Recensie: Ode aan de nachtegaal, Dick de Vos

Dick de Vos is een veelzijdig schrijver van vogelboeken. Ik noem met ere zijn gids Wat zingt daar?, een heel toegankelijke gids voor wie vogelgeluiden wil leren herkennen. Ook zijn Veldgids Vogeltrek mag er zijn. Een gids voor vogelaars met voorliefde voor de trek van vogels. En dan ligt nu zijn nieuwste boek voor me, zijn Ode aan de nachtegaal, dat de biologie van de beroemdste onder de zangers combineert met een al even boeiende cultuurgeschiedenis.

Elk voorjaar verlang ik er weer naar om de nachtegaal te horen. Ik moet bekennen dat ik dan allereerst met een zekere weemoed aan Frankrijk denk. Denkend aan het Franse voorjaar, denk ik aan de nachtegaal. In de Brenne, de Auvergne en in Bourgondië lijkt de nachtegaal vanuit vrijwel elke struik te zingen. Zijn luide en ontzettend gevarieerde zang laat hij dag en nacht horen. In Ode aan de nachtegaal leerde ik dat de nachtegalen die in de nacht zingen, nog solitaire vogels zijn die om het hardst zingen in de hoop dat boven hen een vrouwtje nachtegaal vliegt en op zijn klanken afkomt.

In Nederland komt de nachtegaal vooral in de duinstreek voor. Geen wonder dat Dick de Vos begint met een vogelexcursie op Landgoed Meijendel bij Wassenaar. Er zit er zowaar eentje vanuit de top te zingen! Dat komt niet vaak voor, mijn ervaring is dat nachtegalen meestal vooral vanuit het hart van een struik zitten te zingen, en dat bevestigt De Vos in zijn boek. Hij geeft al meteen aan dat het merkwaardig is dat de oude Grieken een klaagzang hoorden in de zang van de nachtegaal. Als De Vos verderop in zijn boek de cultuurgeschiedenis van de nachtegaal ontvouwt, zal blijken waarom.

recensie ode aan de nachtegaal dick de vos
Zijn levenslust straalt
hopelijk uit iedere pagina.
Dit boek is mijn ode aan
deze onsterfelijke zanger,
larger than life.’

– Dick de Vos

Het wordt overigens tijd dat ik mijn steven eens ga omgooien, wat de nachtegaal betreft. Niet richting Frankrijk, maar naar het noorden van Duitsland. Daar komt namelijk de noordse nachtegaal voor, die nog meer dan de ‘gewone’ nachtegaal meer gebonden is aan water. De noordse nachtegaal heeft een iets minder gevarieerde zang. Helaas heb ik die nog nooit live gehoord. Het wordt tijd om de noordse nachtegaal te gaan ervaren! Overigens kun je in Nederland in menig moerasgebied nog een familielid van de nachtegaal zien en beluisteren: de blauwborst die weliswaar een minder explosieve zang voortbrengt, maar wel een stukje mooier is dan de nachtegaal. Hoewel ik eerlijk gezegd vind dat je dat niet kunt zeggen. Elke vogel is in zichzelf mooi.

Wat voor veel zangvogels geldt, geldt ook de voor nachtegaal: het is eigenlijk meer een Afrikaanse vogel dan een Europese. Het grootste deel van het jaar brengt hij namelijk in Afrika door. In Europa is de nachtegaal alleen van april tot en met juli. Vroeg in de zomer vertrekken de nachtegalen weer op weg naar hun overwinteringsgebieden net ten zuiden van de Sahara. De noordse nachtegaal vliegt nog wat verder naar het zuiden. Overigens verbaas ik me erover om het verspreidingskaartje van beide soorten te zien. Het leefgebied strekt zich uit van de westkust van Europa tot diep in Azië. Hoeveel duizenden kilometers je naar het oosten kunt reizen en dan nog altijd een ‘thuisvogel’ horen en zien…

Boeiend zijn de bezoekjes die Dick de Vos brengt aan nachtegalenkenners. Marc Naguib, hoogleraar gedragsecoloog, komt aan het woord. Naguib weet ‘alles’ te vertellen over de zang van de nachtegaal. Natuurlijk komt ook de evolutie van de nachtegaal ter sprake, vooral in een gesprek met George Sangster, een evolutiebioloog die zich afficheert als een ‘splitter’. ‘Splitters delen veel bekende soorten op in verschillende soorten, lumpers willen de zaak juist overzichtelijk houden door zoveel mogelijk soorten bijeen te houden,’ zo lees ik. Weer iets geleerd! En in de Amsterdamse Waterleidingduinen is ecoloog en vogelringer Vincent van der Spek actief. Tijdens dat bezoek ontspint zich een gesprek over de leefwijze en verspreiding van de nachtegaal.

