Soms hoor ik ouders vertellen over hun kinderen die belangstelling hebben voor het heelal. Zon, maan en vooral de planeten en de Melkweg. Bij volwassenen maken de verschijnselen op lichtjaren van Planeet Aarde al de nodige weetgierigheid los, bij kinderen is dat niet minder. Het boek Sterren kijken voor beginners van Michael Driscoll helpt jong en oud om met opmerkzame ogen naar de nachtelijke hemel te kijken.

Het boek Sterren kijken voor beginners heeft iets weg van een prentenboek, maar dat is maar één deel van het verhaal. Schrijver Michael legt je heel veel uit en dus valt er veel te lezen en te ontdekken. Zo legt hij je bijvoorbeeld uit wat sterren nu eigenlijk zijn. ‘Grote verzamelingen gassen, zoals waterstof en helium, die door de werking van de zwaartekracht langzaam naar elkaar toe worden getrokken.’ Kijk, dan heb je meteen ook een natuurkundig begrip te pakken: zwaartekracht. Wat dat precies is wordt je verderop uitgelegd. En waarom een ster nu gaat schijnen? Als er op een bepaalde plek voldoende gas opgehoopt heeft, dan zorgt de druk ervoor dat die plek gaat branden en gloeien. En dat gebeurt in fasen. Van protoster tot supernova en alle fasen ertussen. Alles passeert in begrijpelijke taal de revue.

Maar je hebt sterren en sterren. Je hebt gewone sterren, dubbelsterren en meervoudige sterren. En vanaf de prehistorie kijken mensen overal ter wereld naar de sterrenhemel. Een Chinees schreef het allereerste boek over dit onderwerp. Meer in onze contreien waren het de Grieken die nadachten over de grootte van de aarde, de afstand tot en zon en de maan en al die andere objecten aan de hemel. 

Planeten, daar moeten we het ook over hebben. Weet je ze allemaal in de juiste volgorde op te noemen? Van Mercurius tot Pluto? En weet je eigenlijk hoe de planten in de buurt van Aarde aan hun namen zijn gekomen? Mercurius bijvoorbeeld, kreeg zijn naam van de Romeinen. Die vonden deze planeet een snelheidsduivel en daarom vernoemden ze hem naar de god Mercurius, een mythologisch figuur die vleugels aan zijn voeten en helm zou hebben. En daardoor heel snel zou zijn.

De planeet Mars is natuurlijk ook een verhaal waard. De Romeinen associeerden Mars door zijn rode kleur met bloed. En daarom kreeg deze planeet de naam van een oorlogsgod. 

Het spreekt vanzelf dat talloze andere onderwerpen voorbij komen. Van donkere materie tot zwarte gaten. Van instrumenten voor sterrenkijkers en meteoren. En natuurlijk de sterrenstelsels waarvan wetenschappers denken dat er minstens vijftig miljard zijn in het universum. Als elk stelsel misschien wel biljoenen sterren bevat, dan zijn er meer sterren in het universum dan er korrels zand zijn op alle stranden van de wereld bij elkaar.

Sterrenbeelden, ruimtereizen, de dierenriem, de sterrenhemel in de vier seizoenen en nog veel meer. Je leest het allemaal in Sterren kijken voor beginners. Ik vermoed dat dit boek jong en oud zal aanspreken. Je hoeft beslist niet jong te zijn om van dit boek te genieten en veel te leren. Heb je een kind dat nieuwsgierig is naar de sterren en alles wat hij of zij aan de hemel ziet, dan is dit het perfecte cadeau. De glow-in-the-dark stickers en de sterrenzoekers zijn leuke losse elementen die aan het boek zijn toegevoegd. Ook leuk voor in de klas trouwens. 

Sterren kijken voor beginners / Michael Driscoll / Callenbach / als hardcover

De beste vogelgidsen voor kinderen: