Je wandelt door bos of park en je komt een boom of struik tegen. Het is winter, bladeren heeft de boom niet meer. Bloemen evenmin. Wat zijn nu de kenmerken waarmee je de boom op naam kunt brengen? Knoppen en twijgen blijken nu goede aanknopingspunten om boom of struik te herkennen. De Natuurgids knoppen en twijgen van Jean-Denis Godet (auteur van een groot aantal Duitstalige natuurgidsen) helpt je om meer dan 150 soorten bomen en struiken te herkennen aan de knoppen en twijgen.
Laat ik om te beginnen eens een opmerking maken over het gebruiksgemak. Ik opende nietsvermoedend de gids en hij bleek wel heel prettig open te vallen. Veel gidsen staan vaak heel strak ‘in het pak’ en klappen meteen weer dicht, maar deze gids blijft op tafel gewoon open liggen. Heel prettig.
Wil je bomen en struiken leren herkennen in de winter, dan kun je afgaan op een aantal kenmerken. Het meest eenvoudige kenmerk is natuurlijk de vorm van de boom. Van bomen en struiken in een bos of park zie je vaak het silhouet niet, maar van vrijstaande bomen wel. Is de boom nog ongeschonden, dan biedt de vorm al de nodige aanknopingspunten om hem te herkennen. Heel karakteristiek zijn natuurlijk de bast en de schorsstructuur. Toch geldt ook hier een voorbehoud: de schors ontwikkelt zich in de loop van de jaren. Een jonge boom kent vaak een gladde bast; bij een oudere boom is de schors vaak veel ruwer.
Eenjarige scheuten, de twijgen die in de laatste groeiperiode zijn gevormd, zijn de basis voor herkenning in de wintermaanden. Deze twijgen hebben namelijk kenmerken die nog niet vervormd zijn. Gebruik dan wel de scheuten van de buitenste delen van de boom of struik, want die zijn in de meeste gevallen echt ongeschonden. Binnenste takken kunnen door water of schaduw toch al bepaalde afwijkingen vertonen. Zo blijft de determinatie van bomen en struiken een kwestie van veel doen en goed nadenken waar je je op richt.
Pas echt moeilijk maak je het jezelf als je de bladlittekens wil gebruiken om de boom of struik te herkennen. Daar waar een tak is afgevallen, blijft op de tak een litteken achter dat een unieke vorm heeft. Maar deze littekens zijn vaak zo klein, dat je aardig wat moeite moet doen om ze goed te bekijken.
En dan zijn er natuurlijk nog de knoppen. Je kent ze vast, de knopschubben die het zachte weefsel van de bladeren beschermen tegen vorst en vraat van dieren. De schubben zijn hard en vaak kleverig. Deze knoppen zijn prima aanknopingspunten om boom of struik te herkennen.
De Natuurgids knoppen en twijgen van Jean-Denis Godet biedt na de inleidende hoofdstukken voor naaldbomen en loofbomen handige determinatiesleutels voor juist die knoppen en zoals de titel aangeeft, ook de twijgen. Voor de loofbomen zijn de knoppen als volgt uitgesplitst:
- Tegenoverstaande knoppen of knoppen die met meerdere kransvormig zijn gerangschikt.
- Knoppen die verspreid en tweerijig zijn gerangschikt.
- Knoppen die spiraalsgewijs zijn gerangschikt.
- En groenblijvende loofbomen en -stuiken.
De determinatiesleutels worden luister bijgezet door kleine foto’s, een beknopte beschrijving van de kenmerken die het meest in het oog springen en natuurlijk de verwijzing naar de uitgebreide beschrijving verderop in de Natuurgids knoppen en twijgen. Pal voor de determinatiesleutels vind je trouwens een praktische uitleg hoe je die sleutels kunt gebruiken en een overzichtstabel met een indeling van bomen en struiken.
De uitgebreide beschrijvingen in het tweede deel van de gids, zijn heel mooi opgezet. De detailfoto’s van de twijgen en knoppen zijn lekker uitvergroot en lichten mooi op tegen de zwarte achtergrond. Zie bijvoorbeeld de pagina met de beschrijving van de Witte paardenkastanje. De kleverige knop glimt overduidelijk. De omschrijving wijst je op de eindknoppen die in dit geval breed en kegelvormig zijn en groter dan de zijknoppen. De zijknoppen zijn spits eivormig en liggen tegen de twijg aan of staan er vanaf. De knobschubben zijn olijfbruin en kleven sterk. De bladlittekens zijn veelsporig, is de korte mededeling. Alle aandacht gaat dus uit naar de knoppen en de twijgen waarvan op de tegenoverliggende pagina een foto staat vermeld. Onder de foto van de twijg van de Witte paardenkastanje staat vermeld dat de jongen twijgen olijf, grijs tot grijsbruin zijn. De twijgen zijn kaal en monopodiaal groeiend.
Hier moet ik als vogelaar even op onderzoek uit. Wat betekent monopodiaal ook alweer? Ik lees al snel dat dit het tegenovergestelde van sympodiaal, ook al zo’n term die ik graag aan plantenliefhebbers laat. Het komt er kort op neer dat bij monopodiale groei de stengel telkens uit de eindknop groeit en dat bij sympodiale groei de stengel telkens uit de zijknop groeit. Gelukkig kun je een uitleg van veel gebruikte en heel specifiek termen aan het begin van het derde hoofdstuk tegen.
Het is nog winter tijdens het schrijven van deze recensie. Ik ga binnenkort eens het park in om de bomen en struiken op naam te brengen met de Natuurgids knoppen en twijgen. Ik vind het een heel prettige gids door de uitvoering (de gids valt heerlijk open en blijft ook open liggen), door de uitgebreide determinatiesleutels die je als vanzelf bij de juiste soort brengen) en door de prachtige detailfoto’s in de uitgebreide beschrijving. Liefhebbers van bomen en struiken, of mensen die op welke manier dan ook werkzaam zijn ‘in het groen’ zullen denk ik veel aan de Natuurgids knoppen en twijgen hebben. Een boom of struik herkennen in de winter vereist een specifieke kijk en deze gids leert je te kijken naar een paar specifieke kenmerken.
Een praktische en bruikbare gids dus voor iedereen die zich bezig houdt met bomen en struiken.
Natuurgids knoppen en twijgen / Jean-Denis Godet / Uitgeverij Noordboek / als luxe paperback
Mijn tips voor natuurbeleving en vogels kijken
Met deze tips beleef je de natuur nog intenser en komen de vogels letterlijk dichterbij:
(voor elk budget de drie beste opties) | |
(héél véél keuze, en zelfs met geheel contactloos verblijf en dus veilig!) | |
(voor elk budget een paar opties) | |
(per provincie gesorteerd) | |
(aantrekkelijke planten voor vogels, vlinders en andere insecten) | |
(lees hier mijn tips om spechten, mezen en roofvogels naar je tuin te lokken) | |
(mijn persoonlijke top tien) |