De Trotter-reisgidsen hebben een zekere faam. In die faam deelt de Trotter Zwiterland. Mooi dat deze reisgids is verschenen, want zo gek veel reisgidsen over Zwitserland zijn er niet verschenen. Het leuke van deze gids is dat je een 1.600 kilometer lange route wordt aangeboden. In 44 etappes leer je Zwitserland kennen.
Op die route passeer je vier taalgebieden, vijf bergpassen, meer dan twintig meren en elf toeristische hoogtepunten. Je maakt kennis met het landschap, de steden, eeuwenoude en karakteristieke gebouwen en natuurlijk: de Alpentoppen. De route is verdeeld over vier hoofdstukken die elk een etappe beschrijven: Van Basel naar Neuchâtel, Van Murten naar Sankt Gallen, Van Appenzell naar Lugano en Van Ascona naar Genève. Dat je veel bezienswaardigheden tegenkomt die door mensen zijn gebouwd, moge duidelijk zijn. Maar welke natuur doorkruis je zoals? Want daar ben ik dan nog het meest in geïnteresseerd.
Wel, de Gorges de l’Areuse bijvoorbeeld. Een nauwe spleet die uitgesleten is door het riviertje de Areuse. Goed voor een stevige wandeling. En de Eiger natuurlijk. Een van de meest legendarische bergen van Zwitserland. Weliswaar niet de hoogste berg in het land, maar wel omdat een of andere ondernemer in 1912 een treinbaan door de rotswanden van de Eiger aanlegde. Het station ligt op 3454 meter hoogte en is daarmee het hoogste treinstation van Europa. En dan ben je meteen ook heel dicht bij de Aletschgletsjer, de langste gletsjer van de Alpen. Je kunt ook denken aan het biosfeerreservaat Entlebuch in het kanton Luzern. Bekend vanwege de grillige rotsen van de Schrattenfluh. Op de bergflanken leven dieren als de drieteenspecht, de Alpenlandsalamander en de moerassprinkhaan. Leuk ook dat hier en daar bijzondere diersoorten worden vermeld. En dan niet de meest voor de hand liggende dieren als gems en bergmarmot.
De laatste berg die ik wil noemen is de Matterhorn. Een van de meest moeilijke bergen om te beklimmen in Europa. Talloze bergbeklimmers lieten er het leven. De laatste natuurlocatie die ik noem is stukken lager gelegen: het Meer van Genève. Trotter Zwitserland besteedt hier natuurlijk vrijwel uitsluitend aandacht aan culturele zaken, maar ik weet uit ervaring dat er ook een aantal natuurgebieden rond het meer liggen. Je kunt er de ijsvogel zien en de zwarte wouw. Ik was blij verrast toen ik een groepje grote zaagbekken voorbij zag zwemmen tijdens een zomervakantie.
Trotter Zwitserland is een reisgids die zijn faam waarmaakt. Veel bezienswaardigheden die in woord én beeld worden geïntroduceerd. Met veel praktische aanwijzingen voor vervoer, parkeren, verblijf, wandel- en fietsroutes, uitgaan, etc. Een volwaardige reisgids om Zwitserland te ontdekken.
Trotter Zwitserland / Lannoo / paperback