Het is een bekend fenomeen in ons kikkerlandje: de regen. In droge tijden kijken we allemaal uit naar regen, en als het eenmaal regent dan is het slecht weer. Ondanks dat de regen een bepalende factor is in ons land en overal op onze planeet, was er nog geen monografie geschreven over de regen in natuur en cultuur. Cynthia Barnett bracht daar verandering in. Hoe de regen in de loop van de wereldgeschiedenis ons leven heeft beheerst, beschrijft Barnett in haar fascinerende boek Regen een natuur en cultuurgeschiedenis.
Al bij het ontstaan van de aarde blijkt regen een bepalende factor. Terwijl de planeten Venus (te heet) en Mars (te koud) het water niet konden vasthouden, bleken de omstandigheden op planeet Aarde ideaal om waterdamp vast te houden. Waterdamp werd de bron van het water en van het leven. Leven dat zowel gevoed wordt door water, als erdoor wordt bedreigd. ‘Zonneschijn komt overal in overvloed voor,’ schreef de Amerikaanse natuurschrijver John Burroughs in 1878 in een loflied. ‘maar enkel daar waar de regen of dauw volgt, is leven.’ Zelfs van de grondlegger van de Verenigde Staten van Amerika, Thomas Jefferson, is bekend dat hij voortdurend de lucht in de gaten hield. Vaak sloot hij zijn brieven af met een opmerking over de regen, of het gebrek eraan. Barnett maakt in een aantal hoofdstukken duidelijk dat het fenomeen regen in de geschiedenis van de Verenigde Staten zo ongeveer alles heeft veroorzaakt wat je maar kunt voorstellen: van gekte tot armoede, van droogte tot prehistorische overstromingen, boerenbedrog en boomkanker.
Als het regent, is het slecht weer. Maar is dat waar? Regen heeft een grijze reputatie, schrijft Barnett in Regen een natuur en cultuurgeschiedenis, maar zijn erfenis is absoluut het tegenovergestelde. Schaarste aan regen betekent vaak schaarste aan kleur: droge prairies, stoffig zand, woestijndieren met bleke vacht om de hitte van de zon te weerkaatsen. Dieren in tropisch regenwoud daarentegen kregen een fel pigment en scherpe tekening zodat hun soortgenoten ze in de door de regen vervaagde jungle konden vinden. Het gaat bij een bepaalde vlindersoort zelfs zover dat vlinders die op een regenachtige dag uit hun pop kruipen, groter zijn en feller van kleur dan soortgenoten die tijdens een kurkdroge dag uit hun pop kwamen. Ook op het wereldtoneel heeft de regen zo zijn sporen nagelaten. Als de regen en modder de strijd in Waterloo niet hadden vertraagd (waardoor de Pruisen hun troepen konden hergroeperen), dan had Napoleon de veldslag waarschijnlijk gewonnen.
Een van de bekendste verhalen uit de Bijbel is het verhaal van Noach en zijn ark. De zoektocht naar het bewijs naar sporen van de zondvloed, bracht talloze wetenschappers in beweging en hield de wereld in haar ban. In de jaren twintig en dertig deden kranten wereldwijd verslag van de opgravingen door de Britse antropoloog C. Leonard Woolley in Ur in het oude Mesopotamië. Deze zoon van een geestelijke was ervan overtuigd dat hij bewijs zou vinden voor de zondvloed van Noach. Dat viel ernstig tegen, maar archeologisch onderzoek maakte wel duidelijk dat de rijke cultuur in het oude Mesopotamië ten onder is gegaan door eeuwenlange droogten. ‘Was er maar een beetje regen gevallen, dan zouden studenten klassieke talen naast Grieks en Latijns ook oud-Soemerisch leren,’ concludeert Barnett.
Ik ga in deze beschrijving een beetje kriskras door Regen een natuur en cultuurgeschiedenis heen. Het boek staat bol van gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis, zo veel dat alles bespreken een tekst oplevert van eenzelfde lengte als het boek! De Zwarte Dood dan, die akelige pest die huis hield in de Middeleeuwen. Wat blijkt? De invloed van de bacterie Yersinia pestis neemt toe bij hogere temperaturen en natter weer. En laat uit bomenonderzoek nu net blijken dat de jaren van de Zwarte Dood in Europa in de veertiende eeuw zowel warmer als steeds natter waren. Ook in onze tijden waart de pest soms nog rond en is het verband tussen warmere en vochtige omstandigheden aangetoond.
