Stadstuinieren schijnt steeds populairder te worden in de stad (of is het een mythe die door de media wordt gevoed?). Zelf woon ik in Alblasserdam, iets tussen een groot dorp en een klein stadje in, maar behoorlijk landelijk. Ik kan deze trend dus niet met eigen ervaringen staven. Wel zie ik de laatste tijd veel boeken over stadstuinieren verschijnen. Die zullen toch wel in een behoefte voorzien, neem ik aan? Anders worden ze niet uitgegeven. Het Zakboek voor de stadstuinier van de bekende tuindokter Jean Vanhoof is een van de nieuwste boeken. Verbluffend hoe deze Vlaamse tuindokter met de meest simpele dingen een tuin begint. Aan een paar lege colaflessen heb je al voldoende!
Creatief. Ik hoef niet lang na te denken hoe ik het Zakboek voor de stadstuinier van Jean Vanhoof in één woord zal typeren. En als ik twee woorden moet kiezen, dan: verbluffend creatief. Zelf huurde ik in een grijs verleden een stuk moestuin van ongeveer tweehonderd vierkante meter. Voor een huishouden van vier personen veel te veel en niet te onderhouden. Een vermaning van de tuindersvereniging was het abrupte einde van onze carrière als moestuinier. Had ik dit zakboek maar eerder in handen gehad! Dan hadden we aardappelen gekweekt in een kuip. Of een verticale tuin gebouwd van pallets. Gewoon in ons betonnen tuintje van vijf bij vijf meter. Of slaplanten op laten groeien in kapot gesneden pet-flessen. Als Jean Vanhoof in zijn Zakboek voor de stadstuinier één ding bewijst, dan is het wel dat je nauwelijks ruimte nodig hebt om te kunnen tuinieren. En hoge investeringen hoef je ook al niet te doen. Daarom is dit ook zo’n goede gids voor stadsbewoners met een kleine tuin of zelfs helemaal geen tuin. Plant eens een kiwistruik tegen je zonnige gevel. Mandenvol kiwi’s kun je oogsten. Hetzelfde geldt voor klimbonen.
Heb je een balkon, fraai dit dan eens op door een emmer op te hangen. Boor een flink gat aan de onderkant en plant er een kleine kerstomaat in. Op zoek naar het licht zal de plant zich door het gat in de bomen wringen en zie daar: je hebt opeens een hangende plant aan je balkon die nog lekkere tomaatjes oplevert ook. Wie smult er nu niet van die kleine tomaatjes? In de Rotterdamse Markthal staat zelfs een kraam die is gespecialiseerd in kersttomaatjes. Minutieus legt Vanhoof uit hoe je de emmer prepareert. Daarbij zijn de foto’s een lust voor het oog. Geen wonder, want fotograaf Veronique De Walsche is niet de minste. Haar reportages worden in magazines in binnen- en buitenland gepubliceerd. Het Zakboek voor de stadstuinier is niet alleen heel leesbaar, het is ook fraai vormgegeven.
Het is bovendien een erg kloek zakboek. Kun je een boek van dit formaat eigenlijk wel een zakboek noemen? Had het niet gewoon een handboek genoemd moeten worden? Ach, wat doet het er toe. Op zijn Hollands gezegd: je krijgt echt waar voor je geld. Ik weet zeker dat je door de aanschaf van dit boek veel geld gaat besparen. De auteur geeft bij tal van creatieve vindingen weliswaar aan dat je het idee ook kant-en-klaar in de winkel kunt kopen, maar doet telkens ook voor hoe je uit goedkope of gratis materialen zelf aan de slag kunt. Met name dat kweken in pet-flessen vind ik een vondst hoor. Op een vierkante meter kun je als stadstuinier ontzettend veel realiseren. Lees dit boek en je raakt verslaafd aan het kweken van je eigen groenten en kruiden zelfs al heb je geen tuin of slechts een minituin.
Zakboek voor de stadstuinier / Jean Vanhoof / Lannoo / paperback
