‘Plotseling dook hond Tobber in elkaar, de staart zo ver mogelijk onder zijn buik, de oren plat. Hij maakte zich zo klein mogelijk en gaf geen kik.’ Een seconde later zag bioloog Roelke Posthumus de grijze wolf ook, tijdens een wandeling in Noorwegen. Haar interesse in wolven was gewekt, en een zoektocht begon. Het resultaat heb ik zojuist uit: haar boek Wolf. De terugkeer van een jager. Een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd in wolven en de terugkeer ervan in de Lage Landen.
Om er maar meteen mee te beginnen: de kracht van Wolf. De terugkeer van een jager zit hem wat mij betreft in de combinatie van bewondering en respect voor de wolf en in de kritische distantie die de auteur in acht neemt als het gaat om beelden die inmiddels algemeen aanvaard lijken te zijn. Dat het boek ook nog eens met een heel soepele pen is geschreven, maakt het boek er nog sterker op. Kortom: heerlijk leesvoer voor geïnteresseerd is in de wolf!
Om met de interesse en het respect voor de wolf te beginnen. Om te ontdekken en te begrijpen wie of wat de wolf is, verhaalt Roelke Posthumus van talloze ontmoetingen met de wolf. Het begin is triest: de Noorse rendierhouder Harry Sotkajearvi die in 1980 zonder plichtplegingen een enorme wolf doorschiet. En dat was groot nieuws, want in 1941 was in Noord-Noorwegen de laatste wolf geschoten. Je leest vervolgens over enorme pootafdrukken in de sneeuw, over wolven die jagen op vossen, hazen en elanden. Nee, dat levert niet altijd de meest humane verhalen op, maar een wolf is tenslotte geen mens, hoezeer de geschiedenis van wolf en mens ook in elkaar verstrengeld zijn en op bepaalde punten erg op elkaar lijken. De wolf blijkt een enorme schrokop te zijn. ‘Zwelgen is zijn ding,’ lees ik ergens. Sterker nog: ‘Het speeksel loopt hen al in de bek zodra ze een prooi zien.’ En dan begrijp je dat een wolf niet in alle gevallen wacht met eten tot hij zijn prooi naar de andere wereld heeft geholpen…
Mooi vind ik het hoofdstuk over de jagende wolven. Posthumus onderzocht talloze gedocumenteerde verhalen over de wolvenjacht. Het zijn waar gebeurde verhalen die zij soms letterlijk overneemt. Het levert spannende verhalen op van wolven die jagen op elanden, rendieren, sneeuwhazen, reetjes en everzwijnen. Zelfs de imposante muskusos (nee, geen rund maar een uit de kluiten gewassen geit heb ik van Posthumus geleerd) is niet altijd veilig voor de wolf. Maar niet elke aanval resulteert in het voor de wolf gewenste resultaat. Verre van zelfs. De meeste aanvallen zijn voor niets. Nee, een eland geeft zich in de regel niet zonder verzet op en kan gevaarlijk uithalen naar een wolf. En een sneeuwhaas zal proberen de wolf met een snelle sprint van zich af te schudden. De ene keer wint de wolf, de andere keer het prooidier. Maar dat de wolf op afstand kan ruiken (en zien) hoe de conditie van zijn gewenste prooi is, is natuurlijk wel in het voordeel van de wolf. Zo kan hij op afstand bepalen welke dieren ziek of zwak zijn. Om die als eerste te vangen.
Beslist leuk is ook het hoofdstuk over de zintuigen van de wolf. Vooral dat over het huilen vond ik interessant. Over de betekenis en de functie van wolvengehuil is nog heel veel onduidelijk. Het lijkt erop dat wolven huilen om onderlingen conflicten te voorkomen, of om een geschikte partner te vinden. Maar hoe betoverend wolvengehuil ook is, het draait in een wolvenleven vooral om de reuk. ‘Een halfblinde, dove wolf met een afgesleten gebit en een overslaande stem heeft het al moeilijk genoeg, maar door stilletjes op verlaten slachtplekken rond te scharrelen kan hij nog een marginaal leven leiden. Zonder reuk overleeft hij nog geen week.’
