Recensie: Ontgroei, een vocabulaire voor een nieuw tijdperk, Giacomo D’Alisa

ontgroeiDuurzaamheid is een begrip dat vandaag de dag hoog in het vaandel staat. Welk bedrijf schermt er niet mee, al dan niet onder een marketingvlag? De economie moet een transitie ondergaan, horen we vaak. Een transitie naar een duurzame orde waarbij alle bronnen hernieuwbaar zijn. Afscheid nemen van fossiele brandstoffen bijvoorbeeld en overstappen op windenergie, of die van de zon. En dan zou de economie zelfs nog kunnen groeien, ja zelfs moeten groeien. Want de economie moet groeien, zo luidt het eeuwige paradigma. Maar kan dat wel? Is het mogelijk om de economie op een duurzame wijze te laten groeien? De auteurs van het boek Ontgroei betogen op overtuigende wijze dat dat niet mogelijk is. Er is in hun ogen slechts één manier om te komen tot een duurzame economie, en dat is door ‘ontgroeiing’. Een interessante these die nadere beschouwing behoeft.

Koop dit boek

 

 

Een boek met de titel Ontgroei, daarvan is de centrale boodschap wel helder. Wat ontgroeien precies inhoudt leggen de auteurs duidelijk uit: het moet uit zijn met het almaar en aldoor streven naar economische groei. De stelling dat technologie alle milieuproblematiek zal oplossen is in de ogen van de auteurs een wensdroom. Economische groei gaat altijd ten koste van iets of iemand. Van het milieu, van de natuur of van de armsten onder de mensen. We moeten grenzen stellen aan het gebruik van grondstoffen en hulpbronnen. Het doet sterk denken aan de ‘economie van het genoeg’ waarvan ik een aantal jaar geleden hoorde spreken. Het leidt geen twijfel dat de zucht naar voortdurende groei nu al enorme schade toebrengt aan planeet, milieu en de mensheid. En dat die schade op lange termijn alleen maar groter wordt. Economische groei is niet langer houdbaar, we moeten afscheid nemen van dit begrip en doorontwikkelen naar een economie waar eenvoud centraal staat. Een samenleving waarin mensen verlost zijn van de onbeperkte consumptiedrang. Een samenleving waarin mensen zijn gericht op waarden als delen, menselijkheid, vrije tijd en lokale verbanden.




De auteurs presenteren de nieuwe tijd als het tijdperk van ‘ontgroei’ of, in het Engels: ‘degrowth’.  Ze vormen een voorhoede van de zogenaamde ‘degrowth-beweging’. Ze noemen hun ideeën revolutionair, maar is dat niet een te mooie kroon op het hoofd? Want zo nieuw en revolutionair zijn die ideeën anno 2016 helemaal niet. Al in de jaren zeventig was er sprake van een ‘degrowth-beweging’ die grenzen aan de groei propageerde. Ook toen al was duidelijk dat we boven ons stand leefden en terug moesten in productie en consumptie om een milieucatastrofe te voorkomen. En daarbij moesten producten zo veel mogelijk lokaal worden geproduceerd en geconsumeerd. Wel zijn er in het afgelopen decennium nieuwe aanleidingen om nog harder op de trom van ontgroeien te roffelen: denk alleen al aan de kredietcrisis en de klimaatcrisis die zelfs de populisten onder ons niet kunnen ontkennen.

De voornaamste kritiek op de ontgroei-beweging is dat de westerse mens bepaald niet toe is aan ontgroeien en nooit zal komen ook. Verworvenheden opgeven ten faveure van minder bedeelden, de meeste politici en economen zien het niet gebeuren. Om over brede lagen in de samenleving maar niet te spreken. Je hoeft maar naar de hoog oplaaiende discussies over bijvoorbeeld de vluchtelingen te kijken om te beseffen dat delen zo makkelijk niet is. En misschien hebben de criticasters wel gelijk. In de loop van de geschiedenis hebben westerse mogendheden zich niet zelden bijzonder zelfzuchtig (of maar niet te noemen: roofzuchtig) opgesteld, zou dat inmiddels geen cultuurkenmerk zijn geworden? En is de wereld in zijn geheel inmiddels niet de equivalent van Paaseiland, waar de bevolking ten onder ging aan de roofbouw die zij pleegde op dat kleine eiland (waarover Dave Goulson overigens prachtig schrijft in het laatste hoofdstuk van zijn boek Geroezemoes in het gras).

Revolutionair of niet, de ideeën in het boek Ontgroei spreken mij bijzonder aan. De onverantwoorde wijze waarop wij de bronnen op onze kleine aardbol exploiteren, de roofbouw die wij op onze planeet, de natuur en op onze medemens plegen, zijn ten hemel schreiend. Niets doen zou getuigen van cynisme. En zo gek vind ik het niet na te denken over een ‘reset’ en om ons te richten op wat werkelijk belangrijk is. Ik ben dan overigens wel benieuwd naar de waarden die de basis gaan vormen voor die nieuwe samenleving. Zo versplinterd (en geseculariseerd) als de huidige westerse samenleving is… Het maakt me eerlijk gezegd een beetje pessimistisch als ik denk over de haalbaarheid van het hele ‘ontgroei-project’. Want één ding delen de aanhangers van de degrowth-beweging met mensen die menen dat technologie het antwoord is op al onze (milieu)problemen: ze geloven in de maakbaarheid van de samenleving. En laat ik daar nou net niet in geloven. Geef twee kinderen honderd laptops. Je zou zeggen dat ze elk tevreden een eigen laptop uitzoeken om er op te gaan gamen. Niets is minder waar. Geef twee kinderen honderd laptops en het duurt niet lang of ze kibbelen precies om die ene. Want dat is immers de beste, de mooiste, de grootste, de snelste? Zelfzucht, het zit in ons aller dna.

En toch: ontkomen aan ontgroeien doen we niet.

Ontgroei / Giacomo D’Alisa, Federico Demaria, Giorgos Kallis / Uitgeverij Jan van Arkel / paperback

Koop dit boek

 

Boeken over wildplukken en tuinieren