Een tijdje geleden sprak ik een van de molenaars in Kinderdijk en die vertelde me dat een roodborsttapuit vorig jaar zorgde voor een toeloop van vogelaars. Een roodborsttapuit bij de Hoge Molen was kennelijk bijzonder genoeg om een massa mensen in de benen te krijgen. Afgelopen zaterdag zag ik een roodborsttapuit in de Biesbosch. Geen enkel ander mens die hem zag, dat kon ook moeilijk, er was verder niemand. Volgens mijn vogelgids is het zo bijzonder niet dat je een roodborsttapuit in de winter ziet, maar dit was mijn eerste. Duidelijk in winterkleed, eenzaam in een hoekje aan het water. Af en toe dook hij in het gras, waarschijnlijk om een insect of worm te verschalken. Om daarna terug te vliegen naar een uitkijkpunt. Een struikje, een verdroogde berenklauw of een paar afgekloven takken. Dat afkluiven was het werk van de twee paarden die er sjokten. Daar kwamen ook de gewenste mensenmassa’s niet op af, getuige het feit dat ze beide hun edele hoofd zowat door het autoraampje duwden en smeekten om aandacht. Geen mens die naar de stumpers omkeek, ook ik niet, want er zat een roodborsttapuit.