Een bijzondere wintergast die rotgans. Hij overwintert van september tot diep in mei in de Zeeuwse delta. Daarna vliegt hij in rap tempo naar het poolgebied. Daar worden snel eieren gelegd, uitgebroed en het jonge grut groot gebracht en dan: snel terug naar de Zeeuwse kust.
Hij foerageert op de schorren en slikken van de Oosterschelde. Als het vloed is zoeken ze ook voedsel op grasveldjes zoals hier op de Philipsdam. Jong en oud loopt door elkaar. Oud heeft een egaal grijze rug; jong heeft er witte strepen. Dit jaar was een goed broedjaar, dus ook veel jong.
De harde wind maakte een goede geluidsopname onmogelijk. Die schade halen we in. De rotgans, het geharde kleine gansje dat overal ontberingen moet doorstaan, is een van mijn favoriete vogels.