Recensie: Vogels van Europa, Rob Hume

Er ligt weer een nieuwe vogelgids voor me. Een wel héél kloeke dit keer; de vraag is of je deze uitgave wel een ‘vogelgids’ mag noemen. De uitgever presenteert deze uitgave in elk geval iets neutraler als een fotogids die meer dan 900 soorten en 4700 foto’s bevat. De gids Vogels van Europa van de gerenommeerde vogelkenner Rob Hume behandelt alle inheemse vogels van Europa plus alle soorten die er als dwaalgast zijn gesignaleerd. Deze vogelgids maakte indruk op mij en in deze bespreking ontdek je waarom.

Inleidende hoofdstukken

De inleidende hoofdstukken zijn al een prachtige prelude op het echte werk. De informatie die je daar op doet is heel verhelderend. Zelfs voor ervaren vogelaars die misschien nog rondlopen met verroeste informatie in het brein bieden deze pagina’s veel meerwaarde. Denk bijvoorbeeld aan de informatie over de verenkledencategorieën van meeuwen.

Ik pleeg nog te spreken over ‘kalenderjaren’, maar de Vogels van Europa spreekt van ‘1e-winter’, ‘1e-zomer’, ‘2e-winter’, enzovoort. Bij een aantal soorten beeldt de gids deze stadia (in de inleiding ‘verenkleedsequenties’ genoemd) af. Bij de fuut bijvoorbeeld, de roodkeelduiker en de kokmeeuw.

Ook een mooi hoofdstuk in de inleiding is dat over de rui. Ik moest deze informatie aandachtig lezen. Veel informatie was nieuw voor me. Zo worden de vier ruistrategieën die zangvogels inzetten tot in detail uitgewerkt met de bonte vliegenvanger als concreet voorbeeld. De soortpagina’s staat bij elke foto vermeld in welke de periode in het jaar de vogel is gefotografeerd en in welk deel van het jaar hij (of zij) er zo uitziet: het hele jaar of bijvoorbeeld februari tot juli.

Visuele rijkdom

Ondertussen spat de visuele rijkdom van de pagina’s. De foto’s zijn loepzuiver en er is nauwelijks een pagina in de gids te vinden die gespeend is van foto’s. Natuurlijk is in de inhoudsopgave hier en daar een pagina zonder foto’s te vinden, maar je bladert al snel door naar de overzichten van alle vogelgroepen met doorverwijzingen naar de pagina’s met soortbeschrijvingen. Elke vogelgroep wordt weergegeven met samengestelde foto’s van een staande en een vliegende vogel en dat is dan de springplank naar de soortbeschrijvingen.

Als eerste komen de zwanen, ganzen en eenden aan bod. Een tussenpagina verwijst je naar alle pagina’s verderop in de gids waar een zwaan, gans of eend wordt besproken. Op de pagina ernaast wordt nader ingegaan op de leeftijden en ruikleden van deze soortgroepen. En dan sla ik de bladzijde open en vliegen alle soorten zwanen, ganzen en eenden voorbij waarbij de auteurs je wijzen op de onderscheidende details. Zo heeft de kleine rietgans lichtere ondervleugels dan de rietgans en dat is duidelijk te zien.

De rietgans als voorbeeld

Ik blader door naar de pagina over de rietgans en benieuwd als ik ben hoe Robe Hume en zijn mede-auteurs de verschillende (onder)soorten beschrijven. Eerlijk is eerlijk: zo duidelijk als in deze gids heb ik de verschillen nog niet uitgelegd zien worden in andere veldgidsen. Alleen het Handboek Europese Vogels kan zich meten met deze pagina’s en dat is niet vreemd, want de foto’s in Vogels van Europa en het Handboek Europese Vogels hebben dezelfde bron: het Agami Photo Agency. De kleine rietgans kreeg een volledig eigen pagina. De pagina van de rietgans beschrijft vervolgens de Taigarietgans en Toendrarietgans en voorziet deze informatie van fraaie foto’s! Duidelijk is dat het grootste verschil tussen deze twee soorten de snavel is. Ik heb me nooit gerealiseerd dat de toendrarietgans zo’n plompe snavel heeft, veroorzaakt door een bulging van de ondersnavel. Overigens worden de koppen van de drie soorten rietganzen ook nog eens handig onder elkaar afgebeeld. Ook hier geldt weer: het is een visueel spektakel.

