De beelden spreken voor zich:
De beelden spreken voor zich:
Kleine zwanen. Jaarlijkse wintervogels in de Alblasserwaard. Maar heb ik het mis dat er dit jaar minder kleine zwanen in de waard bivakkeren? Afgelopen zondag deed ik een rondje door de Alblasserwaard. Daar waar ik op de gekende locaties kleine zwanen vermoedde, bleken knobbelzwanen te zitten. Bij Ottoland zag ik een prachtige familie wilde zwanen. Maar tot dat moment geen kleine zwanen.
En toen nam ik bij Brandwijk in Polder Gijbeland de bocht en zag ik weer een groep knobbelzwanen. Aardig dicht bij de polderweg. En daarachter, jazeker, kleine zwanen met hun kenmerkende geel met zwarte snavel. De derde zwanensoort die dag! En ook de kleine zwanen zaten niet ver van de weg vandaag. Lees verder Kleine zwanen in Polder Gijbeland
Veel mensen zullen na het zien van deze video zich afvragen wat er nu zo dramatisch aan is. Er gebeurt hoegenaamd niets. Ja, er loopt een grutto door een weiland. Op het laatst roept hij enigszins klagelijk, maar dat klagelijke is wellicht iets dat wij mensen erin horen. Een grutto die pas uit Afrika is teruggekeerd roept ook zo en dan zeggen we dat het een blij geluid is. Dat geluid is dus niet zo dramatisch. Wat dan wel?
Deze opname maakte ik vlak voor onze vakantie, eind april dus. De week dat het nog guur en nat was. En die dag had de boer het weiland waar deze grutto in loopt, gekortwiekt. Koeien eten gras en aangezien koeien niet altijd in de wei lopen, moet er gras worden geoogst. Liefst zo vroeg mogelijk in het seizoen, want dan kan er later in het jaar nog één of twee keer worden gemaaid. Deze grutto had hoogstwaarschijnlijk een nest in het hoge gras. Maar evenals gras zijn ook grutto-eieren niet bestand tegen de mechanische maaier van de boer. Weg nest, weg nakomelingen. Albert Beintema, auteur van het boek De grutto, verzuchtte het al: als hij eind april de boeren ziet uitrijden, dan weet hij dat die dag een slachting wordt aangericht. Onder grutto’s, die in totaal minimaal tienduizend kuiken moeten grootbrengen om de soort te behouden. En die vorig jaar alles te samen niet meer dan vierduizend kuikens groot brachten.
De koning van deze weide bij Brandwijk is onttroond. Hij roept, maar krijgt geen antwoord.
Na afloop van de felle hagelbui filmde ik dinsdag deze purperreiger. Terwijl de ooievaar de ene na de andere worm of andere prooi verschalkte, zag ik de purperreiger niets vangen. De prooidieren lagen letterlijk voor het oprapen, maar de purperreiger liep er doodgemoedereerd aan voorbij. Ik vraag me dan eerlijk gezegd af waarom. Heeft hij alleen oog voor kikkers en visjes? Of is hij bijziend? Een andere vraag is waar deze purperreiger gaat nestelen. Hij kan uit het westen komen, uit molengebied bij Kinderdijk. Hij kan ook van de andere kant zijn gekomen vanuit de befaamde Zouweboezem. In beide gebieden huist een kolonie purperreigers. Ze zwermen uit over de hele Alblasserwaard. Purperreigers zijn met de ooievaar en grutto een van de meest karakteristieke vogels van deze streek.
April doet wat hij wil, en dus trotseerde een ooievaar bij het dorpje Brandwijk een felle hagelbui. Het gras was juist gemaaid en dat maakte het vinden van prooidieren een stuk eenvoudiger. De ene na de andere worm werkte hij naar binnen. Ik filmde ook een grutto die een beetje verweesd over de grasmat drentelde. Het zal toch niet de eerste grutto zijn waarvan het nest kapot is gemaaid? Ik ben er eerlijk gezegd niet zo gerust op. Of riep hij zo klaaglijk omdat hij in de ooievaar een niet gering gevaar zag. Ook dat kan ik begrijpen, want de minuten dat ik de ooievaar volgde, bleek hij een enorme veelvraat. Een paar jaar geleden heb ik voor Uitgeverij KNNV eens als proef het prentenboek Zeg kleine ooievaar wat vlieg jij ver aan boekhandels verkocht. Een leuk en leerzaam prentenboek voor kinderen vanaf vier jaar. Het mooie van dit prentenboek is dat ooievaars in een natuurlijke setting worden geplaatst, en dat hun gedrag ook echt typisch ooievaarsgedrag is en niet zomaar van dit onzinnige gedoe waarmee dieren zich in veel prentenboeken bezig houden.