Voor vogelaars geldt: vogelkennis heb je nooit genoeg. Dat was het eerste dat in me opkwam bij het lezen van het nieuwe boek Vogelfamilies van Nederland van Marcel Boer, vogelgids voor Vogelbescherming Nederland. In Nederland kom je leden van 62 vogelfamilies tegen en al die families en hun leden worden in dit boek beschreven. De informatie in dit boek is een welkome aanvulling op de informatie die je in vogelgidsen aantreft. Het lezen van dit boek leverde me mij bij veel soorten nieuwe inzichten op. Het fungeert bovendien als een toegankelijk en welkom naslagwerk.
Wereldwijd komen 252 vogelfamilies voor met in totaal 10.787 soorten. Daarvan komen in Nederland 62 families voor en 262 soorten. De vogels stammen rechtstreeks af van gevederde dinosaurussen. Dat wist ik wel, maar wat ik niet wist is dat het erop lijkt dat een roofvogel de voorouder was van alle landvogels. Dat is toch wel verrassend, vind ik!
Wie de kenmerken van een familie weet te herkennen, zal ook de familieleden herkennen. Niet alleen aan hun uiterlijk, maar ook aan hun gedrag of geluid. En dat is de reden voor het schrijven van het boek Vogelfamilies van Nederland. Elk hoofdstuk beschrijft in een inleidend deel de kenmerken van de betreffende familie. De familie van fazanten en patrijzen bijvoorbeeld. Of de familie van de gierzwaluwen, echte uilen en klauwieren. Zoals zo vaak zoek ik naar het hoofdstuk over de ganzen en ga daarna op zoek naar de rotgans, een soort waarvoor ik een zwak heb, omdat ik er in mijn jeugd haast mee werd omringd.
Zwanen, ganzen en eenden blijken tot de orde van de eendvogels te behoren en binnen die orde tot de familie van de eendachtigen. De zwanen en ganzen behoren tot de onderfamilie van de Anserinea; de eenden worden uitgesplitst in verschillende onderfamilies, bijvoorbeeld die van de grondeleenden (Anas), de duikeenden (Aythya) en de zaagbekken (Mergus). Ik ben blij met deze informatie, want bij het maken van mijn filmpjes aarzel ik nog wel eens. Kun je de middelste zaagbek eigenlijk wel een eend noemen, was dit weekend zo’n vraag. Dat kan dus, zo ontdek ik in dit boek, sterker nog, zaagbekken behoren ‘gewoon’ tot de familie der eenden. Voor wie regelmatig iets vertelt over vogels, is dit bijzonder nuttige informatie. Geheid dat je als vogelgids tijdens een excursie eens een vraag krijgt over dit best lastige thema… (ik vind de kwestie van orden, families etc. best lastig althans).
Ik blader maar eens door naar de ganzen. De onderfamilie van de Anserinae telt twee ganzengeslachten: de Anser, met 11 soorten grijze ganzen en de Branta, met 8 soorten zwartwitte ganzen. In de inleiding lees ik over Nederland als ideale winterverblijfplaats voor ongeveer 2 miljoen ganzen en zwanen. In september komen eerst de grauwe ganzen, in oktober volgt een aantal andere soorten en gaat het op de Noord-Duitse laagvlakte vriezen, dan vliegen vele duizenden ganzen vanuit Duitsland naar ons land. Bij zeer strenge vorst vliegen ze door naar Frankrijk, waar ze het risico lopen om geschoten te worden. Frankrijk blijft voor mij in dit opzicht een land met een dubbel gezicht. Je vindt er fenomenale vogelgebieden, maar er wordt ook intensief gejaagd. Van sommige ganzensoorten overwintert meer dan twee derde van de wereldpopulatie in ons land. Door de opwarming van de aarde blijven de laatste jaren veel ganzen noordelijker ‘hangen’. Er broeden ook steeds meer ganzen in ons land. De brandgans bijvoorbeeld. Het immuunsysteem van brandganzen die in Nederland broeden, blijkt viermaal zo actief te zijn om de vogelgriep de baas te zijn in vergelijking met soortgenoten die in het hoge noorden broeden. Zie hier het grote voordeel om je in ons land voort te planten.
