Recensie: Stemmen in de oceaan, Susan Casey

stemmen-in-de-oceaan-susan-caseyIn haar nieuwe boek Stemmen in de oceaan schrijft Susan Casey in een heel persoonlijke stijl over de wereld van dolfijnen. Ze reisde de wereld over om alles te weten te komen over dolfijnen en het resultaat mag er zijn. Ben je geïnteresseerd in het wel en wee van dolfijnen, dan is dit een bijzonder fijn boek om te lezen.

button (1)

 

 

 

 

In Stemmen in de oceaan maak je niet alleen kennis met dolfijnen, het brengt het je ook in allerlei fantastische uithoeken van de wereld. Zo voert de eerste zin in de proloog je mee over de weg naar Honolua Bay. Wie droomt er niet van een vakantie op Hawaï? Deze baai staat bekend om haar schoonheid en de overvloed van koralen en ander onderwaterzeeleven. In die baai probeert Susan Casey haar verdriet te verwerken door steeds verder te zwemmen, tot ze ongeveer achthonderd meter uit de kust is. En toen was daar opeens haar ervaring met een dolfijn.

‘Ik was net van plan terug te gaan, toen ik vanuit een ooghoek iets zag bewegen: een groot, schimmig lichaam dat schuin onder me door zwom. Vervolgens stak er een rugvin op, met iets flitsend wits ernaast. Ineens braken er streepjes zonlicht door het wolkendek die het water verlichtten.’




Het was een troep langsnuitdolfijnen, veertig of vijftig dieren die recht op Susan af kwamen zwemmen. De dolfijnen kozen om bij haar te blijven en toonden geen enkele angst. Ze werd opgenomen in hun midden en als ze had kunnen fluiten en klikken als een dolfijn, had ze met de dieren kunnen communiceren. Deze ervaring liet haar niet meer los. Wat haar nog het meest geïmponeerd had was dat de dolfijnen zo bovennatuurlijk waren. En inderdaad beschikken dolfijnen over bijzondere eigenschappen, zoals je kunt lezen in Stemmen in de oceaan. Dolfijnen beschikken over echolocatie. Ook beschikken ze over de gave om op eigen kracht beter te worden. Zelfs ingrijpende beschadigingen van het lichaam komen de dolfijnen te boven. Wie mocht denken dat dolfijnen immer vrolijk lachend door het leven gaan, die heeft het volgens Susan Casey behoorlijk mis. Deze dieren kunnen ook gewoon chagrijnig zijn of soms hun dag niet hebben.

Zelfs haar verhalen over dode dolfijnen maken iets los. Zo strandde er vele jaren geleden een griend aan. Een griend is een dolfijn van maar liefst achtenhalve meter lang. De griend was dood en een stel onderzoekers wilde haar hersenen veilig stellen voor de wetenschap. Na afloop van het snij- en zaagwerk waren de wetenschappers verwonderd en voelden ze zich klein bij het zien van het enorme brein van de dolfijn:

”We zagen dat het [brein] veel en veel groter was dan dat van de mens en ronder, net een paar reusachtige bokshandschoenen’, zei Lilly. Hij was ook onder de indruk van de architectuur van het brein, de labyrintachtige plooien en kantelen. Hiermee vergeleken waren de katten- en apenhersenen die hij in zijn laboratorium had onderzocht maar nietig en saai.”

Susan Casey staat echter ook stil bij de vele bedreigingen van de dolfijn, waarvan de mens de belangrijkste is. Casey ontmoet in haar boek mensen die dolfijnen bejagen. Ze beschrijft over de negatieve impact van oefeningen door de marine. Bijzonder triest zijn de verhalen over dolfijnen die hun leven in gevangenschap moeten doorbrengen. In een dierentuin bijvoorbeeld, of in een attractiepark als Seaworld. Ik heb zelf eerlijk gezegd nooit veel moeite gehad met dolfijnen die hun kunstjes mogen vertonen, maar die mening moet ik helaas bijstellen. Een dolfijn hoort in open water rond te zwemmen, in zee of in een oceaan en niet in een groot zwembad. In zo’n onnatuurlijke omgeving kwijnen dolfijnen weg en vertonen ze onnatuurlijk gedrag. Niet fijn dus.

Gelukkig bevat Stemmen in de oceaan ook heel veel positieve verhalen. Zo is het sociale leven van dolfijnen een wonder op zichzelf:

‘Net als de zwaardwalvis zijn troepen grienden gericht op de matriarchen, reuzenmamma’s die de leiding hebben en nooit door hun zoons worden verlaten. Ook de grootmoeders spelen een cruciale rol: tot vijftien jaar nadat hun vruchtbare periode voorbij is (vanaf vijfendertigjarige leeftijd), blijven de vrouwtjesgrienden melk geven en helpen ze de kalveren van hun troepgenoten voeden en passen ze erop, zodat hun kans op overleven groter is.’

Verderop in Stemmen in de oceaan lees je over ontmoetingen met opspringende grienden, luidruchtige snaveldolfijnen en een groep van driehonderd witlipdolfijnen. De snaveldolfijnen sprongen hoog de lucht in. Urenlang bleven de dolfijnen in de buurt van de boot waarin Susan zat. ‘Een witlipdolfijn zwom naast de boot, precies waar ik stond, en opende zijn snuit alsof hij moest lachen. Het waren gitzwarte walvisjes met vriendelijke koppen en naar mijn idee praatten ze, maakten ze grappen en speelden ze met elkaar; ze waren gewoon lekker samen zoals mensen op een gezellige cocktailparty.’

Eerlijk gezegd ben ik van de meeste Amerikaanse schrijvers geen groot fan. Hun schrijfsels zijn vaak te gelikt, de humor is niet de mijne en de overdrijvingen worden me al snel te veel. Daar had ik tijdens het lezen van Stemmen in de oceaan geen last van. De persoonlijke stijl van Casey brengt het verhaal over de dolfijnen heel dichtbij. Ik denk dat veel mensen met mij meegevoerd worden door de verhalen van Casey.

Dolfijnen, ze imponeren en fascineren. In Stemmen in de oceaan treed je hun wereld binnen. Het is een persoonlijk boek, zeer gepassioneerd, nu eens hartverwarmend als Susan Casey de bijzondere wereld van de dolfijnen beschrijft, en dan weer hartverscheurend, als je leest hoe bruut sommige mensen deze hoogst intelligente zeedieren durven te behandelen. Dit boek biedt uren leesplezier en doet me verlangen naar een echte ontmoeting met een wilde dolfijn.

Stemmen in de oceaan / Susan Casey / Luitingh-Sijthoff / als paperback en als e-boek

button (1)

 

 

alle recensies van natuurboeken