recensie roofvogelgids lars gejl noordboek

Recensie: Roofvogelgids, Lars Gejl

Roofvogels blijven fascineren, ik geef het toe. Torenvalk, slechtvalk, buizerd, sperwer, havik en tegenwoordig ook de zeearend en visarend. Ik noem er slechts een paar. Zie ik een roofvogel, dan sta ik stil. Zeker als het een imposante verschijning als een havik of zeearend is. Er leven in Europa nog veel meer soorten roofvogels en die heeft de bekende vogelaar Lars Gejl bij elkaar gebracht in één imposante gids: de Roofvogelgids. In deze gids lees je alles over de herkenning, de leefwijze en geluiden van alle roofvogels van Europa. Ik noem hier alvast de laatste zin van mijn recensie: een aanwinst op de boekenplank van elke vogelliefhebber.

Roofvogels leiden vaak een verborgen bestaan. De zeearenden in de Hellegatsplaten vliegen vaak maar een paar uur per dag. De rest van de dag houden ze zich schuil in één van de bossen in het gebied. Roofvogels zijn bovendien behoorlijk schuw. Een roofvogel van dichtbij is een gelukje. En dan moet ik ook nog opbiechten dat ik soms nog aardig wat moeite heb om een sperwervrouwtje van een havikmannetje te onderscheiden. Om maar te zwijgen over het ontdekken van de verschillen tussen de grauwe kiekendief en een blauwe kiekendief. Dan bewijst de Roofvogelgids van Lars Gejl zijn nut. Een kloeke gids waarin je meer dan 500 prachtige foto’s aantreft van Europese topfotografen. Lars Gejl, bekend vogelaar en schrijver van vogelboeken, schreef de toegankelijke teksten. De Roofvogelgids is daarmee een gids voor een breed publiek.

recensie roofvogelgids lars gejl noordboek

Gieren, arenden, sperwers, wouwen, kiekendieven, valken. Dat zijn de belangrijkste hoofdstukken. De soorten zijn dus gerubriceerd per familie. Ik sloeg de Roofvogelgids open bij de havik. Een soort die ik dit jaar een paar keer zag (daarvoor zag ik hem nooit). Ik filmde hem zelfs een keer in de Biesbosch en ik raakte erg onder de indruk van het monster. De felle blik in de ogen, de manier waarop hij de meerkoet aan stukken scheurt. Een woestheid die je de adem doet inhouden. Het hoofdstuk over de havik is representatief voor de andere soorten in deze gids.

Wat meteen opvalt is de QR-code. Scannen maar, en je krijgt het geluid van de havik te horen. Silhouetten en een paar prachtige foto’s sieren de eerste twee pagina’s. Blijkens de omschrijving is hij met een beetje oefening gemakkelijk te herkennen door zijn krachtige uitstraling en gedrag. Nou, nu maar hopen dat ik binnenkort zowel een havik als een sperwer op één dag ga zien. Ronduit indrukwekkend vind ik de twee pagina’s met de vliegbeelden. Zowel het onder- als het bovenkleed zijn haarscherp gefotografeerd. Van mannetje, vrouwtje, adult en juveniel en zelfs een vergelijking met de vleugel van de sperwer. Dan volgen nog twee pagina’s met een uitgebreide beschrijving van het voorkomen en leefwijze van de havik. Er wordt kort aandacht besteed aan de ondersoorten die je in Europa aantreft en je wordt gewezen op een gelijkende soort, in dit geval de sperwer. Sla de bladzijde om en je komt deze kleinere variant van de havik tegen. Heel handig. Ik lees dat de havik in Nederland een vrij schaarse broedvogel is. Dat is dan weer jammer. Maar geen nood, je kunt hem in ons land overal waar struweel is tegenkomen.

Ik heb de Roofvogelgids voor alle zekerheid doorgebladerd om te kijken of het hoofdstuk van de havik inderdaad representatief is, en dat is het geval. Neem nu de pagina’s van de balkansperwer of van de slangenarend. Ik vind de foto’s opmerkelijk mooi. En dat vind ik bij vrijwel alle soorten. Ik vind ook de foto’s van de valken van een grote schoonheid. De ragfijne tekening op de onderzijde valt meteen op in de foto’s. Gewoon grote klasse.

Alle Europese roofvogels in één kloek boek. Vierkant met een flexibele kaft. Het boek valt makkelijk open en leest door de toegankelijke stijl heel prettig weg. De foto’s zijn de kers op de taart. Wie roofvogels wil leren herkennen die heeft met de Roofvogelgids een hoogstaande gids in handen. Misschien door het formaat iets minder eenvoudig mee te nemen in de rugzak, maar dat is een futiel detail. Wil je roofvogels goed leren herkennen, dan heb je juist veel detail nodig: in de omschrijvingen en foto’s. En die details nemen ruimte in beslag. Ik raad de Roofvogelgids aan elke vogelaar aan, of je nu beginner bent of meer ervaren. En al helemaal wanneer je op vakantie gaat naar een uithoek in Europa waar heel andere soorten leven dan in de Lage Landen. Kortom, en dat is mijn eindconclusie: een aanwinst op de boekenplank van elke vogelliefhebber.

Roofvogelgids / Lars Gejl / Noordboek / als paperback