Bij Dordrecht is een nieuw natuurgebied aangelegd. Het is een moerasgebied waar al menig bijzondere vogel is opgedoken: de Nieuwe Dordtse Biesbosch. De eerste keer dat ik dit gebied bezocht stond ik versteld van de schoonheid. Dit leek wel op één van die heerlijke Franse moerasgebieden waar je van alles kunt zien en beleven! Vandaag dus een keer ‘gluren bij de buren’ en maken we een uitstapje naar Dordrecht.
Bij Dordrecht gebeurde er een wonder: een polder werd een vermaard moerasgebied. Nu is dat zo wonderlijk niet, want een echt wonder heeft een niet-natuurlijke oorzaak. Dit moerasgebied werd uitgegraven door machines. De mens had er een flinke vinger in de pap, maar creëerde wel iets moois: de Nieuwe Dordtse Biesbosch in de Hania’s Polder. Op drukke dagen weten grote groepen wandelaars het gebied te vinden, maar voor vogelaars is er altijd ook plaats. Wat heet: je kunt er echt heel mooie foto’s maken, en vaak vanuit heel laag perspectief. En daarom vandaag in mijn serie Vogelwandelingen op naar de Nieuwe Dordtse Biesbosch!
Een nieuw stuk Biesbosch? Ja, dat kan, want in de afgelopen jaren is een deel van de Hania’s Polder bij Dordrecht omgezet in nieuwe natuur. Na een tip van een vogelaar in de Brabantse Biesbosch maakte ik vanmorgen kennis met dit geweldige moerasgebied dat ik nu al wel durf te vergelijken met de betere moerasgebieden in Frankrijk. Waarom ik dat vind ontdek je hieronder. In dit artikel dus praktische informatie over vogels kijken in de Hania’s Polder
De tranende franjehoed. Ooit van gehoord? Ik niet. En dat terwijl de gids Welke paddenstoel is dat? aangeeft dat deze soort in heel Europa algemeen is. Ik filmde ze dit weekend op de Tongplaat bij Dordrecht.
De naam vind ik illuster genoeg. Proef hem op de tong: tranende franjehoed. Een heerlijke naam toch om een aantal keer te hardop te herhalen? Hoe deze paddenstoel aan zijn naam komt? Ik lees in de gids dat bij jonge exemplaren op de lamellensnede waterige druppeltjes te vinden zijn. Daarvoor moet je wel heel diep bukken, want zie maar eens onder een paddenstoel te kijken. Dat lukt mij in elk geval niet. En dus zou je de paddenstoel af moeten snijden om de naam vast te stellen. Daar ben ik op tegen. Niet dat de paddenstoel zelf daar nou heel veel van de lijden heeft. Onder de grond zit namelijk veel meer paddenstoel dan boven de grond. Hij leeft vrolijk verder. Maar aan voortplanten komt hij dan niet meer toe. En dat acht ik verlies. En voor de smaak hoef je het ook niet te doen als ik mijn gids mag geloven. Niets bijzonders aan.
In de Grote paddenstoelengids voor onderweg van deskundige Ewald Gerhardt lees ik ook nog iets dat van toepassing is op deze fraaie paddenstoel: oppervlak droog, viltig-vezelig. Hij groeit aan grazige bosranden, op kerkhoven, in graslanden, akkers, parken en tuinen. Op voedselrijke bodems in elk geval.
De tranende franjepoot dus. Veel vogels vielen er zaterdagmiddag niet te filmen en dan ben ik blij met een paddenstoel. Die vliegt tenminste niet weg. Een heel mooie paddenstoel, die je hieronder kunt zien.
Het tweede deel in een tweeluik beschrijft ca, 420 beker-, buik-, gaatjes-, kern-, knots-, koraal-, korst-, stekel- en trilzwammen die in Nederland voorkomen.
Tom Lebret. In en om Dordrecht een bekende naam onder natuurliefhebbers. Tom was een vermaard watervogelkenner die zijn kennis al op jonge leeftijd opdeed in de Biesbosch. Op elfjarige leeftijd begon hij met het noteren van zijn waarnemingen en nog geen twee jaar later groeiden deze notities uit tot een heus dagboek. Tom Lebret was een slimme jongen (later zou hij officier van justitie worden en een doorgewinterde bestuurder) en al snel zette hij zijn talenten in om ook het gedrag van vogels te bestuderen. Onlangs verscheen het boek Biesbosch-vogels van Gerard Ouweneel. Een ode aan een markante vogelaar die veel heeft betekend voor de natuur in ons land.
Dordrecht en de walvisvaart. Een onvermoede combinatie, maar het is echt waar: Dordrecht kende een florerende walvisvaart in de tweede helft van de achttiende eeuw. Daan Esseboom deed in het kader van zijn opleiding onderzoek naar deze economische activiteit en schreef er een boekje annex brochure over: De Groenlantsvaerders.