bekijk dan eens het aanbod van vakantiehuisjes op natuurhuisje.nl. Deze huisjes staan meestal op een rustige locatie en vaak in of vlakbij de natuur.

Op zoek naar een vakantiehuisje in Zeeland?

Gelegen op een unieke locatie, midden in de natuur? Of iets heel anders? Bekijk dan mijn tips. Waar ben je naar op zoek?    

Mijn tips voor natuurbeleving in Zeeland

Met deze tips ontdek je de natuur in Zeeland nog beter:

(voor elk budget de drie beste opties)

(héél véél keuze, ook in heel Zeeland en soms met geheel contactloos verblijf en dus heel veilig!)

(voor elk budget een paar goede opties)

(lekker comfortabel genieten op één van de mooiste locaties in Zeeland)

(aantrekkelijke planten voor vogels, vlinders en andere insecten)

(lees hier mijn tips om spechten, mezen en roofvogels naar je tuin te lokken)

(mijn persoonlijke top tien)

Verwelkom nieuw leven in jouw tuin dit broedseizoen!

Vijf soorten steltlopers op het schor

Tussen de dorpjes Wissenkerke en Colijnsplaat op Noord-Beveland ligt een volkomen dichtgeslibd landbouwhaventje. En het leuke is: ik beschouw dit haventje als één van de mooiste plekjes van Zeeland. Waarom? Vanwege de stilte, de zilte lucht, de prachtige kwelders en het geweldige uitzicht over de Oosterschelde.

Lees verder Vijf soorten steltlopers op het schor

Jonge dodaars ontmoet een zwarte ruiter

Eerst dacht ik dat er een meerkoet of zo voor het vogelkijkscherm in Het Stinkgat zat. Maar toen ik mijn verrekijker op de vogel richtte bleek het een jonge dodaars te zijn. Nooit eerder zag ik een dodaars op het droge. En dat is niet vreemd, want met die vreemde lange poten is het maar slecht wandelen over het drogen. Leuk trouwens dat er een jonge dodaars in Het Stinkgat rond zwemt. Kennelijk biedt het brakke water in de kreek voldoende voedsel voor de kleinste onder de Nederlandse futen.

de beste vogelgidsen voor kinderen

Over zwarte ruiters in een sloot bij Zierikzee

De zwarte ruiter is ook zo’n gast uit het hoge noorden. Ze broeden in arctische hoogveengebieden en trekken daarna zuidwaarts, onder andere naar kwelders en moerasgebieden in onze contreien. De zwarte ruiter lijkt in de winter van een afstandje op de tureluur, maar kijk eens goed naar snavel en poten. Die zijn niet alleen langer, maar ook dunner en fijner dan bij een tureluur. En rood in plaats van oranje. Een zwarte ruiter in de winter helemaal niet zwart. De rug lichtgrijs, de buik wit en gespikkeld. Pas in de zomer doet hij zijn naam eer aan. Maar zoals bij vogels wel meer het geval, herken je de zwarte ruiter vooral aan zijn geluid. Het werd me als jong ventje al jong ingeprent door de vogelaars op Tholen: hoor je tu-wiet, dan is het een zwarte ruiter. Wie het geluid van een zwarte ruiter eenmaal heeft gehoord, zal het nooit meer vergeten.

Hoe een zwarte ruiter naar voedsel zoekt
Elke steltloper heeft zijn eigen tafelmanieren. Een kluut maait door de modder en zeeft beestjes en algen eruit. Een wulp prikt met zijn lange snavel het diepst van alle steltlopers in ons land in de modder. Een watersnip eveneens, maar in het tempo van een naaimachine. Steenlopers vreten kapotte schelpdieren leeg. En zwarte ruiters? Die zwemmen en grondelen op hun typische manier in ondiepe slootjes en plassen. Zoals je ziet vangen ze nu en dan nog een garnaaltje ook! Kop in het water, snavel door de modder en trappelen maar met die steltpoten. Deze twee zwieren door een sloot bij Zierikzee. In het brakke water van de Prunje voelt hij zich als een vis in het water.

uitgewerkte vogeltochten

 

Zwarte ruiters

De zwarte ruiter (ik las gisteren dat hij tot de familie van de snippen behoort) verwar je al snel met de tureluur. Beide staan op hoge poten, hebben een lange snavel en komen in dezelfde waterrijke gebieden voor. Maar wie goed kijkt, ziet de verschillen. Maar dan moet je wel héél goed kijken, zeker in de winter. Zorg voor zonlicht van achter, dan zie je de details altijd het best. Verschil met de tureluur is dat de zwarte ruiter een langere snavel heeft, hoger op de poten staat en een duidelijker oogstreep heeft. Maar meestal weet je het pas zeker zodra de steltloper opvliegt. De tureluur tureluurt zijn eigen naam. De zwarte ruiter roept consequent iets als tu-wiet. Hoor je tu-wiet, dan weet je dat de zwarte ruiter niet ver weg is (of was).