Er zijn boeken waar je als vogelaar in blijft bladeren. Telkens op zoek naar die ene foto of naar die ene flard aan informatie die jouw begrip of het verhaal dat je wilt vertellen compleet maakt. Een fabelachtig rijk boek dat de indruk wekt dat alle soortgelijke boeken kansloos zijn. Zo’n boek is Steltlopers van Europa van Lars Gejl. Dit is het eerste en meest complete handboek dat alle 82 Europese soorten steltlopers beschrijft én afbeeldt. Ben je liefhebber van steltlopers (en wie is dat niet?) dan zou ik haast zeggen dat je dit geweldige boek in de boekenkast moet hebben staan!
Daarmee is de toon wel gezet van deze boekbespreking. Ik kan er niet meer onderuit: in de categorie topboeken voor vogelaars behoort Steltlopers van Europa tot de absolute top.
Maar liefst driehonderdachtenzeventig pagina’s telt dit spectaculaire boek. De Deense fotograaf Lars Gejl stelde het samen. Hij schreef de teksten en verzamelde de foto’s. Het boek Steltlopers van Europa is in één keer hét naslagwerk voor iedereen die iets met steltlopers heeft. En in een landje met zo ontzettend veel kilometers aan kust en oevers kan het niet anders dat je heel regelmatig een steltloper in het vizier hebt. Overigens, ik weet niet hoe het jou vergaat, maar ik heb een zwak voor steltlopers, of in elk geval voor het biotoop wat je steltlopers vinden kunt: in en rond waddengebieden waar het ritme van het getij het leven bepaalt. Dat zijn plaatsen die rijk zijn aan steltlopers en daar kom ik ontzettend graag.
Lars Gejl brengt niet minder dan tweeëntachtig steltlopers uitgebreid in beeld. Vierenveertig algemene soorten die in Europa broeden of die hier als trekvogel neerstrijken. Plus nog eens achtendertig dwaalgasten uit Noord-Amerika en Azië. Aan elke soort wijdt Steltlopers van Europa een aantal pagina’s, maar, zoals een goed handboek betaamt: ook in overzichtspagina’s kom je ze tegen zodat je ze goed met elkaar kunt vergelijken. Want soms zijn de verschillen tussen de soorten zo klein, dan is het makkelijk dat je ze snel naast elkaar kunt houden. En zo bevat Steltlopers van Europa talloze vergelijkingstabellen van steltlopers in vlucht, staande vogels, vogels in zomerkleed, in winterkleed, silhouetten, et cetera waarbij op de meeste pagina’s met pijltjes details worden aangewezen. Het vergelijken van soorten die sterk op elkaar lijken is zeer eenvoudig.
Kijk maar eens naar de vergelijkingstabellen van de franjepoten. Je hebt een pagina met zomerkleed en een pagina met winterkleed waar grauwe franjepoot, rosse franjepoot en grote franjepoot naast en onder elkaar staan. Prachtige foto’s die op uitgekiende wijze naast elkaar zijn geplaatst. Een lust voor het oog en ook nog eens zeer leerzaam.
Het meest informatief zijn natuurlijk de soortpagina’s. Van grote grijze snip tot morinelplevier, van de kleine geelpootruiter en dunbekwulp tot de steltkluut, ze worden stuk voor stuk uitgebreid beschreven en in beeld gebracht. Ik kwam in Steltlopers van Europa ook nog voor mij onbekende soorten tegen als stekelstaartsnip en willet. Nooit eerder van gehoord. Nu wel gezien, in het boek en op internet althans. Nu hopelijk ook snel in de natuur.
De verschillen tussen volwassen vogels en jonge dieren (1e Kj/juv) worden in tekst beschreven en vaak ook in beeld gebracht. Verder is er een uitgebreid beeldoverzicht van de steltlopers waarin de vogels zowel zittend als in vlucht naast elkaar worden vergeleken, zowel volwassen dieren als juvenielen. Met pijltjes wordt op de relevante kenmerken gewezen. Gelukkig, het is met tot troost, staat onder de foto’s die bijzonder fraai zijn, soms een zit vermeld in de trant van: vermoedelijk een vrouwtje door de relatief korte en scherp omhoog gebogen snavel (onder een foto van een volwassen kluut). Zelf kan ik soms uren naar mijn beelden turen en dan nog vraag ik me af in welk levensstadium de vogel verkeert, of dat het een mannetje of vrouwtje betreft. Kennelijk hebben zeer ervaren en deskundige vogelaars als Lars Gejl dat ook.
De omschrijvingen zijn toegankelijk geschreven. Nu en dan kom je een vakterm tegen (maar dan ook echt uitsluitend nu en dan), maar dat mag de pret niet drukken. Steltlopers van Europa is een zeer leesbaar boek en dus geschikt voor een breed publiek. Leuk is ook dat de auteur de betekenis van de Latijnse naam uitlegt. Een voorbeeld: de Latijnse naam voor de goudplevier luidt: Pluvialis apricaria. ‘De regen roepende zonaanbidder,’ zegt Lars Gejl. ‘Gerelateerd aan zowel de najaarstrek, die de regenperiode aankondigt, als het gedrag van de soort in een lagedrukgebied, wanneer rustende vogels ineengedoken zitten en met hun droeve gefluit oproepen tot regen.’ En dat van die zon? Dat komt misschien van waarnemingen van goudplevieren, die zich na een regenbui in de zon drogen.’
Wat voor zangvogels geldt, is ook op steltlopers van toepassing: je herkent ze niet alleen aan hun uiterlijk, ook het geluid speelt een belangrijke rol. In Steltlopers van Europa worden de geluiden omschreven, wat altijd een hachelijke zaak is. Een QR-code is al meer van deze tijd en daarom bevat het boek maar liefst vierenveertig QR-codes waarmee je roep en andere geluiden kunt beluisteren. Sla de linkjes op in de smartphone en je kunt ze eenvoudig in het veld beluisteren.
De bekende vogelonderzoeker Theunis Piersma schreef het voorwoord. En in de inleidende hoofdstukken gaat de auteur in op allerhande achtergrondinformatie die van belang is bij het herkennen van steltlopers.
Driehonderdachtenzeventig pagina’s met niet minder dan zeshonderd topfoto’s, dat levert een indrukwekkend handboek op. Als dat handboek dan ook nog eens in een fraai uitgevoerde gebonden editie verschijnt, wat heb je dan nog meer te wensen? Steltlopers van Europa is een van die boeken die elke vogelaar in zijn kast zou moeten hebben staan. En heb ook jij soms moeite om steltlopers uit elkaar te houden, dan is dit boek een regelrechte must!
Steltlopers van Europa / Lars Gejl / KNNV Uitgeverij / Hardcover