Onderzoek in Yellowstone National Park toont aan dat de meeste jachtpartijen door wolven starten met het oppikken van de lucht van een prooidier. Een van de onderzoekers constateerde zelfs dat een roedel wolven een elandkoe met twee kalveren al op meer dan twee kilometer afstand rook. Ook in het gedrag tussen wolven onderling speelt reuk een cruciale rol. De reuk zegt (bijna) alles over de conditie, sekse, de sociale status, leeftijd, emotionele toestand en het dieet van een wolf.
Is de biodiversiteit gediend met de herintroductie van de wolf? Veel natuurbeheerders die pro herintroductie van de wolf zijn, gebruiken dit argument. Al in één van de eerste hoofdstukken wordt dit argument echter aardig genuanceerd. ‘Het effect bestaat wel, maar de invloed ervan wordt zwaar overdreven.’ Dat vind ik nu de aangename kritische distantie die ik aantref in Wolf. De terugkeer van een jager. De ideeën van voor- en tegenstanders van terugkeer van de wolf worden op hun merites beoordeeld en soms bijgesteld. Wolven hebben vooral voldoende voedsel nodig, lees ik. En als ze dat kunnen vinden in de wildernis, dan is het prima. Maar wolven hebben daar de wildernis niet perse voor nodig.
De wolf in de Lage Landen, ook een heikel thema. Dit jaar heeft een wolvenpaar zich op de Veluwe voortgeplant, voor het eerst sinds tientallen jaren. Ik vind dat een prachtige ontwikkeling, de auteur ook. Toch is het goed om ons te realiseren dat veel mensen het niet zo hebben op de wolf. Kunnen onze kinderen nog wel buiten spelen, is een vraag die sommigen bezig houdt. Een terechte vraag, want dat wolven zich soms vergrijpen aan een mens, dat is ook realiteit, hoewel wel een uitzonderlijke realiteit. Vrijwel altijd is er sprake van een combinatie van noodlottige factoren. En, nuanceert Posthumus: honden, teken, herten en andere dieren maken jaarlijks veel meer slachtoffers dan wolven. Waarom soms zo’n hetze tegen de wolf? Dan blijkt het imago van de wolf hem helaas in de weg te zitten. De praktijkvoorbeelden in Noorwegen laten zien dat de herintroductie van de wolf niet vanzelfsprekend op draagvlak van de bevolking kan rekenen. Goed om deze casussen uit het buitenland ook te lezen, want daar kunnen overheden en natuurorganisaties lering uit trekken. Waarbij een belangrijk thema is: de bescherming van schapen en koeien. En: hoe je je het beste kunt gedragen als je onverhoopt een ontmoeting zou hebben met een wolf. Daar hoop ik trouwens vurig op. Wat zou ik graag een wolf voor me op zien duiken! Posthumus adviseert om op dat moment smartphone en andere techniek te laten voor wat het is en te genieten van het moment. Nou, daar ben ik het dan een keer niet met haar eens. Ik stel me zo voor dat ik evenals haar hond Tobber in elkaar zal zakken, om mijn statief uit te vouwen en voorzichtig als ik kan, stil als een muis, mijn camera zal richten en aanzetten.
Ik zie ernaar uit, want dat de wolf een geweldig dier is, dat blijkt wel uit het boek Wolf. De terugkeer van een jager. Dit met veel liefde en compassie voor deze viervoeter geschreven boek beveel ik hartelijk aan. Een soepel geschreven boek waarin je de wolf ontmoet zoals hij is. En waarin je bovendien leest over de interactie tussen mens en wolf en hoe we met dit fascinerende roofdier onze leefomgeving kunnen delen.
Wolf. De terugkeer van een jager / Roelke Posthumus / Uitgeverij Noordboek / hardcover