In 2020 besprak ik het boek Raven en kraaien, eksters en gaaien van Johan Boussauw. Ik sloot die recensie af met: Door de snelle afwisseling van korte verhalen leest dit boek ‘als vanzelf’. En nu verscheen een nieuw boek van Boussauw: Uilen en vleermuizen, eenzelfde soort natuurhistorie, maar dan over twee andere dieren die in de loop van de geschiedenis zowel verguist als geliefd zijn geweest. Is dit nieuwe boek ook weer zo rijk en verrassend als het boek over de kraaiachtigen? En leest het eveneens ‘als vanzelf’? Voor het snelle antwoord scrol je rechtstreeks naar de conclusie hier beneden. Maar beter lees je mijn hele recensie.
Een veelomvattend boek
Uilen en vleermuizen hebben door hun nachtelijke leven altijd tot de verbeelding gesproken. Zowel de uil als de vleermuizen speelden (en spelen) een belangrijke rol in het volksgeloof. In zijn nieuwe boek Uilen en vleermuizen onderzoekt Johan Boussauw de verhouding van de mens tegenover uilen en vleermuizen (en de natuur). Dit resulteert in een veelomvattend boek waarin thema’s als volksgeneeskunde, naamgeving, magie, mythologie, bijgeloof, mystiek, legenden en sprookjes aan bod komen.
Het mag helder zijn: dit boek valt uiteen in twee delen. Het eerste en meest uitgebreide deel gaat over de uilen. Het tweede, een stuk korter, over de vleermuizen.
De uilen
De vroegste mens had al belangstelling voor de uil. Er zijn uit de prehistorie vele rotstekeningen bewaard gebleven. En die tekeningen zijn dermate gedetailleerd dat het er alle schijn van heeft dat de kunstenaar de vogel goed heeft geobserveerd. Later kregen uilen in volksgeloof, mythen, legenden en sprookjes een vaste plek, maar de symboliek was bepaald niet eenduidig. Enerzijds werden uilen gevreesd en gehaat, anderzijds werden ze voorgesteld als wijze dieren. Maar in vrijwel alle culturen kregen uilen echter vooral een negatief stempel. Ze werden gezien als spookachtige en vreeswekkende wezens, brengers van naderend onheil en dood. Wilde men in vroeger tijden de boze geesten weren, dan timmerde men een uil met gespreide vleugels aan de staldeur vast. Hetzelfde gebeurde trouwens met vleermuizen. Ook een orgaan of ander deel van uil of vleermuis, begraven onder de drempel, werden talismanachtige functies toebedeeld. Later, na de Verlichting en romantiek begon men uilen juist te waarderen en kreeg men meer eerbied voor deze vogels. En nu zijn uilen te kust en te keur verkrijgbaar als pluche knuffels waarmee de uil plots een sympathiek dier is geworden.
Naamgeving
Na de beschrijving van acht soorten uilen (de sneeuwuil en dwergooruil doen ook mee), gaat Boussauw in op de naamgeving van de uilen. Verschillende soorten uilen heetten in vroeger tijden in de Lage Landen ‘schuifuit’, verbastering van het Middelnederlandse ‘scovuut’. Sommigen van ons gebruiken nog altijd een woord dat daarvan is afgeleid: schavuit, dat de betekenis heeft van bedelaar, vagebond, schurk. In elk geval iemand die het kwade meer lief had dan het goede.
Soms krijg ik tijdens excursies de vraag hoe een vogel aan zijn naam is gekomen. De ransuil dankt zijn naam aan een ranse, een middeleeuws hoofddeksel, een soort van gerimpelde hoofddoek. Altijd leuk om dit soort informatie op te doen.
De mens als belangrijkste bedreiging
Al heel snel stuit ik op de namen van Aristoteles en Plinius de Oudere, gezaghebbende schrijvers uit de oudheid. Ik zal ze nog vaak tegenkomen, evenals andere schrijvers uit de oudheid en dat vind ik interessant. Dit boek geeft een goed beeld van de verhouding van de mens tot de uilen. Die is zoals hierboven al geschreven niet altijd even fraai. De mens blijkt de belangrijkste bedreiging te zijn voor de uil. Denk aan de immense vervuiling en aantasting van ons landschap en onze natuur. Die bedreigt ook de uilen. Soms zie je zelfs in natuurgebieden hekken van prikkeldraad. Hoeveel uilen zijn al niet aan hun eindje gekomen, bungelend in zo’n hek?
Een uilenhart op de linkerborst van je vrouw doet wonderen
Terwijl in het Oude Testament Mozes verbood om uilen te eten (nachtdieren werden als onrein bestempeld), vermeld Gesner in de zestiende eeuw dat de grote nachtuil vet is en zijn vlees zeer zoet en lekker. Op Malta werden uilen zonder pardon geschoten en gegeten. In het licht van de moderne geneeskunde is het bizar om de verhalen te lezen over de zogenaamde geneeskrachtige werking van het nuttigen van bepaalde ‘onderdelen’ van uilen. Overigens proef je hier al iets van in het hoofdstuk over magie en bijgeloof. Mocht je menen dat de Romeinen rationele mensen waren, dan heb je het behoorlijk mis. Plinius de Oudere, toch bepaald niet dom, dacht dat een uilenkop onder het hoofdkussen het inslapen bevorderde. En vertrouw je je vrouw niet helemaal, leg dan een uilenhart op haar linkerborst als ze slaapt. Volgens Plinius de Oudere zal ze dan alles wat ze weet aan je vertellen. En wil je de honden tot zwijgen manen, draag dan het hart van een uil mee onder je oksel.
