Gele kwikstaarten zijn de talrijkste akkervogels in Nederland, lees ik in een recent artikel. Of ik dat met eigen waarnemingen kan onderbouwen weet ik niet. Ik was eerlijk gezegd een beetje in mineur toen ik twee weken geleden uit de Auvergne (Frankrijk) terug keerde. Daar diep in Frankrijk miegelde het van de gele kwikstaarten. Zag ik ze niet op een prikkeldraadje zitten, dan wel op een verkeersbord of tussen de poten van zo’n sappige Franse vleeskoe. Eenmaal terug in Nederland was het maar stilletjes in de polder. Misschien vol je de discussie over ons landschap in dagblad Trouw. Daar gaf een opiniemaker aan dat je ons landschap kunt typeren met de kernwoorden ‘leeg’ en ‘functioneel’. Nu ja, dat beaam ik helemaal en tot mijn grote verdriet: helaas. Ik besef best dat de ruilverkaveling niet valt terug te draaien en dat hoeft volgens mij ook niet.
Simpele heg
Met de ruilverkaveling is de biodiversiteit in onze polders dramatisch afgenomen. En zo moeilijk is het nou ook weer niet om vogels van weleer terug te krijgen. Niet geheel toevallig filmde ik deze gele kwikstaart in de top van een heg. Gewoon een simpele heg, nog lelijk ook want geschoren door zo’n verticale maaimachine achter een tractor. Eén gladde groene muur met een lengte van honderden meters. Of de gemeentelijke maaimachine nu met een grasmaaier of een struikmaaier langs komt rijden, dat is niet zo’n groot verschil. Ik zag er achtereenvolgens een gele kwikstaart, grasmus en een zwartkop in. Een kleine karekiet zit achter de heg in het riet. Dit deel van Schouwen-Duiveland is een van de weinige gebieden waar nog patrijzen voorkomen. Ook dat is geen toeval met die heggen langs de weg. Plant nog wat extra kilometers heg aan en grauwe klauwier, roodborsttapuit, braamsluiper en misschien zelfs de grauwe gors, keren terug in de Hollandse polder.