recensie vogels van europa rob hume

Een ander voorbeeld: de beschrijving van de rotgans

Wie mijn besprekingen van vogelgidsen kent, weet ik dat ik steevast de pagina’s met de rotganzen bekijk. De rotgans krijgt anderhalve pagina. Eerst lees ik de beknopte en toegankelijk geschreven informatie over uiterlijk en geluid. Het overzichtskaartje geeft de verspreiding in West-Europa weer. In de beschrijving word je al gewezen op de verschillen tussen adult en juveniel en de haarscherpe en grote foto’s van de adult, 1e-winter en het juveniel in juni tot en met november spreken boekdelen. Mooi ook dat tekst en foto’s elkaar zo goed aanvullen en bevestigen. Op de andere pagina stappen de drie ondersoorten voorbij, compleet met korte omschrijving en de opmerking dat naast witbuikrotgans, zwartbuikrotgans en zwarte rotgans ook nog de grijsbuikrotgans op aarde voorkomt, hoewel de taxonomische status van de ‘grijsbuik’ onzeker is.

De kuifduiker

Deze eerste kennismaking smaakt naar meer. Ik bleef dan ook bladeren in de fotogids Vogels van Europa. Over welke soort zal ik nog een opmerking maken? Deze vraag leidt tot keuzestress. Dan toch maar even stilstaan bij bij geoorde fuut en kuifduiker, puur omdat ik in de mei-vakantie in Denemarken stiekem hoop de kuifduiker in zomerkleed te gaan zien. Waanzinnig mooi om de verschillende verenkleden van deze prachtige futensoort afgebeeld te zien, haarscherp en met oog voor details. Ook hier zijn de beschrijvingen beknopt en toegankelijk. Van al te ingewikkelde vaktermen is geen sprake. Wel is het zaak dat je de verschillende coderingen leert begrijpen, maar daar helpt een register je bij.

Indrukwekkend zijn oog de pagina’s met de vliegbeelden van de roofvogels. Trouwens, álle pagina’s van vliegbeelden van welke soortgroepen dan ook, zijn indrukwekkend. Zelfs het overzicht van vliegende kraaiachtigen biedt zoveel visueel spektakel (om deze term maar weer eens te noemen) dat je er lang naar blijft kijken op zoek naar overeenkomsten en verschillen.

Bij de boomkruipers mis ik evenwel aandacht voor de kortsnavelboomkruiper. Deze soort schijnt hier en daar in het oosten van Nederland te broeden. Het was goed geweest om die ook af te beelden, al was het maar omdat de verschillen tussen de boomkruiper en taigaboomkruiper zo subtiel zijn, dat menigeen (waaronder ikzelf) de kortsnavelboomkruiper niet meteen zal herkennen.

De dwaalgasten en exoten

Het hoofdstuk over de dwaalgasten in Europa is ook een lust voor het oog. Deze soorten worden beknopter beschreven en terecht. Soms drie of vier soorten op één pagina, maar altijd weer met die zéér gedetailleerde foto’s met oog voor de kleinste details. Soms worden die details uitvergroot, zoals bijvoorbeeld de beige baan boven de groene spiegel bij de Amerikaanse wintertaling. De dwaalgasten worden per soortgroep beschreven en afgebeeld, te beginnen met de zeldzame grondeleenden, talingen, duikeenden, zee-eenden (bekijk het overzicht met de koppen maar eens, zéér gedetailleerd en helder) tot de zeldzame grote oevervogels, nachtzwaluwen, leeuweriken en Amerikaanse dwaalgasten. Maar dan nog is alles nog niet gezegd, want ook de gevestigde exoten verdienen tenslotte aandacht.

