Een van de belangrijkste pijlers waarop onze samenleving is gebouwd, is het christendom. De christelijke cultuur zit al eeuwenlang in ons, schrijft Yvonne Zonderop in haar boeiende boek Ongelofelijk. En toch. Door de felle secularisatie hebben nog maar weinig mensen een antenne voor de religieuze dimensies die onze samenleving hebben gevormd en nog altijd kleuren. Verrassend genoeg laat religie zich echter niet zomaar wegpoetsen, zoals steeds meer mensen ontdekken. Tijd om religie weer serieus te nemen, is haar devies. Want religie heeft ons ook heel veel goeds te bieden.
Wie geen enkele kennis meer heeft van het christelijk geloof, die is niet meer in staat om belangrijke culturele uitingen uit vroeger en recenter tijden te begrijpen. Yvonne Zonderop noemt in Ongelofelijk cultuurhistorische iconen als het schilderij De verloren zoon van Rembrandt van Rijn en de laatste gedichten van Joost Zwagerman. En er zijn natuurlijk nog tal van andere iconen te noemen.
Religie. Christendom. De Nederlandse samenleving heeft een ronduit ambivalente relatie mee. Enerzijds is het zonneklaar dat gelovigen en hun instituties een enorm ‘sociaal kapitaal’ vertegenwoordigen. Anderzijds is religie voor veel Nederlanders, zo niet de meeste, een privékwestie die niet in het publieke domein thuishoort. Met Mark Rutte hebben we een premier die tijdens publieke optredens nauwelijks in staat is om zijn inspiratiebronnen te verwoorden. Maar tijdens een lekenpreek komt hij er open voor uit dat het christendom voor hem een belangrijke bron van inspiratie is. Een wat merkwaardige spagaat, moet ik erkennen.
In de eerste hoofdstukken van Ongelofelijk beschrijft Yvonne Zonderop waarom de secularisatie in Nederland veel heftiger heeft kunnen toeslaan dan in ons omliggende landen. Aversie tegen verstikkende kerkelijke instituties die alles tegenhielden wat de vooruitgang diende, blijkt een van die belangrijke aanjagers. Veel ex-gelovigen braken radicaal met deze instituties en lieten met het badwater het kind weglopen: ze namen afscheid van de kerk en verloren hun geloof. Ervoor in de plaats kwamen economische groei, persoonlijke vrijheid en optimisme. Veel mensen konden het wel af zonder God. Wat verloren ging werd later pas merkbaar: een leven vol betekenisgeving en diepe bindingen. En dat terwijl mensen ten diepste toch ergens bij willen horen. Dit gemis baarde volgens een prominente filosoof als Michael Sandel, auteur van onder andere Politiek en moraal, de populistische beweging. ‘De populistische beweging kun je beschouwen als poging om vraagstukken van zingeving en identiteit terug te brengen in het publieke domein.’
Ook een psychiater als Frank Koerselman, schrijver van Wie wij zijn, ziet dat veel landgenoten het helemaal niet fijn vinden om er alleen voor te staan. Groepsgerichte mensen missen de gezamenlijkheid van vakbond of kerk. ‘We zijn individuen die alleen zijn komen te staan in een kale wereld.’ Autonomie is voor sommigen heerlijk, maar niet voor iedereen. Uit onderzoek blijkt zelfs dat mensen met een religieuze inslag in het voordeel zijn. ‘Wie leeft met het idee van een hogere macht, laat zien dat hij bereid is zich te onderwerpen aan gegevenheden die misschien niet eerlijk of redelijk zijn, maar die nu eenmaal zo zijn. Je accepteert dat je niet alles in de hand hebt.’
Dit verklaart de enorme vlucht in de spiritualiteit. Oosterse en westerse, al dan niet met een individueel sausje. De opmars van spiritualiteit kun je verstaan als een verwijt aan de kerk, schrijft Yvonne Zonderop in Ongelofelijk. De kerk heeft daar lange tijd te weinig ruimte aan geboden. Maar uiteindelijk ontbreekt in het landschap van de spiritualiteit het gedeelde verhaal, de taal of kunst uit een gezamenlijk boek. Het is hooguit een aanvulling op het christendom, maar geen alternatief.
