Recensie: Rond de wereld in 160 eilanden, Boudewijn Büch

Dacht ik me te plezieren met een boek over de natuurpracht van talloze eilanden ver weg, kreeg ik me daar toch een boek in handen voor bibliofielen! Boudewijn Büch (1948-2002), schrijver en televisie-presentator, liet een heel oeuvre na over eilanden. Bizarre eilanden waar even bizarre verhalen aan kleven. En soms bizar weinig verhaal, maar Büch was schrijver genoeg om ook dan nog een boeiend verhaal te schrijven over dat verhaalloze eiland. De mooiste eilandverhalen van Boudewijn Büch werden gebundeld en gepubliceerd in Rond de wereld in 160 eilanden.

 

 

 

Maar allereerst de vraag: is Rond de wereld in 160 eilanden van Boudewijn Büch wel een verhalenbundel over eilanden? Is het in de eerste plaats geen ode aan de literatuur? Het gaat Boudewijn Büch namelijk helemaal niet om de pracht en praal van de eilanden. Flora en fauna komen maar mondjesmaat ter sprake in Rond de wereld in 160 eilanden. Neem nu een van de eerste thema’s van het boek: vuurtorens. Büch lijkt geobsedeerd door vuurtorens, en met name die in het meest zuidelijke puntje van Zuid-Amerika, nog zuidelijker dan Vuurland. Bibliotheken snuffelt hij door op zoek naar literaire geschriften over de vuurtoren. Publicaties kunnen niet oud genoeg zijn om te worden opgespoord. En de prijs niet te hoog om te worden aangeschaft. Hoewel. Die ene serie, hij stond op het punt hem aan te schaffen, toen een andere gegadigde hem nog te snel af was. Wat was Büch dankbaar dat hij voor een prikkie net dat ene deel over mocht nemen waar de koper geen belangstelling voor had en waar het hem net om ging: het deel over een of andere vuurtoren. Het kan nog wel eens een slag anders liggen. Rond de wereld in 160 eilanden is in de eerste plaats een verhalenbundel over een boekofiel, een verslaafde aan boeken.




Wonderlijke verhalen dist hij op over eilanden. Eilanden dicht bij, in de buurt van Schotland of daar net voorbij. En vooral eilanden ver weg. Tussen Zuid-Amerika en de Zuidpool. En liever nog in de Zuidzee. Büch was niet alleen de schrijver van zijn bekendste boek Een kleine blonde dood (nu verkrijgbaar tegen een wel heel aantrekkelijk prijsje), maar ook televisie-presentator van het reisprogramma De wereld van Boudewijn Büch. Nooit één aflevering van gezien, maar wat ik ervan begrijp was ook dit programma een combinatie van literatuur en reizen. Het moet een bijzonder programma geweest zijn. Büch die op elk eiland, hoe klein en afgelegen ook, op zoek gaat naar een boekhandel, naar een bibliotheek en naar het Nationale Archief. En soms is de armoedige conclusie dat het eiland boekhandel noch bibliotheek kent en dat het Nationale Archief in een wanordelijke toestand verkeert. Het is af en toe geducht lachen met Büch, want schrijven kan hij, en droog ook.

Soms sta je op het verkeerde been. Het verhaal over het nooit ontdekte eiland Tikania bijvoorbeeld. Wat een verhaal schrijft Büch over dit eiland! Compleet met een thrillerachtig plot en een levende dodo-populatie. ‘t Is een verzonnen verhaal, maar dat ontdek je pas na veel twijfel en achterdocht. Dat komt omdat je eerst prachtige verhalen over andere Zuidzee-eilanden hebt ‘genomen.’ Puka-Puka Island bijvoorbeeld. Waar hij op zoek gaat naar een schrijfster die ooit een jeugdboek over het eiland schreef, het mooiste boek dat ooit over Puka-Puka Island werd geschreven. Norfolk en Pitcairn zijn er ook een paar. Gelegen waar de wereld behoort op te houden, schrijft hij. Meer dan twaalfhonderd kilometer ten oosten van Australië. Of Bikiki Island, je weet wel, dat atol waar de Fransen hun atoomproeven hielden. Of zijn belevenissen op het eiland Réunion, waar de bevolking in opstand kwam omdat het regime een televisie-station sloot. Büch bezocht het eiland voor mooie en bijzondere boeken, maar kreeg rellen, kogels en doden te zien. Dan dan biecht hij op: boekenliefde, het heeft iets heel wereldvreemds.

Dat gevoel blijft ook een beetje bij mij haken na het lezen van Rond de wereld in 160 eilanden. Je moet wel erg van de boeken zijn om de kleinste eilandjes in de buurt van Oceanië te bezoeken voor de literatuur. Lezen doen ze in die contreien nauwelijks en schrijven nog veel minder, zo krijg je de indruk. Het zijn onwerkelijke verhalen over thema’s waar je waarschijnlijk nog nooit over hebt nagedacht en die je na het lezen van dit boek ook weer snel bent vergeten. Want kan jou het wat schelen wat de onbetekenende auteurs X schreef over een bepaald eiland ter grootte van nog geen postzegel? En toch, ik bleef wel lezen! Misschien ben ik ook wel een beetje te veel misvormd door mijn vak. Ik werk niet voor niets voor een uitgever. Lezen om het lezen, dat kan toch best? Is misschien wel een beroepsziekte. Een beetje een wonderlijk geval dus, dit Rond de wereld in 160 eilanden. En tegelijk ook intrigerend. Want waarom geeft Arbeiderspers, toch niet de minste onder de uitgevers in de grachtengordel, dit boek nog uit? Hoeveel mensen lezen dit boek nu nog?

Met een mengeling van verbazing, interesse en plezier Rond de wereld in 160 eilanden dus gelezen. Verbazing en interesse voor de thema’s en plezier vanwege de heerlijke stijl waarmee Büch zelfs onbeduidende zaken weet groot te maken. Ben je een bibliofiel, in de verte afstammeling van een bewoner van de Zuidzee of student literatuur met interesse in eilanden, dan dit boek zeker kopen. Behoor je niet tot een van deze groepen, dan zou ik geen sprintje trekken naar de boekhandel, maar eerst eens proeven in de bibliotheek.

Rond de wereld in 160 eilanden / Boudewijn Büch / Arbeiderspers / als paperback en als ebook