Recensie: De man en het hout, Lars Mytting

Tijdens onze vakantie in de Auvergne las ik het bijzondere boek De man en het hout van de Noorse schrijver Lars Mytting. En hier viel dit boek precies op zijn plaats. In de eerste plaats omdat je in die regio om de zoveel kilometer een perceel productiebos passeert. Als je even uitstapt om de wielewaal te beluisteren, vallen de mooie stapels hout je direct op. In de tweede plaats omdat we ons eeuwenoude Franse vakantiehuisje met een heerlijke Franse houtkachel warm stookten. Maar ik wil niet onvermeld laten dat we thuis ook fervente houtstokers zijn. Met het boek De man en het hout had ik een ode aan het kappen en stoken van hout in handen. En aangezien je hout kapt in een bos, kun je met recht beweren dat dit ook een soort van natuurboek is, nietwaar?

Hout is precies de reden waarom Scandinaviërs er zijn. Zonder hout zouden de koude gebieden in het noorden van Europa ontvolkt zijn geweest. Vanaf het vroegste begin hebben mensen er hout gehakt en voor de daaropvolgende winter gedroogd. Natuurlijk werd en wordt er ook in andere delen van de wereld flink wat hout gestookt, maar nergens zit het stoken van hout zo in de genen dan bij Noren en buurvolken. Ook Lars Mytting is behept met het houtstookvirus. Hij is een van de best verkopende Scandinavische schrijvers die met een van zijn romans zelfs een boekhandelsprijs won. Schrijven kan Mytting, zelfs tegenstanders van hout stoken zullen zijn bestseller De man en het hout met smaak lezen. Maarten ‘t Hart schrijft zelfs: ‘Dit is de Bijbel van de houtstoker.’

de man en het hout

Hoewel ik niet direct een fan ben van Maarten ‘t Hart, zijn romans hebben me helaas geen van alle echt kunnen boeien – oké misschien op De ortolaan na dan – maar dit zeg ik hem na. De man en het hout is een ode aan het kappen, zagen, klieven, stapelen, transporteren en stoken van hout. Met veel liefde schrijft Lars Mytting over het schitterende berkenbos van Arne Fjelds die met passie vertelt over het verzorgen van zijn bomen alsof het rozenstruiken zijn. Kijk, dat zijn nou precies de types die chagrijnig worden van sissend hout in de kachel: dat is hout dat niet droog genoeg is en niet gestookt mag worden. Het zijn ook types die ieder blok bekijken en als het een mooi patroon heeft, dit blok opzij legt en het gebruikt voor houtsnijwerk. Bij het hout hakken piekeren ze niet over hun problemen. Hun hoofd is nooit zo heerlijk leeg als wanneer ze met hout bezig zijn.

Zomerkap of winterkap, het maken van aanmaakhout en hoe het meest milieuvriendelijk te stoken zijn zomaar een paar thema’s in het eerste hoofdstuk. Dat laatste, het milieuvriendelijk stoken is zo vanzelfsprekend niet. Hout stoken heeft bij velen bepaald geen beste naam, omdat in vroeger tijden ‘s nachts de kachel brandende gehouden moest worden en dit gebeurde door een paar flinke blokken op het vuur te gooien en vervolgens de luchttoevoer flink te beperken. Zo krijg je een langzaam brandend vuur dat zeer veel rook veroorzaakt: onvolledige verbranding dat een heel dorp onder een deken van verstikkende rook kan zetten. Mensen met astma krijgen van het lezen van deze manier van stoken spontaan een hoestaanval. Terecht merkt Lars Mytting op dat het zo niet moet. En dat het ook niet meer hoeft met de moderne houtkachel die een enorm rendement oplevert.

De koningin van de Noorse houtbossen is de berk. De brandwaarde is hoog en er spatten geen vonken vanaf. En de schors is makkelijk aan te steken. In Denemarken is de beuk juist de nationale boom. Deze boom heeft de hoogste brandwaarde van alle bomen die in Scandinavië voorkomen. En natuurlijk komt ook de eik aan de orde, ‘de houtsoort’, zo schrijft Lars Mytting, ‘die zonder twijfel het meest voor de ontwikkeling van de westerse beschaving heeft betekend.

Ach, en dan het gereedschap! De man en het hout is ook het verhaal van de man en zijn gereedschap. ‘Elke kras in de zaag, bijl of handgrijper doet terugdenken aan bezwete dagen in het bos. Het patina van hars en intensief gebruik geeft veel houtliefhebbers een nauwe band met het weinige en simpele gereedschap dat ze nodig hebben. (…) Goed gereedschap zal gebruiksslijtage van een heel leven dragen en uiteindelijk als een monument voor degene die het gebruikte overblijven.’

Tot slot de houtstapel. Je herkent de stoker aan zijn stapel. De een zweert bij rond, de ander bij vierkant en weer een ander maakt er een waar kunststukje van. Ook de houtstapel maakt diepe gevoelens los bij de houtstoker. ‘Bij een houtstapel weet je wat je eraan hebt. Die verliest niet op de beurs. Hij roest niet. Hij vraagt geen echtscheiding aan. Hij staat daar gewoon maar één ding te doen: op de winter te wachten. (…) Je herinnert je het verwrongen stammetje dat weigerde aan de bijl toe te geven. Dat stuk hout dat scheef kwam te liggen zodat de hele stapel instortte. Daar ben je dan. Maar nu is het winter, en jij gaat de kachel in.’

Lars Mytting schreef met De man en het hout haast een mythisch boek over hout stoken en alles wat erbij komt kijken. Doorgewinterde stokers zullen veel herkennen, en zullen er nog veel van opsteken. Hout stoken doe je meestal binnen, maar het voorwerk gebeurt buiten, midden in het bos of op het veld. In de natuur dus. De man en het hout vind ik een formidabel natuurboek dat ik elke houtstoker van harte aanraad. Por de kachel op en dan lekker met dit boek op schoot lezen. Plotseling kom je bij die ene zin en sla je een blik in de kachel en knik je instemmend: inderdaad, in de vlammen zie je een gezicht.

Heb je na het lezen van De man en het hout nog niet genoeg gelezen van Lars Mytting, dan raad ik je zijn grootse en meeslepende roman De vlamberken aan. Ook in deze roman speelt hout een grote rol. Ik heb deze roman met heel veel plezier gelezen!

De man en het hout / Lars Mytting / Uitgeverij Atlas-Contact / als paperback en als eboek