Dan over naar de cultuurgeschiedenis van de nachtegaal. Al snel wordt duidelijk waarom die oude Grieken de nachtegaal voor een klager vonden. Niemand minder dan Penelope, de vrouw van Odysseus, vergelijkt zichzelf met de nachtegaal die ‘haar kind Itylos mist.’ Oude bronnen verhalen verschillend over de oorzaken van dit gemis. In de ene bron doodt de moeder van Iltylos in een vlaag van jaloezie per ongeluk haar eigen kind. In een ander geschrift doden de moeder en zijn tante het kind om wraak te nemen op zijn vader. Een van die bizarre verhalen die de Griekse mythologieën zo interessant maken. Niemand minder dan Socrates droeg bij aan de onttovering van de mythologische verklaring van de herkomst van vogelgeluiden, maar moest dat met de dood bekopen. Plato, zijn illustere student, wijst erop dat geen enkele vogel zingt wanneer hij honger heeft of pijn ervaart. Dan komt er nog een verklaring voor het feit dat de oude Grieken de nachtegaal maar een klager vonden: zijn zang deed denken aan de weeklachten die de vrouwen lieten horen tijdens begrafenisrituelen.

In de Middeleeuwen hangt rond de nachtegaal vooral het aura van romantiek, erotiek en buitenechtelijke toestanden. ‘Luisteren naar de nachtegaal,’ was toen een eufemisme voor seks. En de nachtegaal zelf voor de penis. Maar gelukkig waren daar de deugdelijke geestelijken die de vogel juist prezen als de vogel die de lof van God prijst. Nog weer later ontstaat er een literaire traditie waarin de nachtegaal zich al zingend, dooddrukt tegen de doorn van een roos. Ik ga wat snel door het hoofdstuk heen, maar associeer dit maar met het ervaren van een flinke portie liefdesverdriet. Weer later dook de nachtegaal in de romantische gedichten op van Engelse dichters die er beroemd mee werden. De titel Ode aan de nachtegaal moet wel zijn ontleend aan het bekende gedicht Ode to a Nightingale van John Keats (1795-1821).

In de Lage Landen stak Guido Gezelle met kop en schouders boven de rest uit. Zijn gedicht over de nachtegaal is een van de weinige die vogelgeluiden nabootsen.

Vogels in de kunst, op de post en in de muziek. Deze hoofdstukken maken de cultuurgeschiedenis van de nachtegaal compleet. In het slothoofdstuk zwenkt de blik dan weer even naar de biologie: hoe lang kunnen we nog genieten van de nachtegaal? Overal op het platteland gaat de biodiversiteit snel achteruit. Zal de nachtegaal stand houden? Wie op zoek is naar een groen stemadvies, die leze zeker dit hoofdstuk.

Ode aan de nachtegaal heb ik heel geboeid gelezen. De biologie van de nachtegaal is op zichzelf al heel boeiend, maar wie ook gevoel heeft voor cultuurgeschiedenis, die zal ook van deze hoofdstukken smullen. De nachtegaal heeft in alle eeuwen de harten van Europeanen in vervoering gebracht. De ene cultuur legde de nadruk op de klagerige tonen in zijn zang, een andere cultuur had meer oor voor de verleidelijke tonen (soms met gepaste afschuw), terwijl de vrome geestelijken de toehoorder vooral naar de hemel wilde laten kijken al luisterend naar de Mozart onder de vogelen. Voor mij staat de nachtegaal nog steeds symbool voor de Franse lente. Laat maar komen, die lente. En mocht ik dan niet in Frankrijk zijn, dan ga ik wel naar de duinen. Bij Wassenaar bijvoorbeeld, of op Voorne-Putten. Deze rijk geïllustreerde en met zorg uitgevoerde ode aan de nachtegaal is wat het is: een ode die je niet mag missen. En na het lezen in april en mei zéker naar buiten om de nachtegaal te horen zingen!

Ode aan de nachtegaal / Dick de Vos / KNNV Uitgeverij / als hardcover

Verwelkom nieuw leven in jouw tuin dit broedseizoen!