Durven we na de Holocaust, afschaffing van de apartheid en verwerking van de slavernij nog te spreken over rassen? Onbekommerd reppen biologen bij planten en dieren over rassen, maar wie op werk, in café of in politiek domein spreekt over menselijke rassen, die mag rekenen op gefronste wenkbrauwen. Dat klinkt verdacht, indachtig de catastrofale gevolgen die het denken in hogere en lagere rassen in de recente geschiedenis heeft gehad. Midas Dekkers presenteert in zijn nieuwste boek Wat loopt daar? een biologische kijk op rassen met de menselijke rassen als rode draad. Na het lezen van dit boek vroeg ik me beduusd af waarom ik niet eerder een boek van Midas Dekkers heb gelezen. Dit boek is op en top een leesfeest.
Een overweldigende variatie
De natuur biedt een overweldigende variatie aan planten en dieren. Geen wonder, de natuur bestaat bij de gratie van variatie. Voor een bioloog is de mens niets anders dan een dier. Zou voor de mensheid ook gelden dat hij bestaat bij de gratie van variatie? Wie nog maar net is begonnen te lezen in Wat loopt daar? van Midas Dekkers die weet al dat dit een retorische vraag is. Maar natuurlijk bestaat ook de mensheid bij de gratie van variatie! Zonder variatie zijn soorten gedoemd te verdwijnen. Zonder variatie geen selectie en zonder selectie geen evolutie en aanpassing aan gewijzigde omstandigheden. Dekkers schrijft uitgebreid en diepgravend over rassen in natuur en menselijke samenleving. En doet dat met een geweldige dosis ironie die me op vrijwel elke bladzijde aan het lachen bracht. Hier is een geboren verteller aan het woord. Wat heeft mij bezield om nooit eerder een boek van Midas Dekkers te lezen? Gelukkig is het nooit te laat om het goede te gaan doen, en dat was in mijn geval het lezen van Wat loopt daar?
Vreemde mensen bij de vleet
Mensen. Je hebt ze in alle soorten en maten. Je hebt uitgestorven rassen. De Neanderthaler bijvoorbeeld, de Cro-Magnon of de Denovo. De Home Sapiens overleefde ze allemaal, met medenemen van een deel van het genenpakket van zijn uitgestorven neven en nichten. Want Homo Sapiens deed het ook met zijn neven en nichten en dat ging wonderwel goed. Vreemde mensen heb je ook, bij de vleet zelfs. Dat wist men in voorbij eeuwen echter niet en toen de ontdekkingsreizen van de westerse mens eindelijk op stoom raakten, ontdekten de reizigers het ene na het andere volk. In het kielzog van de ontdekkers reisden zendelingen en missionarissen om de pas ontdekte heidenen met het christelijke geloof op te zadelen. Natuurlijk moesten al die volkeren ook in het westen worden getoond en dus voerden ontdekkingsreizigers (en dierenhandelaren!) tal van Nubiërs, Eskimo’s, Vuurlanders, Kalmukken, Amazones, Dinka’s, Indiërs, indianen, Ashanti, Somaliërs, Samaonen, Malabaren, Bischari en bedoeïnen aan om ze tentoon te stellen aan het stadse publiek in westerse contreien. En ondertussen verrichten wetenschappers ook allerlei metingen. Vooral het meten (en verzamelen) van mensenschedels werd populair. Honderdduizenden schedels moeten er zijn gemeten op zoek naar het ultieme antwoord op de vraag waarin menselijke rassen zich van elkaar onderscheiden. Het publiek keek ondertussen de ogen uit het hoofd.
[Tekst gaat onder de afbeelding verder]
Mensen kwalificeren
Het was de befaamde Linnaeus die met planten en dieren ook de mens kwalificeerde. Hij onderscheidde vier vertegenwoordigers (hij gebruikte de term ‘ras’ nog niet): wit, geel, bruin en zwart. Kan het eigenlijk wel, spreken over vier afgebakende rassen? Feitelijk niet, want de grenzen tussen deze vier rassen zijn niet scherp.
Denken over mens en ras
Ondertussen voert Dekkers je mee in de geschiedenis van het denken over mens en ras. In die geschiedenis treden wetenschappers en denkers van allerlei snit op. Terwijl de één (Linnaeus bijvoorbeeld) met integere intenties begint met zijn indeling, daar duiken bij toch gerespecteerde denkers (Hume en Kant) de eerste dubieuze uitspraken op. Wetenschappers bekeken de pas ontdekte volkeren al helemaal met gefronste wenkbrauwen. ‘Bij de eerste voet op vreemde bodem schrokken ook geharde ontdekkingsreizigers terug voor de ‘vreselijke tronies’ van de inheemse bevolking met hun dikke lippen, scheve ogen en vervaarlijke kaken.’ Waar zo veel lelijks bespeurd werd, daar werd ook de lofzang aangeheven over zoveel schoons, vaak van vrouwelijke aard. ‘Uitvoerig werden in etnoporno als Die Rassenschönheit des Weibes van Christiaan Stratz de kwaliteiten van de gracieuze tempeldanseressen, ivoorglanzende ogen in ebbenhouten vattingen en ontluikende borsten van Arabische meisjes geprezen.’ Dit soort passages monden dan weer uit in een zoektocht naar het wezen van menselijke schoonheid.
