Bart van Olphen, auteur van veel gekochte kookboeken over vis als Vis uit blik en de kloeke Visbijbel, schreef een nieuw kookboek over een gekende zilte lekkernij: Zeeuwse mosselen. Kijk, van dat soort kookboeken word ik nu vrolijk, want aan de oevers van de Oosterschelde groeide ik op. Bart van Olphen kiest in Het Zeeuwse Mossel kookboek uitdrukkelijk voor echte Zeeuwse mosselen. Waar je die aan herkent lees je hieronder.
Als je een rauwe oester kunt eten (een Zeeuwse platte is niet te versmaden, een Gillardeau uit Frankrijk evenmin), dan ook een rauwe mossel. Ik heb wel eens zo’n ongekookt weekdier naar binnen geslobberd, wel, dat smaakte best. Trouwens, een rauwe kokkel ook goed te doen, maar die moet je eerst goed laten spugen, het zand kraakt anders tussen je tanden. Deze steenloper heeft er ook wel goesting voor. Vorig weekend leidde ik een groep van tien Vlamingen door het Zeeuwse land, vandaar het gebruik van deze mooie uitdrukking. Het schijnt dat dit woord ooit door Radio 1 in Vlaanderen uitverkozen is tot mooiste Nederlandstalige woord. Goesting met een zachte g, ik weet zeker dat de gedachte aan een Zeeuwse platte of Gillardeau veel Vlamingen best zal aanstaan. Mij ook, maar helaas, de visboer bij ons in het dorp scoorde werkelijk dramatisch in de AD Haringtest. Het was niet bijster goed gesteld met de hygiëne. Daar koop je dus liever geen rauw spul. Even een paar oesters kopen is er vanavond niet bij.