recensie oek de jong zwarte schuur

Recensie: Zwarte schuur, Oek de Jong

Voor een kennismaking is het nooit te laat. Hoewel, als een boek je bevalt… dan had ik wel eerder willen kennis maken met de auteur. Dit overkwam mij met Zwarte schuur, de nieuwste roman van Oek de Jong. Nooit overwoog ik om een roman van hem te lezen, hoewel romans als Pier en oceaan en Horkwerda’s kind toch met de nodige tamtam worden gelanceerd. Eigenlijk was het mijn moeder die me overhaalde om de nieuwste roman van Oek de Jong te gaan lezen. Toen ze vertelde dat Zeeland het decor van de roman is, was ik om. Deze vuistdikke roman moest ik ervaren…

De gevierde kunstenaar Maris Coppoolse, een prachtige Zeeuwse achternaam, exposeert in het Stedelijk. Hoewel hij niet graag in het middelpunt staat, geniet hij van de aandacht. Zijn vrouw Fran geniet iets minder. Aan alles is duidelijk dat er spanning staat op de relatie tussen kunstenaar en eigenaar van een hoog gewaardeerd restaurant. Maar toch, er wordt gefeest tot diep in de nacht. En dan weet je: de kater wordt straks met kracht opgediend. Wat heet, Coppoolse blijkt een problematische jeugd te hebben gehad. Een goeie vader en een veeleisende moeder. Maris die op de zeedijk door drie jongens in elkaar werd geramd. Maris, een jongen die liefst de eenzaamheid opzocht, maar zich liet inpalmen door een meisje uit het dorp. Het werd haar noodlot, want op een kwade dag palmt ze haar vriendje in die in zijn onmacht een verkeerde beweging maakt. Dat kun je op de begane grond nog wel doen, maar staande op een schuurzolder kan dat een dodelijke smak betekenen. Het ventje slaat op de vlucht, wordt natuurlijk opgepakt en dient zijn straf uit. Het gezin Coppoolse verlaat de provincie en verhuist naar het verre Rotterdam om een nieuw bestaan op te bouwen.

recensie oek de jong zwarte schuur

Wonderwel komt Maris redelijk ongeschonden uit zijn jeugd. Hij bouwt een bestaan als kunstenaar op. En dat legt hem geen windeieren. Hij schildert in Amsterdam, vijf jaar in New York en keert dan weer terug naar zijn atelier in Amsterdam. Aan aandacht van vrouwen geen gebrek. De lijfelijke omgeving tussen Maris en zijn geliefden wordt op vele bladzijden bloemrijk beschreven. Meestal zijn het vrijages die de moeite van het noemen niet waard zijn, ik bedoel, het gaat er redelijk gewoontjes aan toe in de bedden van Maris. Op een enkele keer na, natuurlijk. Op die momenten bracht Zwarte schuur me zowaar nog aan het lachen ook.

Ondertussen staan de hoofdpersonen in Zwarte schuur strak van het schuldgevoel. Maris leven wordt overschaduwd door het voorval in de zwarte schuur van boer Fraanje. Fran heeft een schuldgevoel opgebouwd jegens Stan, haar dochter. Thijs lijkt niet gebukt te gaan onder een schuldgevoel. En tussen Maris en Fran loopt het na twintig jaar huwelijk ook niet meer heel soepel. De relatie lijkt knarsend vast te lopen. Volop tragiek dus in deze roman.

Zwarte schuur is vooral het verhaal van Maris. Hoe hij na de dodelijke smak van het meisje op de vlucht sloeg. Hoe hij Fran ontvlucht als zij zich van hem afsluit. En hoe hij zijn jeugd en eerste jaren als kunstenaar doorkwam, inclusief een vijf dagen durende romance met een heroïne-hoertje, dat helaas aan een overdosis bezwijkt. Maris die gefascineerd is door alles wat lelijk is, aangetast, gebocheld en uitgemergeld. Er sijpelen religieuze elementen in het verhaal als Maris een lange autorit overheeft voor het zien van het Isenheimer altaar, het bekendste werk van Grünewald. Diens vertolking van de kruisiging bevat inderdaad alle duistere elementen die Maris tot leven brengen.

Nu en dan zwenkt het perspectief en schrijft Oek de Jong plots uit het perspectief van Fran. Deze hoofdstukken zijn korter, fragmentarischer. Alles in Zwarte schuur lijkt om Maris te draaien, de gevierde kunstenaar die zichzelf terugzag in een interview in een tijdschrift. Een interview waarin vrienden en bekenden terugblikten op dat afschuwelijke voorval. Buiten Fran wist vrijwel niemand in zijn omgeving van dit duistere verleden. De held valt van zijn sokkel, zo zou je denken.

Maar dat valt mee. Hierboven gebruikte is het woord tragiek al. Op de keper beschouwd is Zwarte schuur geen tragedie. Daarvoor loopt het verhaal te goed af. Fran en Maris overleven hun huwelijkse crisis wonderwel. Deze wending kwam wat mij betreft te snel, te glad. Die had ik niet zien aankomen. Ik dacht aldoor dat er nog wel eentje het leven zou laten, en vroeg me voortdurend af wie dan wel. Maar dat valt mee. Het gezinnetje haalt de laatste bladzijde, zelfs met een uitbreiding erbij. De hoofdpersoon lijkt dan wel kopje onder te gaan in de dynamiek van de tijd en in zijn val mensen mee te sleuren, maar zo tragisch wordt het niet. Zwarte schuur is geen tragedie met zijn bijbehorende katharsis. Ook geen zwarte roman waarin de hoofdpersonen ten onder gaan aan het leven. Het is een verhaal over schuld. Schuld die weliswaar lang en zwaar op de hoofdpersonen drukt, maar ook schuld die als de dikke ochtendmist haast als vanzelf oplost in de opgaande zon.

Zwarte schuur / Oek de Jong / Atlas Contact / als paperback en als e-book