Recensie: Veldgids Europese zoogdieren, Peter Twisk en Annemarie van Diepenbeek


Aan de schitterende reeks veldgidsen van KNNV Uitgeverij is weer een deel toegevoegd: nummer 23, de Veldgids Europese zoogdieren van Peter Twisk, Annemarie van Diepenbeek en Jan Piet Bekker. Deze veelzijdige veldgids is een uitstekende hulp bij het herkennen én waarnemen van zoogdieren in Europa. Van levende én dode exemplaren!

Om op die laatste zin voort te borduren: zoogdieren zijn over het algemeen behoorlijk schuw. Sommige dieren zul je eerder in dode toestand tegenkomen dan levend. Het is daarom bijzonder praktisch dat in de Veldgids Europese zoogdieren ook afbeeldingen van schedels zijn opgenomen. Zo kun je ook aan de vondst van een schedel afleiden welk dier er aan je voeten ligt. Je mag dan meteen veronderstellen dat er nog wel wat soortgenoten in het gebied zullen rond huppen en een spannende zoektocht kan beginnen.

Wat maakt de Veldgids Europese zoogdieren van Peter Twisk van Annemarie van Diepenbeek zo goed? In de eerste plaats omdat alle zoogdieren in Europa erin worden besproken. Dat zijn er maar liefst 211! De auteurs hebben daarbij ook rekening gehouden met de komst van nieuwe soorten, zoogdieren die voorheen niet in Europa voorkwamen. Denk aan de levantmol en de steppebaardvleermuis, maar ook ontsnapte exoten als muntjak en Chinees waterhert hebben een plaats gevonden. Nu zal je die eerste twee misschien niet direct zien, maar ik wil er maar mee zeggen: je hebt met de Veldgids Europese zoogdieren echt alle zoogdieren in handen. Nu nog in het echt zien!

recensie veldgids europese zoogdieren

Elke soort wordt minutieus afgebeeld door illustraties en foto’s. Ik beng zelf groot voorstander van veldgidsen die de dieren afbeelden door middel van illustraties. Zo kun je in mijn ogen zelfs de kleinste details worden aangewezen. De Veldgids Europese zoogdieren combineert het beste van de twee mogelijkheden: illustraties met daarbij fraaie kleurenfoto’s. Niet alleen de dieren en schedels worden afgebeeld, ook de sporen die de dieren achterlaten. Zo leren de auteurs je bijvoorbeeld letten op de visschubben die otters aan de oever achterlaten. Ook leren de auteurs je determineren via de achterdeur: braakballen van uilen bevatten muizenschedels en zijn dus ideaal om de muizensoorten in een bepaald gebied op naam te brengen. Achtenveertig muizensoorten bespreekt de Veldgids Europese zoogdieren en dat is een prestatie op zich. Dat de auteurs erin slagen de vaak minimale verschillen tussen de muizensoorten duidelijk te maken, is een nog grotere prestatie.

De soorten worden individueel afgebeeld en besproken en in familieverband. Op de groene familiepagina’s staan de leden van de familie afgebeeld met daarbij korte beschrijvingen. Wil je een dier snel op naam brengen, dan zijn deze groene pagina’s heel praktisch.

De omschrijvingen zijn duidelijk en uitgebreid en belichten lichaamsbouw, herkenning, biotoop en leefwijze. Het niveau van de omschrijvingen is zodanig dat zowel de doorgewinterde biologen als beginners er mee uit de voeten kunnen. Tot slot voegen de auteurs tal van tips toe hoe je het betreffende zoogdier het beste kunt waarnemen.

Over kwaliteit valt altijd te twisten, maar over de kwaliteit van de Veldgids Europese zoogdieren toch eigenlijk niet (denk ik). Het enige nadeel van de gids is zijn gewicht. Ach, gewoon in een rugzak doen, dan stelt dat gewicht ook niets meer voor. Peter Twisk, Annemarie van Diepenbeek en Jan Piet Bekker zijn doorgewinterde biologen die hun sporen ruimschoots hebben verdiend. Ben je op zoek naar een veldgids om zoogdieren te herkennen en waar te nemen, dan is de Veldgids Europese zoogdieren een van de beste, zo niet dé beste, gids van dit moment. Zoek niet langer!

Veldgids Europese zoogdieren / Peter Twisk, Annemarie van Diepenbeek

Verwelkom nieuw leven in jouw tuin dit broedseizoen!