De oranjetipjes blijven fascineren. In de eerste plaats omdat ze simpelweg zeer fraai zijn, in de tweede plaats omdat ze niet zo algemeen zijn als bijvoorbeeld dagpauwoog en klein koolwitje. Ik heb nog eens op waarneming.nl gekeken waar je oranjetipjes in de Alblasserwaard kunt zien. Op drie locaties zag ik waarnemingen, bij Gorinchem een, bij Sliedrecht een en een aantal in het Alblasserbos bij Papendrecht. Vreemd genoeg niet in de andere kavels van het Alblasserbos. Misschien kan deze bijzondere vlinder daar ook eens uitgezet worden? Dan moet er wel koolzaad worden gezaaid, want ik zie ze uitsluitend op de gele bloemen van koolzaad duiken. Er stond vanmiddag een aardige bries die fris aanvoelde. Op de open veldjes geen oranjetipjes te zien. Aan de rand, uit de wind en in de zon daarentegen meerdere. Plus een heel legioen aan dagpauwogen en klein geaderde koolwitjes. Ook de kleine vos, atalanta, groot koolwitje, gehakkelde aurelia en bont zandoogje lieten zich zien. Hier mijn opnamen van de oranjetipjes die ik ietwat vertraagd laat afspelen. De fitis die je hoort, zong vorig jaar in april zijn lied. Die klinkt toch een stuk mooier dan mijn wilde kreten op de momenten dat ik mijn lens niet tijdig scherp weet te stellen.
Tag archieven: oranjetipje
Nog een oranjetipje
Van het oranjetipje kan ik deze week niet genoeg krijgen. Gisteren plaatste ik een opname van een oranjetipje in actie, nu een oranjetipje in ruste. Toen de zon achter een wolk verscheen, daalde de temperatuur kennelijk zo snel, dat dit mannetje plotseling verstijfde en in ruststand ging. Op een bloemetje van koolzaad zat hij doodstil te wachten op de volgende zonnestralen. De originele opname duurt bijna vier minuten, en daarna moest ik er snel vandoor. Wie weet hoe lang hij daar gezeten heeft.
Hoe je het beste vlinders kunt filmen
Tijdens de zomervakantie 2015 heb ik in de achtervolging van vlinders heel wat meters gemaakt. Schijnt de zon en is het warmer dan ongeveer 17 graden, dan schieten vlinders op onvoorspelbare wijze alle kanten in het rond. Fotograferen of filmen kan dan lastig zijn. Niet onmogelijk trouwens, zolang je maar rustig blijft en enig geduld kan opbrengen. Maar van die rustende vlinders filmen als dit oranjetipje lukt dan zelden. Wat is het geheim van al die fotografen die wel van die prachtige foto’s kunnen maken?
Foto’s van vlinders in ruste kun je het beste in de vroege ochtend of in de avond maken. Het is dan nog koel (soms zelfs ronduit koud) en dan slapen de vlinders. Ze zijn koudbloedig en dat betekent dat ze dan door en door koud zijn en nauwelijks reageren. Energie besparen is ook een kunst. Vind je een vlinder in rustende toestand en is het koel, dan weet je (bijna) zeker dat hij er nog wel even zit. Alle tijd dus om de optimale invalshoek te kiezen, de lens scherp te stellen en beelden te schieten. Vlinders in ruste heb ik echter nog niet vaak gevonden. Dat zal er ook wel mee te maken hebben dat ik bepaald geen vroege vogel ben. Maar kun je het opbrengen om voor dag en dauw op te staan en rustende vlinders te zoeken, dan maak je kans op bijzondere plaatjes. Een vlinder met rijp op de vleugels bijvoorbeeld. Of een dauwdruppel op de voelspriet. En als het dan warmer wordt? Dan warmen de vlinders op, spreiden hun vleugels, kruipen naar boven en… schieten alle kanten uit.
Oranjetipje in het Alblasserbos
Vorig jaar hoorde ik het te laat: dat er oranjetipjes rondvliegen in het Alblasserbos bij Papendrecht. Oranjetipjes vliegen al vroeg in het voorjaar, wanneer de lentezon het bos eens flink heeft opgewarmd. Vliegende vrouwtjes zie je snel voor koolwitjes aan, want het oranje ontbreekt op de bovenvleugels. Die prachtige oranje vleugeltoppen zijn voorbehouden aan de mannetjes. Maar de vleugels van mannetjes én vrouwtjes zijn aan de onderzijde prachtig groen gemarmerd. Vanmiddag was ik vrij en de zon scheen en dus: snel naar het Alblasserbos gelegen op vijf minuten rijden. Al bij de parkeerplaats zag ik een witte vlinder met oranje vleugeltoppen voorbij flitsen. En even later nog één. Ook klein geaderd koolwitje, dagpauwoog, citroenvlinder en bont zandoogje fladderden rond. In het dorp kwam ik trouwens ook nog een boomblauwtje tegen. De oranjetipjes hadden duidelijk voorkeur voor de gele bloemetjes van koolzaad. Een enkele keer bleef een oranjetipje lang genoeg zitten op een koolzaad-bloem. Zie hier het resultaat: