Wie aangeeft dat hij op Nederlands grondgebied een rotsvlinder heeft gezien, zal door een menigte van vlinderliefhebbers worden bestormd. De laatste waarneming van dit familielid der zandoogjes dateert van 1933. Zeven maal werd hij binnen onze landsgrenzen gezien. Waarschijnlijk in Limburg, want die provincie ligt nu eenmaal het dichtst bij de Ardennen en Eifel waar de rotsvlinder wel voorkomt. Ik zag ‘mijn’ rotsvlinders in de Haute Savoie in Frankrijk en in het Pitztal te Oostenrijk.
Uiterlijk
De rotsvlinder is een bruine vlinder met schitterende oogvlekken. Bekijk hem maar eens goed. Zwarte vlekken met een witte kern. De oogvlekken staan in oranjebruine cellen. Het is trouwens een relatief grote vlinder. In het veld niet heel opvallend, maar als je hem eenmaal ziet, dan is het genieten.
Leefgebied
De rotsvlinder heet niet voor niets zo. Bloemrijke berg- of heuvelhellingen zijn het leefgebied. Daar zijn rotsen en steenachtige plekken nooit ver weg.
Vliegperiode
De rotsvinder kun je van mei tot september zien. In die periode vliegen twee generaties die elkaar opvolgen. De ene generatie sterft, de andere kruipt uit ei en cocon.
Gelijkende soorten
De rotsvlinder zou je kunnen verwarren met de argusvlinder. Ook de argusvlinder is een prachtige soort. De argusvlinder heeft echter veel meer oranjegeel op de bovenzijde van de vleugels. Raadpleeg je vlindergids en je ziet de verschillen in één oogopslag.