Over de geneeskunde sprak ik al. Tot in de achttiende eeuw meende men dat het nuttigen van een gezouten steenuiltje zou helpen tegen de jicht. En uilenbloed diende voor de behandeling van astma en aamborstigheid (moeilijk kunnen ademen).
Heksen en tovenaars
Natuurlijk mag ook een hoofdstuk over heksen en tovenaars niet ontbreken. Niet voor niets dat in Harry Potter een kerkuil een prominente plek vervult. Uilen zijn namelijk altijd beschouwd als de vertrouwelingen van heksen en tovenaars. Zo zouden uilen dienen als transportmiddel voor heksen. Heksen zouden zich veranderen in uilen. En natuurlijk behoorden uilenonderdelen tot de vaste ingrediënten van hun toverbrij. Denk hierbij ook aan de Griekse mythe over de bekende tovenares Medea die vleugels en vlees van uilen in haar toverbrij verwerkte voor de verjongingskuur van Aeson. Het kon overigens nog erger. Uilen werden ook met de duivel in verband gebracht. Het is zowel vermakelijk als reuze interessant om alle verhalen hieromtrent te lezen.
Gelukkig ook waardering in de oudheid
Gelukkig koos Pallas Athena, de Griekse godin van de wijsheid, schone kunsten en krijgskunst de steenuil uit als symbool. Haar tempel schijnt vergeven te zijn geweest van de steenuilen. In het oude Rome ging zij verder als de godin Minerva. We hebben in Nederland nog niet zolang geleden een zekere politicus in een omstreden redevoering horen verwijzen naar de uil van Minerva. Overigens dook de uil in de Griekse mythologie in vele gedaanten op. Boussauw hanteert overigens een brede onderzoeksopzet: hij gaat ook de religieuze praktijken van sjamanen in Siberië, bij de Indianen in Noord-Amerika en bij de Inuit van Canada en Alaska na. Ook in die cultus hadden vogels en uilen een vaste plaats.
Daar komt hij weer: Plinius de Oudere. Volgens hem hadden uilen negen verschillende roepen of kregen en die werden beschouwd als voorbode van dood en ander onheil. Joden en Arabieren geloofden dat het gehuil van de uil de dood van jonge kinderen kon veroorzaken.
Vermakelijk zijn de vele verhalen waarin de uil een rol vervult. Ook de opsomming van de spreekwoorden mag er zijn. Een uiltje knappen, betekent een dutje doen, waarmee verwezen wordt naar de vermeende luiheid van de uil. En wie kent nog het spreekwoord De nachtegaal moet voor de uil wijken? De domsten voeren het hoogste woord, betekent het. De uil in Midderleeuwse literatuur en de uil vandaag: ook ontzettend interessante hoofdstukken.
De vleermuizen
Het tweede deel in Uilen en vleermuizen gaat in op de relatie van de mens met de vleermuis. In vroeger tijden dacht men dat de vleermuis een vogel was (hakte men in het najaar of winter een oude eik omver, kwamen daar plots allemaal ‘boerenzwaluwen’ uit tevoorschijn. Vrijwel zeker waren dit vleermuizen. Aangezien ook vleermuizen nachtdieren zijn, trof deze dieren hetzelfde lot als de uil. Ze zorgen voor kaalhoofdigheid. Het waren bloeddorstige vampiers. En inspecteer eens een schilderij van de Vlaamse Primitieven. Stellen zij de hel voor op één van hun schilderijen, dan krijgen de duivels en gevallen engelen vleermuisvleugels mee. In bepaalde streken worden vleermuizen ‘vliegen van de hel’ genoemd. Een ook hier weer de heksen die vleermuizenbloed in hun heksenzalf of vliegzalf zouden verwerken… En ben je geïnteresseerd in literatuur: in de negentiende eeuw bereikte het internationale occultisme een hoogtepunt in de gotische literatuur. Vampiers waren in deze literatuur bijzonder populair. Dat resulteerde later in een film als Dracula. Gelukkig ook hier enige uitzonderingen waarvan de beroemde Batman een bekende is. Deze held is juist een misdaadbestrijder en verdient onze sympathie (hoewel ik de laatste Batmanfilm maar behoorlijk vond tegenvallen).
Conclusie
Het is een uitgebreide recensie geworden, maar het meeste is nog niet gezegd! Zo rijk is het boek Uilen en vleermuizen. Ook over het nieuwe boek van Johan Boussauw ben ik dus zeer enthousiast. Ik heb het eerlijk gezegd in één ruk uitgelezen. Wil je hoe de mens zich in de loop van de geschiedenis heeft verhouden tot uilen en vleermuizen (en soms ook tot andere dieren), dan moet je dit boek absoluut lezen. Ook voor wie zich bezighoudt met de biologie van beide diersoorten, kan ik dit boek ten zeerste aanbevelen. Het is toch maar wat leuk om tijdens een excursie een verhaal of feitje uit het verleden op te kunnen lepelen. Nergens wijdt Boussauw onnodig lang uit. Zijn verhalen zijn kort, bondig en vooral: héél sprekend. Houtsneden uit de vijftiende en zestiende eeuw versieren het boek op talloze plaatsen. Jazeker, ook dit boek leest dus ‘als vanzelf’!
Ik beveel dit boek ten zeerste aan.
Uilen en vleermuizen / Johan Boussauw / Bitbook.be / als paperback
PS.
Van Johan Boussauw verscheen ook het boek Raven en kraaien, eksters en gaaien. Ook dit boek gaat in op de relatie tussen mens en vogels, namelijk met kraaiachtigen. Het moge duidelijk zijn dat ook deze vogels vaak geen beste naam hadden. Ook dit boek verdient het om gelezen te worden. Lees hier mijn recensie over Raven en kraaien, eksters en gaaien.