Dan maar eens doorbladeren naar de alinea’s over de rotgans. Ik ontdek een nieuw woord om de roep van de rotgans te beschrijven: ‘Het geluid is een zacht gutteraal rrot… rrot… rrot.’ Een woord om niet te vergeten, dat gutteraal. Ik lees in het kort over het samenleven van de rotgans met vogels als de tamyrmeeuw, vorkstaartmeeuw en de sneeuwuil. En ik ontdek dat de populatie rotganzen in de jaren dertig van de vorige eeuw vele malen groter was dan nu. Intensieve bejaging (ook in Nederland), het uitsterven van zeegras in de Waddenzee en de aanleg van de Afsluitdijk en daarmee het verlies van de Zuiderzee zorgde voor een decimering van het aantal rotganzen in ons land. Wil je een festival meemaken ter ere van de rotgans, dan moet je naar Duitsland of Canada.
Met deze beschrijving plaatst de auteur de rotgans in de context van zijn familie, want naast de rotgans worden ook de brandgans, roodhalsgans en de Grote Canadese gans beschreven.
Dat de jacht nog altijd een zéér nadelige rol kan spelen op populaties, ontdek je wanneer je de beschrijving van de zomertortel leest. Begin jaren tachtig van de vorige eeuw was dit ook in Nederland met 50.000 paar nog een algemene broedvogel. Nu broeden er nog maximaal 1400 paartjes in ons land. Zo snel kan het dus gaan! Zie hier het gevolg van de achteruitgang van de kwaliteit van ons landschap. Maar wat lees ik? Van de totale Europese populatie worden jaarlijks tussen de 1,4 miljoen en 2,2 miljoen zomertortels geschoten in Zuid-Europa en op Malta. Dat klinkt mij als een barbaars aantal in de oren.
Maar dit is natuurlijk heel specifieke informatie. Ik ontdekte tijdens het lezen van dit boek ook dat sommige soorten tot verschillende families behoren. Neem nu de mezen. Ik dacht dat die allemaal bij elkaar hoorden, maar dat blijkt niet zo te zijn. De mezen vormen met de buidelmezen, baardmannen en staartmezen vier families. De familie van de vliegenvangers zijn ook al groter dan ik dacht: ook kleine vogels als de roodborst, nachtegaal, roodstaarten en tapuiten worden ertoe gerekend. Dat zijn voor mij interessante weetjes.
De meerwaarde van dit boek zit hem voor mij vooral in de extra informatie bij elke familie en bij elke soort. Deze informatie wordt heel toegankelijk beschreven en daarmee is dit boek geschikt voor een breed publiek. Je hoeft beslist geen wetenschapper te zijn. Het is voor mij een ideale vraagbaak voor als ik een excursie of een vogelfilmpje ga voorbereiden. Ik denk dat ik dit boek daarom maar in de auto leg. Kan ik altijd even snel informatie opzoeken over een bepaalde soort. Informatie die je op internet vast ook kunt vinden, maar verspreid over meerdere websites en dus veel fragmentarischer.
Jos Zwarts verzorgde de tekeningen in het boek. Ik wil trouwens ook opmerken dat ik de vormgeving van de voorkant prachtig vind. De zwartwit silhouetten steken prachtig af en streel je met je vingertoppen over de vogels dan voel je een reliëf.
Dit boek is een naslagwerk dat ik vaak zal gaan raadplegen!
Vogelfamilies van Nederland / Marcel Boer / KNNV Uitgeverij / als paperback
PS
Al op de eerste bladzijde van het uitgebreide boek Vogelvlucht. Een nieuwe kijk op wereldwijde vogeltrek werd ik gegrepen door het verhaal. Moet je dit boek lezen? Ik zou zeggen: verplicht leesvoer voor elke vogelaar. Het boek leest als een trein, of beter gezegd: als een roman.
Mijn tips voor natuurbeleving en vogels kijken
Met deze tips beleef je de natuur nog intenser en komen de vogels letterlijk dichterbij:
(voor elk budget de drie beste opties) | |
(héél véél keuze, en zelfs met geheel contactloos verblijf en dus veilig!) | |
(voor elk budget een paar opties) | |
(per provincie gesorteerd) | |
(aantrekkelijke planten voor vogels, vlinders en andere insecten) | |
(lees hier mijn tips om spechten, mezen en roofvogels naar je tuin te lokken) | |
(mijn persoonlijke top tien) |