Tag archieven: Brouwersdam

De wulp in Nederland

Nou, de wulp. Tot mijn grote verrassing broeden er in Nederland nog altijd tussen de 6.500 en 8.000 paartjes, volgens het door mij hoog geprezen Handboek Vogels van Nederland en België. In Vlaanderen moeten natuurliefhebbers genoegen nemen met een kleine 400 paartjes. Kijk ik op een kaart van Sovon, dan valt me op dat verreweg de meeste wulpen in het oosten van het land broeden. Drenthe, Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant herbergen het leeuwendeel van het aantal broedparen. Daar zijn de uitgestrekte heide- en moerasgebieden geliefde broedgebieden. Plus de waddeneilanden met hun duinpannen en natte kwelders. De aantallen verrassen me, want een broedende wulp, die heb ik zelf nog nooit gezien. Logisch, want ik woon in het westen en ze broeden dus in het oosten.

De wulp is voor mij om meerdere redenen een graag geziene vogel. Hij is imposant. Sterker nog, het is onze grootste steltloper. En kijk eens naar zijn snavel. Lang en gelijkmatig gebogen. Het fijne grijsbruine verendek doet de rest. Maar het mooiste is wel de roep. Een van de mooiste geluiden van het wad. Een melancholische roep die je al van ver herkent. Zonder de wulp is het slik van Oosterschelde en Waddenzee maar leeg en steriel.  Lees verder De wulp in Nederland

Het verhaal achter het filmpje ‘Let’s have a break’

Aan ‘regeltjes’ heb ik me nog niet gehouden bij het filmen van mijn objecten. Maar het dringt wel langzaam maar zeker tot me door dat een doordachte keuze tot beter resultaat leidt. Neem nu bijvoorbeeld deze drieteenstrandlopers. Ze rusten uit op het talud van de Brouwersdam. Gemakzuchtig als ik was filmde ik ze eerst vanuit mijn auto. Deur open, statief op de grond en ik zittend op de drempel. Dat leverde weliswaar een aardig perspectief op van drieteentjes met daarachter opspattend water, maar om nu te beweren fraai…

Perspectief op ooghoogte

Gelukkig kwam er net een andere vogelaar aanhobbelen. Een dame met enorme lens. ‘Je kunt er wel naar toe hoor,’ raadde ze me aan in het Zeeuws. Zo gezegd zo gedaan. Wij schuifelen naar beneden, camera’s in de aanslag en de zon achter ons. En jawel, de drieteenstrandlopers bleven netjes zitten. Ik had mijn droogpak weliswaar niet aan, maar koos ervoor om net boven de vloedlijn mijn camera op een steen te plaatsen. Ik geloof dat je dat het kikkersperspectief noemt en anders wel ‘perspectief op ooghoogte’. Ik ben niet zo van de theorie, ik pruts vaak maar wat. Dat leverde me afgelopen vrijdag ook deze foto van de drieteentjes op. Eigenlijk per ongeluk, want ik wilde niets anders doen dan mijn lens scherpstellen. En opeens was daar dus deze foto.  Lees verder Het verhaal achter het filmpje ‘Let’s have a break’

keep 2 sjaak huijer

Keep en vink op de Brouwersdam

Noem mij geen keep-deskundige. Vanaf het moment dat ik op mijn twaalfde begon met vogels kijken, heb ik welgeteld vijfendertig jaar moeten wachten op mijn eerste keep! Bespottelijk lang. Heb ik niet genoeg gezocht naar deze wintervogel? Of komt hij op mijn geboorte-eiland Tholen niet of nauwelijks voor? Of pure laksheid dat ik nooit naar vinken omkijk? Hoe dan ook, vorige week was het voor de eerste keer raak: kepen in het vizier.

Lees verder Keep en vink op de Brouwersdam

De paarse strandlopers op de Brouwersdam

Ze zijn er weer. Ik heb het met eigen ogen aanschouwd en het valt niet te loochenen: de paarse strandlopers. Op de Brouwersdam, waar ik gisteren plat op het talud lag om ze te filmen. En dat viel nog niet mee. Anders dan op de Zuidpier van IJmuiden zijn de paarse strandlopers op de Brouwersdam nog behoorlijk schuw. Niet zo schuw als een wulp, maar toch. Op de Zuidpier ben ik gewend dat paarse strandlopers zich tot een paar meter laten naderen. Nou, dat is op de Brouwersdam niet het geval. Dat zal vast komen doordat er soms onverlaten met honden of op mountainbikes over het talud denderen. Dat maakt zelfs de meest tamme vogels kopschuw.

Maar toch. Met een redelijke lens haal je ook op de Brouwersdam de paarse strandlopers dichtbij. Voorzichtig, voetje voor voetje in slow motion het talud afdalen. Geef de vogels in de buurt de gelegenheid om zich langzaam uit de voeten te maken. Rotganzen vliegen heus zo snel niet op. Mits je ze maar omzichtig benadert. Vliegt de boel op, dan vliegen ook de minst schuwen op. Want reken maar dat de scholeksters een alarmkreet over het water laten rollen. En dat alarm is zo aanstekelijk dat de hele bende zonder aarzelen opvliegt en zich uit de voeten maakt. Strijken ze een eindje verder neer, dan kost het je extra moeite om ze opnieuw te benaderen. Je bent voor de vogels nu de verpersoonlijking van het kwaad. En dat gaan ze het liefst maar uit de weg. Vertrouwen winnen kost nu extra tijd. Lees verder De paarse strandlopers op de Brouwersdam

Scholekster of kokkelkluut?

De scholekster is een doodnormale vogel langs de Hollandse kust. Of liever: zou hij moeten zijn. Het gaat namelijk niet goed met de scholekster in ons land. In twintig jaar tijd is het aantal broedparen in ons land flik achteruit gelopen. Een halvering van de stand zelfs. Dat zal niet alleen te maken hebben met de kokkel- en mosselvisserij. Want die zijn juist verder gereguleerd, maar het aantal broedparen neemt nog niet echt toe. Een andere factor, misschien nog wel veel belangrijker, zal de intensieve landbouw zijn. Want de scholekster is naast kustvogel ook weidevogel. En juist met de weidevogels gaat het ook bar slecht.

Is scholekster een gelukkige naam?

Is ‘scholekster’ wel zo’n gelukkige naam voor de zwart met witte vogel die zich siert met oranje snavel en dito poten? Een ekster is een tuinvogel met een lange staart. Een lid van de familie der kraaien. Nu deelt de scholekster wel dat zwart-wit met de ekster, maar dat vind ik te weinig. Een zeekoet is ook zwart-wit en heet toch ook geen zee-ekster? En hetzelfde geldt voor de ooievaar. Hoe het ook zij, de scholekster is bepaald géén kraai en dus ook geen ekster! Het tweede deel in de naam valt dus als eerste af. En dan het eerste deel. Dat ‘schol’. Wat moeten we daar nu mee? Wij Nederlanders houden zoveel van schol, dat er pas zelfs een boek over de schol verscheen. Maar een scholekster eet geen schol. Zou een dode schol aanspoelen (kleine kans want krabben weten wel weg met een vissenlijk), dan loopt hij er met een grote boog omheen. Op zoek naar schelpdieren en zeepieren. Lees verder Scholekster of kokkelkluut?