De tuin als natuurgebied. Of je nu een grote of een kleine tuin hebt, het kan. Maar hoe pak je dat dan aan? Of beter gezegd: welke planten en struiken zet je er dan in? Arie Koster, hovenier en gespecialiseerd in wilde bijen en vegetatiebeheer, werkt dat uit in zijn Plantenvademecum voor wilde bijen, vlinders en biodiversiteit in tuinen. Een handig en prachtig uitgevoerd overzichtswerk voor iedereen die van zijn tuin een natuurgebied(je) wil maken.

‘Gewoon of safari in je eigen tuin!’ lees ik ergens voorin. Ik lees er ook in dat bij de indeling van de soorten bewust is gekozen voor een indeling op familie in plaats van op kleur, bloeitijdstip of grootte. Zo ontdek je de samenhang of relatie tussen soorten beter. Het Plantenvademecum is gericht op de inrichting van tuinen. Het doel is om groene professionals en tuinbezitters enthousiast te maken om werk te maken van de biodiversiteit in de tuinen. Een nobel doel, zou ik zeggen! Ook studenten kunnen er trouwens goed mee uit de voeten voor hun opleiding tot hovenier.

Na de inleidende hoofdstukken over de betekenis van tuinen en het kiezen van planten, stuit ik op een hoofdstukje over het gebruik van bijenhotels. Heel belangrijk voor bepaalde soorten wilde bijen. Deze bijen leven vaak solitair, en dus niet zoals de honingbij in een enorme kolonie. Door de juiste planten in je tuin te zetten, kun je juist deze bijzondere soorten een handje helpen. Helemaal achterin het Plantenvademecum vind je trouwens een overzicht aan van bijen in ons land. Je maakt kennis met ze in woord en beeld.

Het hart van dit boek vormt natuurlijk het plantenvademecum, het overzicht van planten die bijen aantrekken. Dat moet worden gezegd: dit plantenvademecum focust op bijen en in mindere mate op vlinders. Het accent ligt op inheemse planten, maar omdat ook een aantal uitheemse planten ondersteunend kunnen zijn voor bijen, worden deze ook opgenomen.

Dan natuurlijk over naar het plantenvademecum. Ik open een willekeurige pagina en tref daarop aan de Perzische keizerskroon en de Bostulp. Beide planten bloeien in april en mei. De herkomst ligt in het Midden-Oosten. De ene plant vindt zijn oorsprong in Iran en Irak, de andere onder meer in Turkije en andere landen in deze regio. Bij beide planten lees je welke bijen erop af komen en hoe makkelijk de insecten bij de nectar kunnen komen.

Een heel eind verderop kom ik de Kale jonker tegen met een prachtige parelmoervlinder op de bloem. Ik ben niet zover gegaan om te kijken welke soort vlinder het is. Ik vermoed een duinparelmoervlinder, een prachtige soort. Deze plant is wel inheems. Hij houdt van natte, matig voedselrijke bodems. De rietmaskerbij, zandbijen, hommels, honingbijen en vlinders bezoeken de bloemen. Van elke plant wordt op zijn minst één kleurenfoto afgebeeld. En ik zou het bijna vergeten te vermelden: elke plantenfamilie wordt kort ingeleid.

Achterin het boek tref je een aantal handige tabellen aan. Van de genoemde bijen, maar ook van de beste planten voor wilde (solitaire) bijen in tuinen. En ook van bijenplanten voor natte bodems en voor de moestuin. Tot slot een tabel met bijenplanten voor daktuinen en dakbegroeiingen.

En zo staat dit Plantenvademecum boordevol informatie over planten die van je tuin een paradijs maken voor bijen en vlinders en andere insecten. Het is een boek met een mooie uitstraling: kloek formaat, full colour uitgevoerd, hardcover en uitvoerig. Zeer compleet. Inderdaad een heel geschikt hulpmiddel voor groene professionals en tuinbezitters!

Plantenvademecum / Arie Koster / Fontaine Uitgevers / als hardcover