Ronduit hilarisch en tegelijk beangstigend zijn de hoofdstukken over weermakers in de Verenigde Staten. In de negentiende eeuw pretendeerden allerlei merkwaardige figuren dat ze regen konden maken. De een schoot met mortieren gaten in de wolken, een ander kookte in enorme kookpotten chemicaliën die wolken zouden stimuleren vocht los te laten en weer een ander liet simpelweg dynamiet ontploffen. En dan de mythe van ‘de regen volgt de ploeg’! Naarmate de kolonisten in de Verenigde Staten steeds verder in westelijke richting kwamen, deed zich het merkwaardige verschijnsel voor dat de regen hen als een gehoorzame hond leek te volgen. De spoorwegbazen waren dol op deze theorie. Zij kwamen met propagandacampagnes waarin werd beweerd dat de Great American Desert door de kolonisatie in een ‘regengordel’ veranderde. De massa liep mee, kritische wetenschappers werden genegeerd en duizenden kilometers spoorlijnen werden aangelegd. Deze mythe bleef tot ver in de twintigste eeuw hangen. Dat het klimaat daar in de Great American Desert droge en natte cycli kent, werd terzijde gelegd. Het waren de kolonisten die met hun pionierswerk de regen stimuleerden. Met fatale gevolgen, want in de Twintiger en Dertiger jaren van de vorige eeuw was de oorspronkelijke vegetatie compleet verdwenen, brak een jarenlange droogte aan en ontstonden stofstormen die duizenden slachtoffers maakte. Wie arm was werd armer, wie rijk was werd nauwelijks geraakt. En dat is nog steeds. In het hoofdstuk over vervuilde regen citeert Barnett een van de beste klimaatwetenschappers van de Verenigde Staten, Katharine Hayhoe, die zegt ‘het zijn juist de armen en de minder bevoorrechten die de grootste klappen krijgen.’
Een van de meest beangstigende verschijnselen in de geschiedenis van de regen is de geschiedenis met de al eerder genoemde weermakers. Hun boerenbedrog en populistische ijver imponeerde zelfs het Amerikaanse Congres, terwijl kritische wetenschappers geen behoor kregen. Is dat vandaag de dag anders? Populisme zet de toon en economische belangen prevaleren boven leefomstandigheden die voor een belangrijk deel fundamenteel worden beïnvloed door het klimaat. Terecht eindigt Barnett haar boek Regen een natuur en cultuurgeschiedenis met de conclusie dat het tijd is voor een omslag. En daarmee doelt ze uiteraard op de klimaatomslag waarin regenval ook een prominente rol speelt. Ik werk het in deze bespreking niet verder uit, maar volsta met de conclusie van Barnett die al lang bekend is: droge gebieden worden droger en natte gebieden krijgen steeds vaker te maken met enorme hoosbuien. Het weer op de planeet Aarde wordt kortom steeds heftiger. Er zijn zelfs wetenschappers die ervoor waarschuwen dat de omstandigheden van miljarden jaren geleden weer terug zullen keren als de opwarming van de Aarde niet wordt gestuit. Een scenario waarin zelfs de oceanen weer zouden kunnen droogkoken wordt door hen als mogelijk geacht.
Nu ja, dat klinkt allemaal wel erg apocalyptisch. Het boek bevat gelukkig ook gezelliger hoofdstukken, bijvoorbeeld over de moeizame geschiedenis van het ontstaan van de Mackintosh regenjas en de paraplu. En ook het hoofdstuk waarin het kikkers regent, is een stuk vrolijker. Ik heb Regen een natuur en cultuurgeschiedenis van Cynthia Barnett dan ook met veel plezier gelezen. Niet alleen vanwege de interessante en verrassende onderwerpen, ook vanwege de meeslepende schrijfstijl van de auteur. Regen een natuur en cultuurgeschiedenis is een voorbeeld van een boek waarin het centrale thema wordt verbonden met talloze bekende en minder bekende gebeurtenissen en verschijnselen. Wie dat kan zoals Barnett dat doet in haar boek, verdient lof en enthousiasme. Daar sluit ik dan ook mee af: mijn petje af voor Barnett. Iedereen in ons kikkerlandje zou dit regenboek moeten lezen.
Regen een natuur en cultuurgeschiedenis / Cynthia Barnett / Kosmos Uitgevers / Als paperback en eboek