Over de verrassende comeback van religie, zo luidt de ondertitel van Ongelofelijk. Jazeker. Want religie laat zich zomaar niet wegpoetsen. Niet in de privésfeer en ook niet in het publieke domein. Neem alleen al alle aandacht die er is voor de islam. Een niet te negeren feit. En hoeveel mensen beseffen nog dat het christendom te bakermat is van de huidige liberale rechtstaat, zoals politiek filosoof Larry Siedentop betoogt? Jezus en Paulus zagen de mens als individu dat voor God gelijk was aan andere individuen. ‘Het idee dat mensen gelijk zijn voor God vindt zijn vertaling in onze democratische basisregel dat ieders stem even zwaar telt, ongeacht je maatschappelijke positie.’ De bekende filosoof Fréréric Lenoir legt het accent juist op een kernwaarde van het christendom: de liefde voor de mens. Het christendom is hiermee de wegbereider voor het humanisme met zijn leer van de onvervreemdbare waardigheid van ieder mens.
Het is heel verleidelijk om nog veel meer te citeren uit Ongelofelijk. In elk hoofdstuk en in haast elke alinea geeft Yvonne Zonderop het verhaal van het christendom in onze samenleving een nieuwe twist. Of scherpt een eerdere twist aan. Ik wil toch nog wijzen op een commentaar in de progressieve Britse kant The Guardian. ‘Als het christendom uit Europa verdwijnt, zal dat belangrijke implicaties hebben voor ons allemaal. Een postchristelijk Europa zal ongetwijfeld een moraal hebben, maar geen christelijke moraal. Het idee dat mensen rechten hebben simpelweg omdat ze mens zijn (…) vloeit voort uit het christendom. (…) De geloofsbelijdenis taant. Dat is niet zonder risico. Wat gebeurt er als ons collectieve geheugen wegglijdt van de wortels van de christelijke ethiek?’
Zal het zover komen in Nederland? Als het aan de oorspronkelijke Nederlanders ligt, waarschijnlijk wel, want de secularisatie vreet onverstoorbaar door. Misschien dat nieuwe Nederlanders zullen zorgen voor een onverwachte wending. Het aantal nieuwe Nederlanders met christelijke wortels overtreft in aantal waarschijnlijk het aantal moslims in ons land en is er op zijn minst aan gelijk. Als die migranten maatschappelijk actief worden… En dat zou zomaar kunnen, want in tal van grote steden ontplooien maatschappelijk-betrokken christenen initiatieven met oog voor de medemens, buurt en stad.
Dan nog hebben we in Nederland te maken met ambtenaren die ooit radicaal met kerk en geloof besloten te stoppen. Een ambtenarenapparaat dus dat wordt gedomineerd door mensen met een aversie, al dan niet bewust, tegen religie en christendom. Dat leidt soms tot kolderieke situaties. Maar hoe lang kan de overheid, kunnen ambtenaren, wegkijken als het gaat om religie in het publieke domein?
Daarin moeten ze niet te lang volharden, zo concludeer ik na het lezen van Ongelofelijk van Yvonne Zonderop. Want religie en in het bijzonder christendom zijn weer terug. Het zou onze samenleving schade berokkenen als het christendom als bepalende factor genegeerd blijft worden. Daarvoor was en is haar inbreng te fundamenteel.
Je merkt: een wel erg lange bespreking. Daaruit kun je op zijn minst twee dingen afleiden. De eerste is dat ik Ongelofelijk. Over de verrassende comeback van Yvonne Zonderop een heel interessant boek vind. Het liefst zou ik het willen overschrijven. Het tweede is dat dit ik Ongelofelijk tijdens mijn vakantie heb gelezen dat ik deze bespreking met een fris hoofd schrijf. Mijn hoofd is zo fris dat het van stoppen nauwelijks wil weten.
Ongelofelijk dus. Een opmerkelijke apologetiek van een cultuurchristen. Tevens een playlist van inzichten van actuele denkers. Geschreven voor iedereen die nadenkt over de relevantie van het christendom in onze moderne samenleving. En elk geval voor mij als marketeer voor een uitgever van boeken over het christendom. Wat mij betreft lezen dus.
Ongelofelijk. Over de verrassende comeback van religie / Yvonne Zonderop / Prometheus / als paperback en als e-book