Een paar weken geleden raakte ik in gesprek met een auteur die geïnteresseerd is in het werk van de bekende Amerikaanse auteur Marilynne Robinson die met Gilead de Pulitzerprijs won. Ze raadde mij de roman Reservoir 13 aan. Een roman die je al even aandachtig moet lezen. Een roman die het leven in een Engels dorpje ergens in het heuvelachtige platteland op treffende wijze beschrijft.
Allereerst moet ik dan wel opmerken dat de meningen over Reservoir 13 aardig verdeeld zijn. Er zijn lezers die de roman saai en oppervlakkig vinden. En er zijn er die lyrisch zijn over het verhaal dat zich langzaam maar absoluut zeker uitrolt. Ik zit er een beetje tussenin. Saai vind ik het ook, maar dan in de goede zin van het woord. Het leven in een dorp is nu eenmaal saai. Oppervlakkig vind ik echter geen goede kwalificatie. Het zijn juist de terloopse zinnetjes waar je op gespitst moet zijn, die je op een spoor zetten (of niet als je er geen antenne voor hebt of als je er finaal overheen leest). Lyrisch ben ik ook niet, wel ging ik in de tweede helft steeds vaker en harder lachen. Er zit een portie droge humor verborgen in Reservoir 13 die ik wel waarderen kon.
Het verhaal is aldus: een plattelandsdorpje waar af en toe een schaap dood in het veld blijft, waar de dassen paren en jongen groot brengen, waar de jagers elk najaar fazanten vrij laten om ze later te kunnen schieten. Waar elk nieuwjaar vuurwerk wordt afgestoken, en in het voorjaar één of ander ritueel met klei de aandacht trekt. Waar een aantal dalen is afgesloten door een dam en zijn veranderd in stuwmeren. En waar in het binnenste van de mijnen nu en dan een flinke staaf dynamiet tot ontploffing wordt gebracht, aangekondigd door een eerste, tweede en derde sirene en flink wat stof.
Een dorp dus waar de Jacksons, de Hunters, Cathy Harris, Richard Clark, meneer Wilson, Les Thompson, dominee Jane Hughes hun dorpse leven leiden en de jongelingen James, Liam, Sophie en Rohan met elkaar opgroeien en het leven ontdekken. Het dorp waar wordt gegeten, gevreeën, gescheiden, gestorven en wordt gefeest. En één keer per jaar speelt de lokale cricketploeg tegen die van een naburig dorp en de traditie schrijft voor dat de lokale cricketploeg verliest. Gelukkig lees je ook over die ene uitzondering. Het leven verloopt zoals het in menig dorp verloopt: volkomen voorspelbaar, cyclisch en vooral: langzaam. De reiger staat steevast op de oever en in het holst van de nacht hoor je de vossen roepen. Veel natuur dus ook. Er is zelfs iemand die vlinders gaat inventariseren. Wat een heldin! Ondertussen weigert meneer Jones het elektriciteitshuisje van de school vrij te geven en later wordt bekend waarom. Elk dorp heeft zo zijn geheimen waarvoor zich het schaamt, en dit is er zo één.
Het dorpse leven wordt opgeschrikt door een verdwijning. Er verdwijnt een meisje van dertien. Rebecca heette ze, of Becky, of Bex. Deze zin wordt talloze keren herhaald. En zelfs jaren na de verdwijning duikt ze nog overal op. In café’s, in bushokjes en in vreemde landen. Al die tijd blijft de politie onderzoek doen naar de zaak, want gevonden wordt ze niet. Ja, de jongeren hierboven genoemd blijken bij nader inzien toch wel eens omgang met haar te hebben gehad. En die onfrisse zaak met meneer Jones suggereert wellicht iets duisters. Of neem dan de vader van het meisje. Die loopt bij tijden doelloos door de heuvels en wordt op een goede dag opgepakt wegens brandstichting. Heeft hij soms iets te maken met de verdwijning van het meisje. Rebecca heette ze, of Becky, of Bex.
De schrijfstijl van Reservoir 13 kan ik met geen enkele andere roman vergelijken. Ik las dat iemand het een verhaal vond in de sfeer van ‘en toen en toen en toen.’ Ik kan me goed voorstellen dat je met de stijl niet uit de voeten kunt. Het is een droge opsomming van kleinmenselijke gebeurtenissen. Droog en zakelijk worden ze opgediend, maar telkens met een kleine verrijking. In het begin duizelde het me van de namen. In een dorp heb je immers een vaste kern met daarom heen mensen die komen (vanwege een scheiding) en die gaan (vanwege een scheiding). Door die verrijkte herhaling krijgt het verhaal iets van berusting. Iedereen kent iedereen, het leven ligt vast, en voor datgene wat het daglicht niet verdragen kan, schamen we ons diep en daar wijden we dan ook geen woorden aan. Veranderingen zijn kleinmenselijk, groter worden ze niet. Op een enkele uitzondering na, bijvoorbeeld als er een meisje verdwijnt en niet wordt gevonden. Dat zweeft dan als een geest boven de heidevelden en het dorp en het vervult de harten van alle mensen.
Met toenemend plezier gelezen dus. De lach kwam vaker en werd steeds harder. En tot het einde de hoop op de onthulling van de oplossing van dat ene raadsel: wat is er destijds met het meisje gebeurd? Genomineerd voor de prestigieuze Man Book Prize. Een roman van formaat dus.
Update van deze recensie
Vandaag (9 februari 2020) las ik een recensie van Gerbrand Bakker in dagblad Trouw. Ik vond zijn analyse ook heel mooi. Hij schrijft: ‘Ik heb een ongelofelijk mooi boek gelezen. Een boek dat eigenlijk niet kan. Het heeft namelijk bijna een heel dorp als hoofdpersonage’. Met name die laatste zin vind ik inzichtgevend. Zo had ik het nog niet bekeken, maar zo kun je het zeker wel bekijken.
Reservoir 13 / Jon McGregor / Nieuw Amsterdam / als paperback en als e-book