Eenvoudig navigeren

Het korte register in de binnenzijde van de achterflap helpt je om snel door de gids te navigeren. En het register op de flap aan de voorkant legt je de betekenis van de codes op de soortpagina’s uit.

Heeft mijn spiedend en oordelend oog nog iets gemist? Dat zal ongetwijfeld het geval zijn, want de fotogids Vogels van Europa biedt zo’n overdonderende hoeveelheid foto’s dat je erin blijft kijken en als recensent soms niet weet waar als eerste te kijken. Dat is voor de vogelaar natuurlijk anders. Die zal naar de gezochte soortpagina bladeren en dan op zoek gaan naar de kenmerken en verschillen met een vergelijkbare soort. En daar vrijwel zeker het verlossende antwoord krijgen op de vraag welke soort hij of zij in beeld heeft.

Vogelgids: illustraties versus foto’s

Dan nog even stilstaan bij de klassieke vraag in vogelgidsenland: is een vogelgids met tekeningen te prefereren boven een veldgids met foto’s? Lange tijd gaven de meeste vogelaars voorkeur aan een geïllustreerde vogelgids. Dat had er vooral mee te maken dat de kwaliteit van vogelfoto’s lange tijd onvoldoende was om een hoogwaardige vogelgids mee samen te stellen. Ook was het beschikbare aanbod van vogelfoto’s te mager. Want reken maar dat je ontzettend veel foto’s nodig hebt om een gids als Vogels van Europa te vullen met alle mogelijke verenkleden. Maar kennelijk zijn sommige databanken inmiddels ‘tot de rand toe’ gevuld met hoogwaardig fotomateriaal en in elk geval de database van het Agami Photo Agency. Niet gek, want een vogelaar zonder state-of-the-art camera is tegenwoordig een zeldzaamheid. Zou ik vijf jaar geleden nog hebben beweerd voorkeur te hebben voor een geïllustreerde gids (dus met tekeningen), daar kan ik na het beschrijven van Vogels van Europa niet anders concluderen dat ik nu ferm kies voor een vogelgids met foto’s. Wel samengesteld en vormgegeven als deze gloednieuwe gids natuurlijk.

Vogelgids of niet?

Overigens heb ik de vraag nog niet beantwoord of ik deze uitgave wel als een vogelgids beschouw. De gids is namelijk zo’n lijvig boek dat hij minder makkelijk mee te nemen is in het veld. Ik las hier en daar dat vogelaars dit boek vooral als naslagwerk zien. Maar daar ben ik het toch niet helemaal mee eens. Draag je op je tochten een rugzak, dan zal deze fotogids daar waarschijnlijk prima in passen. Kijk je vanuit de auto vogels, dan is het meenemen al helemaal geen probleem. Daar staat tegenover dat voor iedereen die zo min mogelijk gewicht mee sjouwt tijdens zijn vogelwandelingen of fietstochten, dit inderdaad een lijvig en zwaar boek is. Voor elke vogelgids geldt dat het als een naslagwerk kan fungeren. Dat geldt zeker voor deze gids.

Conclusie

jako van gorsel met verrekijker

Met Vogels van Europa is er weer een nieuwe vogelbijbel beschikbaar gekomen. Een indrukwekkende vogelgids die tegemoet komt aan alle wensen van de moderne vogelaar: visueel spektakel met hoogstaande foto’s, beknopte en toegankelijke teksten en aandacht voor de kleinste details die de auteurs op duidelijke wijze uitleggen. Het is een kloek boek, dat wel, maar hij is de ruimte in je rugzak of in de auto meer dan waard, en anders wel die in of op je boekenkast als naslagwerk. Een juweel van een boek en de ultieme vraagbaak in het veld én thuis.

Vogels van Europa / Rob Hume / Noordboek Natuur / als paperback

Verwelkom nieuw leven in jouw tuin dit broedseizoen!