Als ik een stroper was, dan had ik vandaag een lekker waterkipje gegeten. Nou ja, ik had er wel eerst een robbertje om moeten vechten met vriend Sjaak, want we vonden het arme beestje gisteren tijdens onze vogeltocht door het Groote Gat bij Ooltgensplaat. Een waterhoentje dus. Meestal spurten ze er met een rotgang vandoor, maar dit exemplaar wilde er blijkbaar stilletjes tussen uit piepen. Onder wat takjes doorglijden en dan het riet insluipen. Maar zo gemakkelijk ging dat glijden dit keer niet. Een takje bleek niet zo buigzaam en klemde zijn kop onbarmhartig vast. Het waterhoentje kon voor- noch achteruit. We hadden hem dus niet hoeven schieten… Of het onze komst was die hem in deze penibele situatie bracht of een roofvogel die misschien uren eerder hem tot schuilen dwong, ik weet het niet. Mijn kinderen vond het maar bar zielig toen ze hem zo zagen liggen en vroegen me ietwat angstig of we hem hebben bevrijd. Nu ja, dat antwoord luidt bevestigend. Tenzij een bruine kiekendief of buizerd hem inmiddels heeft gegrepen, zwemt hij nu weer frank en vrij rond in het Groote Gat. Maar ja, heb jij zoiets ooit meegemaakt? Ik niet.