Gisteren besprak ik van het schrijversduo Peter Koudenhoven en Barbara Peters het fraaie boek Wildplukken: eetbare planten. Vandaag gaat mijn aandacht uit naar hun andere boek, even fraai en lekker met als titel Wildplukken: de alternatieve fruittuin. Want wie eetbare planten oogst in de natuur, die laat zijn begerige ogen vast ook op wilde vruchten en zaden vallen, nietwaar?
Het boek Wildplukken: de alternatieve fruittuin heeft grotendeels dezelfde indeling als Wildplukken: eetbare planten. Eerst wat algemene informatie en dan over naar de wilde vruchten en zaden. Om maar met die algemenere informatie te beginnen: wat is leuker dan met kinderen de natuur ingaan om wilde vruchten en zaden te oogsten. Geef ze een eigen emmertje om te vullen of laat ze achteraf hun eigen oogst koken en bereiden. Dit zijn zomaar een paar ideetjes om je (klein)kinderen te motiveren mee te gaan. En zie daar op pagina 9 de twee bemodderde laarzen onderste boven hangen op een gepentekende kapstok. De auteurs weten je precies uit te leggen hoe je je vieze laarzen na het wildplukken het beste kunt opbergen.
Peter Kouwenhoven en Barbara Peters hebben ook in Wildplukken: de alternatieve fruittuin oog voor dieren die je tegenkomt tijdens het wildplukken. Dit keer staan ze stil bij concurrenten. Vogels, insecten en zoogdieren die het op dezelfde vruchten en zaden voorzien hebben als jij. Van merel en kramsvogel weten de meesten wel dat ze dol zijn op appels en peren (in enigszins rottende toestand), maar dat ook vossen en dassen het op fruit hebben voorzien, dat is een leuke verrassing. Wie weet kom je er een tegen op je tocht!
En zo kom je na het lezen van een paar gezellige hoofdstukken uit bij waar het je om te doen is: wilde vruchten en zaden oogsten én bereiden. De auteurs delen de te oogsten vruchten in drie groepen in: Omfietsvruchten (‘een omweg waard, met elk vijf recepten.’), Lekkere vruchten (‘met ieder drie recepten.’) en Mwah vruchten (‘niet de allerlekkerste, maar wel eetbaar. Ieder met een recept.’). Nou, dat ziet er goed uit, je hebt met Wildplukken: de alternatieve fruittuin voor jaren kookplezier in handen.
Omfietsen doen we onder andere voor appels, bramen, frambozen, gewone hazelaar en de gewone vlier. Op de gewone vlier kun je soms de judasoor zien groeien, een bruine paddenstoel. Deze paddenstoel is eetbaar en de auteurs leggen uit hoe deze paddenstoel aan zijn naam kwam. Twee legendes geven hiervoor een verklaring, beide hebben te maken met het verraad van Jezus door Judas Iskariot. Het schijnt dat van de laatste een van zijn oren is afgerukt en in een vlierstruik is geworpen. Eet smakelijk mocht je deze paddenstoel vanavond op je dinerbord ontdekken.
Lekkere vruchten zijn er gelukkig ook in overvloed. Van aalbes tot appelbes en bosbes. Ook de duindoorn schijnt een lekkere bes voort te brengen. Ik kom regelmatig in de duinen, maar heb nog nooit de proef op de som genomen door een oranje besje te nuttigen. Je kunt er volgens de auteurs heerlijke duindoornpannenkoeken mee bereiden. En als je dan toch bezig bent, een sleedoornlikeurtje is ook erg lekker. Pluk een aantal pruimpjes van de sleedoorn en bereid ze op de wijze van Peter Koudenhoven en Barbara Peters. Het duurt wel even voordat je de likeur kunt nuttigen, pas na drie maanden is ze klaar voor consumptie.
Ach ja, dan heb je natuurlijk ook nog vruchten die je plukt bij gebrek aan andere. De besjes van de meidoorn bijvoorbeeld, de schijnaardbei en wilde lijsterbes. Ik sta werkelijk versteld van de leuke en aantrekkelijke recepten die de auteurs ook bij deze vruchten en zaden geven.
Om te voorkomen dat je tijdens het wildplukken ook giftige soorten meesmokkelt, sluiten de auteurs af met een hoofdstuk waarin ze giftige vruchten en zaden beschrijven. De besjes van de maretak bijvoorbeeld, of de zaden van de paardenkastanje (die geen familie is van de tamme kastanje). Een welkome aanvulling, zeker wanneer je met enthousiaste kinderen het veld in trekt. Die hebben soms de neiging hun emmertjes met van alles en nog wat te vullen.
Helemaal op het einde vind je handige registers met namen van vruchten en zaden en de recepten die je verspreid in het boek vindt. Handig ingedeeld naar genre trouwens. Dranken, jam en confituren, hoofdgerechten en nagerechten bijvoorbeeld.
Ach, wat een tekst toch allemaal. Je moet Wildplukken: de alternatieve fruittuin vooral zelf in handen hebben. Het boek oogt even aantrekkelijk als de recepten die erin staan. Mooie foto’s en gezellige sfeertekeningen ondersteunen de toegankelijk geschreven teksten. Het is nu helaas winter, volgens de oogstkalender op een van de flappen in het boek is het oogsten van vruchten en zaden in februari een verloren zaak. In mei begint het wildplukseizoen met honingbes ofwel de blauwe kamperfoelie. En dan kunnen we ons tot en met november vermaken met alles wat de natuur ons te bieden heeft.
O ja, ik zou het bijna vergeten: Wildplukken: de alternatieve fruittuin koop je in een plastic wikkel. Grote kans dat je anders de ook zo handige Wildplukkaart, die je er gratis bijkrijgt, zou verliezen.
Wildplukken: de alternatieve fruittuin / Peter Koudenhoven en Barbara Peters / KNNV Uitgeverij / Paperback
Wildplukkaart / Peter Koudenhoven en Barbara Peters / KNNV Uitgeverij / Paperback