Over soorten en rassen
Je hebt soorten en rassen. De hond is een soort en de Duitse herder is een ras. De definitie van soort kan zijn: ‘Soorten zijn groepen van daadwerkelijk of potentieel natuurlijke populaties die reproductief van andere vergelijkbare groepen geïsoleerd zijn.’ Oftewel: kun je met elkaar kruisen dan behoor je tot dezelfde soort, mits het nageslacht dat ook weer met elkaar kan. Behoren alle mensen op aarde tot dezelfde soort? Wel, dat mag heus bevestigd worden. ‘Zelden is een experiment zo gretig ondernomen. Nauwelijks geland gingen ontdekkingsreizigers in de zojuist ontdekte landen aan de slag. En jawel, het ging.’ Afrikaan, Aziaat, Europeaan, ze paren allemaal met succes met elkaar. Niet één soort is biologisch gezien hoger of beter, maar daar dachten de slavenhouders natuurlijk anders over. De zwarte medemens behoorde tot een andere soort, natuurlijk een lagere, een legitieme reden om hem beestachtig te behandelen.
Hoe diep zitten de verschillen?
Hoe diep zitten nu eigenlijk de verschillen tussen de verschillende menselijke rassen? Dat blijkt niet heel diep te zijn. We spreken over enkele millimeters. ‘Het lijkt haast haast onmogelijk dat er in een paar millimeter mensenhuid voldoende rasverschillen passen voor een wereldwijd racisme, maar de steen des aanstoots, de kleur, bevindt zich net onder het oppervlak, in het onderste laagje van de opperhuid.’ Op de keper beschouwd zijn alle mensen bruin, de ene licht bruin en de ander haast zwart. En grote groepen anderen een tint ertussen in. De mens blijkt een miljard inktzakjes in zijn huid te hebben. In totaal weegt de inkt in die zakjes bij elkaar nog geen gram, en toch: ‘is het genoeg voor al het gekrakeel tussen de rassen.’ Kanker blijkt één van de krachten te zijn waarom een Afrikaan zwart is en een Europeaan wit. Wie gezegend is met een bruine of zwarte huid heeft actieve inktzakjes met meer en grotere kleurstofkorrels. Die beschermen je tegen de zon die met zijn ultraviolette straling huidcellen behoorlijk kan beschadigen, weet ik tegen wil en dank na een operatie waarbij een melanoom op mijn kruin werd weggesneden. Voor de Scandinaviërs in het hoge noorden zou een zwarte huid ook een uitkomst zijn, want een zwarte huid houdt de warmte vast. Maar de zwarte huid maakt in noordelijke streken ook te weinig vitamine D aan met de Engelse ziekte tot gevolg: vrouwen kregen miskramen vanwege misvormde bekkenbeenderen en kinderen liepen krom vanwege rachitis.
Rassentheorieën
Wie over de biologie van rassen spreekt, kan niet om de meest beruchte rassentheorieën heen. Die komen ook uitgebreid aan bod met de rassenleer van de nazi’s natuurlijk als één van de absolute dieptepunten. Hun verheerlijking van het Germaanse ras en hun minachtig voor het Joodse ras ging op twee punten mank: beide rassen bestaan niet. De Germanen vormen biologisch gezien geen ras, en Joden evenmin. Wie wil ontdekken hoe de cocktail van het denken over rassen vanaf pakweg de achttiende eeuw almaar giftiger werd totdat die cocktail halverwege de twintigste eeuw zijn hoogste toxische waarden bereikte, die moet Wat loopt daar? ook zeker lezen. Het is niet alleen een biologieboek. Hier komen geschiedenis, filosofie, religie en biologie samen. Het ironische is dat wie aan genenanalyse doet, dat die zal ontdekken dat we allemaal een bonte mix aan genen delen, waar ter wereld we ook leven en tot welk ras we ook behoren. De mensheid besloot immers op reis te gaan en zich lekker door elkaar te husselen.
De bastaard
Het laatste hoofdstuk is gewijd aan de bastaard. Werd in voorbije eeuwen (maar nog niet zo gek lang geleden) gedacht dat gestreefd moest worden om het ras zuiver te houden, daar blijkt dat dit biologisch gezien niet houdbaar is. Hoe meer variatie, hoe beter. Bij elke kruising wordt het genenpakket opnieuw geschud, net als bij een kaartenspel. Helaas verdwijnen er ook complete volkeren. De meest geïsoleerde volkeren als eerste.
Op en top een leesfeest
Midas Dekkers vertelt in zijn magistrale Wat loopt daar? het verhaal van de menselijke rassen. Het is een boeiend verhaal, een rijk verhaal en een verhaal met hoogtepunten en een verhaal met dieptepunten zo afschuwelijk diep dat het je gaat duizelen. Knap hoe hij het verhaal van het beladen onderwerp dat het menselijke ras is, zo erudiet en uitputtend beschrijft. Niet minder knap dat hij dit bij tijd en wijle zo zware thema met zijn kenmerkende ironische tussenzinnen toch ook voorziet van aangename luchtigheid. Wat loopt dat? is voor mij op en top een leesfeest.
Wat loopt daar? / Midas Dekkers / Atlas Contact / als paperback