Een verbluffend mooi boek. Zo open ik niet vaak een boekbespreking. Voor Reisvogels van verteller Theunis Piersma heb ik deze lovende kwalificatie graag over. De teksten zijn prachtig en de foto’s nog prachtiger. Door het kloeke formaat komen de foto’s van Jan van de Kam helemaal tot hun recht. Mocht je de er eerste zin hebben overgeslagen, dan herhaal ik hem nog maar: een verbluffend mooi boek.
Het eerste hoofdstuk in Reisvogels heeft als titel ‘Gevleugelde atleten’. Daar schemert al iets van de verwondering in door voor de prestaties van steltlopers. Steltloper zijn betekent voortdurend hard werken. Nooit blijft hij lang op dezelfde plek. Altijd is hij op reis. Eenmaal op reis stoppen ze niet om te eten, te drinken of te slapen. Steltlopers werken veel harder en langer dan mensen gewend zijn of daar überhaupt toe in staat zijn. Over wonderlijke prestaties gesproken. Neem nu ‘onze’ grutto. Trekkende grutto’s stijgen binnen enkele uren na vertrek naar een hoogte van vijf kilometer. Moet jij in dat tempo eens proberen in het hooggebergte of met een vliegtuigje. Geheid dat de hoogteziekte je zal vellen. Hoe die grutto’s dat presteren is nog altijd een volslagen raadsel.
Thuis, in Zeeland, hoor ik regelmatig mensen mopperen, omdat ze de slikken niet meer vrij mogen betreden. Vroeger mocht dat wel, en nu niet meer. Verongelijkte gezichten en verwensingen die binnensmonds worden geuit. Die vervloekte natuurmensen… Elke Zeeuw die zo denkt, raad ik het boek Reisvogels van harte aan. Echt, de teksten zijn niet moeilijk, maar wel razend interessant. Wist je dat een steltloper die tijdens zijn reis naar het zuiden (of het noorden) in de Oosterschelde neerstrijkt, niets anders doet dan zijn kostje bij elkaar scharrelen? Snel eten, altijd eten. En een versneld verteringsstelsel om het voedsel te verwerken. En een tijdelijk vergrote lever om al deze voedingsstoffen om te zetten. Hard werken is dit! En dat alles om extreem snel op te vetten voor de volgende etappe. Elke menselijke verstoring doorbreekt deze eetsessie, kost de vogels extra energie waardoor ze tussentijds moeten opgeven.
Lange vluchten maken is hard werken. De steltlopers souperen hun vetreserves op en brengen de grootte van spieren en hart terug naar wat op dat moment nodig is. Bij aankomst zijn de vetreserves uitgeput en zijn organen gekrompen. En dan het wonder: de vogels arriveren in een voedselwalhalla als de Waddenzee of de Oosterschelde en dan begint hun spiermaag te vergroten (om schelpen te verbrijzelen) en krijgen ze grote zoutklieren (om ingeslikt zout uit te scheiden). Vervolgens begint het grote schrokken. Dat daar rust voor nodig is, behoeft geen uitleg.
Er is nog meer. De lichamen van steltlopers zijn continu aan verandering onderhevig. Veren verslijten. Andere lichaamsdelen hebben rust nodig of raken beschadigd en moeten herstellen. Dat doen steltlopers als het voedsel het makkelijkst te vinden is en het risico op zelf te worden opgegeven klein. Ook nu zijn rustige omstandigheden onontbeerlijk.
En zo gaat Theunis Piersma in op een aantal wonderbaarlijke facetten uit het leven van steltlopers. Het leven in familieverband bijvoorbeeld. Een hoofdstuk dat je zeker moet lezen is het zevende, dat over de Flyways. Steltlopers blijken epische wereldreizigers. Ze reizen de wereld over op een manier die niet is te bevatten. Ze volgen onzichtbare lijnen in de lucht, beschikken over een ongelooflijke navigatiekunst en vliegen razendsnel van de ene bestemming naar de andere, vaak duizenden kilometers verderop. Het zijn wereldreizigers die heel goed weten wat ze doen.
Fotograaf Jan van de Kam reisde de wereld over, de steltlopers achterna. Het zijn werkelijk bizar indrukwekkende foto’s. Zie hem staan, de strandplevier met een zeeduizendpoot in zijn snavel. De vlucht kanoeten (ik denk althans dat het kanoeten zijn) die besneeuwde granietheuvels passeren, een zwerm in de vorm van een kolom. Of de twee rosse grutto’s op de toendra. Stijgen ze op of landen ze net? Twee pagina’s groot, majestueus. En dan al die zwermen. Groot, groter, grootst en altijd dicht. Steltlopers zijn altijd op de vlucht, altijd aan het werk.
Laten we ervoor zorgen dat we ze wat ruimte laten. En rust.
Reisvogels / Theunis Piersma / Bornmeer / hardcover