Vanaf het moment dat ik mijn eerste boek van Hans Dorrestijn las, het moet Dorrestijns Vogelgids zijn geweest, tijdens een vakantie in Bourgondië, behoort hij tot mijn favoriete natuurschrijvers. Wat een feest om een boek van Dorrestijn te lezen. Onovertroffen zijn beschrijvingen van vogels. En zijn met humor – soms mild, soms zwart – doordrenkte verhalen brengen mij vaak aan het schaterlachen. Lang gedacht dat hij zijn laatste boek had geschreven, tot ik deze week een interview met hem las naar aanleiding van Wensvogels. Een ode aan zijn gevederde sterren, parelende vogelportretten, afgewisseld met persoonlijke verhaaltjes. Het was weer een geweldige leeservaring!
Hoewel de Longlist van de Jan Wolkersprijs 2020 al gesloten is, mag Wensvogels van mij er nog wel op worden gesmokkeld. Gewoon stiekem, niemand die het ziet, en iedereen verrassend als straks blijkt dat het boek nog doordringt tot de shortlist ook.
Het plezier begint al met het lezen van de eerste zin. ‘Maakt vogelkijken gelukkig?’ Wie Dorrestijn kent, weet dat het antwoord twee kanten uit zal gaan. ‘Ja, maar niet altijd, mij tenminste niet.’ En dan komt er natuurlijk weer een verhaal waarin hij uit de doeken doet hoe razend ingewikkeld het vogels kijken kan zijn. Twee vogels, behorend tot dezelfde familie en allebei een kuif. Is het nu een veldleeuwerik of een kuifleeuwerik? Voor Hans blijft het ploeteren in beemd en bos. Gelukkig vliegen er ook nog kruisbekken rond. Nog voelt hij de ademloze verrukking van toen hij naar de rode schoonheid in de boomtop stond te kijken. Verderop in Wensvogels kun je het verhaal in geuren en kleuren lezen. Ik zat er al meteen weer in en herkende in de inleiding weer een ‘authentieke Hans Dorrestijn’.
Eerlijk gezegd ken ik niemand die zulke parelende vogelportretten weet te schrijven als Hans Dorrestijn. Bijvoorbeeld zijn omschrijving van de pestvogel: ‘Neem alleen al de lichtoranje kuif met daaronder een oogmaskertje dat hem een enigszin streng uiterlijk verschaft. Maar met al die gele, witte en rode kleurtjes op vleugel en staart maakt hij een mens toch weer vrolijk.’
Of zijn beschrijving van de kneu waarin hij de twee rode kleurtjes op zijn borst en op zijn voorhoofd beschrijft. ‘Allebei van een heel zacht rood, maar het rood van zijn voorhoofd lijkt net twee graden harder. Ik persoonlijk krijg daar niet zo gauw genoeg van. En dan de wit-zwarte vleugelrand die het kastanjebruin van de vleugels lijkt te onderstrepen.’ Niet vreemd dus dat hij juist het schilderij van de kneu van Elwin van der Kolk kocht toen hij het zag. Van der Kolk is een kunstenaar die bekendheid geniet vanwege zijn vogeltekeningen en schilderijen. Aangezien hij in hetzelfde kleine dorp woont als Dorrestijn kon een ontmoeting niet uitblijven. Ze gingen de onvermijdelijke samenwerking aan: in Wensvogels kom je overal de prachtige illustraties van Van der Kolk tegen.
De verhalen over de wensvogels zijn al top, de persoonlijke ontboezemingen over de samenwerking met Nico de Haan zijn al even warmbloedig als hilarisch. Eindelijk komen we te weten dat Nico en Hans niet in de camper sliepen voor de opnames van hun televisie-programma Baardmannetjes. Ze sliepen elk in hun eigen bed en deden in het programma slechts alsof. Het is toch een fantastisch duo waarbij de één zijn eminente vogelkennis inbrengt en de ander zijn milde humor.
Ook de melancholie heeft een plaats in Wensvogels. Het zijn tenslotte de vogels die Dorrestijn nog graag eens zou willen zien. Maar sommige zijn zo hopeloos zeldzaam dat de kans dat hij ze ooit nog te zien zal krijgen, heel klein is:
‘O, wat zou ik graag ook nog een keer in mijn leven het Hazelhoen zien. Ik ben niet bepaald een kerkganger, maar voor het Hazelhoen ben ik bereid te bidden.’
In hetzelfde verhaal spreekt hij gelukkig ook zijn dankbaarheid uit voor het mogen zien van de Rode Patrijs. ‘Ik ben dankbaar dat de Here God mij dit na een lang en moeilijk leven heeft vergund. De Rode Patrijs.’
Maar lezers die Dorrestijn nu verdenken van al te veel godsvrucht, verwijs ik graag naar het aandoenlijke verhaal over de barmsijs, afgesloten met een gebed tot de Grote Haan: ‘Vervul toch, o Grote Haan, mijn diepste wens: een Barmsijsje van dichtbij zingend… ‘
Geen woord gelogen wanneer ik hier schrijf dat ik heb genoten van deze kleinood van Hans Dorrestijn. Jammer dat ook Wensvogels een laatste verhaal kent. Ergens verzucht de schrijver dat dit zijn laatste boek zal zijn. Nu werp ik toch graag een salvo plagiaatschrift in de strijd om deze verwachting te voorkomen: ‘Vervul toch, o Grote Dorrestijn, mijn diepste wens: nog een bundel vogelverhalen van uw hand in de mijne. Lekker dik en met wederom een prachtig kunstwerk van Elwin van der Kolk op de voorkant.’
Wensvogels / Hans Dorrestijn / Nijgh & Van Ditmar / als paperback en als e-book
Mijn tips voor natuurbeleving en vogels kijken
Met deze tips beleef je de natuur nog intenser en komen de vogels letterlijk dichterbij:
(voor elk budget de drie beste opties) | |
(héél véél keuze, en zelfs met geheel contactloos verblijf en dus veilig!) | |
(voor elk budget een paar opties) | |
(per provincie gesorteerd) | |
(aantrekkelijke planten voor vogels, vlinders en andere insecten) | |
(lees hier mijn tips om spechten, mezen en roofvogels naar je tuin te lokken) | |
(mijn persoonlijke top tien) |