Recensie: Een lamp voor mijn voet, Liesbeth Labeur

Liesbeth Labeur is een veelzijdig kunstenaar, ook bekend onder de naam Sela. Momenteel  werkt ze mee aan All you can art in de Kunsthal Rotterdam. Een van haar thema’s is het bevindelijk-gereformeerde geloof. Bekendheid kreeg ze met de glossy Calvijn. Een aantal jaar geleden verscheen van haar de graphic novel Op weg en reis (De weg naar Zoar) waarvan deze maand een herziene herdruk verschijnt. Tegelijkertijd met de beeldroman Een lamp voor mijn voet met opnieuw het Zeeuwse meisje Neeltje als hoofdpersoon.

 

 

 

 

Een lamp voor mijn voet moet je plaatsen in de herdenking van 500 jaar Reformatie. De Reformatie bracht het Nederlandse protestantisme voort en dat Nederlandse protestantisme bracht allerlei verschillende stromingen voort. Van vrijzinnig tot hyperorthodox en het is in de hyperorthodoxe scene waar Labeur opgroeide. Zelf ben ik van orthodoxe huize, dus ietsjes minder hyper en herken ik het een en ander in haar werk, maar zeker niet alles. Zo ben ik met de Tale Kanaäns, om maar eens een fenomeen te noemen, nooit bekend geraakt. Er zijn althans mensen in mijn omgeving die dat typische taaltje vaardiger zijn.




Ik heb het reformatorische wereldje altijd een beetje merkwaardig gevonden. Die wonderlijke mengeling van masculiene dominantie, burgerlijk-conservatisme, de wereldmijding op zondag en door de week niet minder werelds dan menig ongelovige, melancholie, uiterst brave humor en dat alles samengevat onder de noemer ‘niets mag, alles moet’.  De wereld die Jan Siebelink meesterlijk beschrijft in Knielen op een bed violen, hoewel de thematiek in zijn boek breder is en het hyperorthodoxe excentrieker dan de mainstream hyperorthodoxie. De wereld van ds. J.P. Paauwe was toch wel een andere wereld dan die van ds. G.H. Kersten, als je dat iets zegt. Van beide figuren ben ik nooit fan kunnen worden. De eerste, een eenling, zegt me eerlijk gezegd nog steeds niets. De tweede was een organisator van formaat, maar in de Tweede Wereldoorlog zo fatalistisch en daardoor feitelijk zo meegaand met het Duitse regime, dat hij na de oorlog uit de Tweede Kamer werd verbannen. Zo stoer als de hyperorthodoxie lijkt, zo klein is het vaak in werkelijkheid. En immer groot in oordelen.

Iets van dat dualisme proef ik in de beeldroman Een lamp voor mijn voet. Kun je het een ode aan het bevindelijk protestantisme noemen? Ja en nee, maar meer toch nee. Toen ik begon te lezen over Neeltje, hoe ze ter wereld kwam tijdens een uitzending van de kerkradio, hoe moes het kerkorgel bedient en hoe vader, een ruwe zeebonk, in de kerkenraad terecht komt, was alles nog herkenbaar. Ik bedoel, ik kom van Tholen en heb de tijd nog meegemaakt dat de vissersvloot in de Thoolse haven aanmeerde.

Neeltje wordt gedoopt, natuurlijk na het lezen van het klassieke doopformulier. Ze zendt schietgebedjes op, zit naast moes op het kerkorgel en gaat naar catechisatie waar ze catechismusvragen  en antwoorden als Waaruit kent gij uw ellende? uit haar hoofd moet leveren. Voor elke hyperorthodoxe gelovige het favoriete grondbeginsel van het leven en ijkpunt voor waarachtigheid. Afkomstig uit de Heidelberger Catechismus, een geschrift uit de zestiende eeuw, even canoniek als de boeken in de Bijbel. Ze vlucht weg in dagdromen en fantasieën, bijvoorbeeld over de binnenkamer waar de dominee over preekte. ‘Het uitstorten van het hart.’ Maar dat komt direct na de grote overgang in Een lamp voor mijn voet, een passage waarin vader Jakob de borsten van Neeltje aanroept bij wijze van sein op rood.

Scharnierpunt in deze beeldroman. Neeltje vlucht niet zonder reden weg in haar droomwereld. Er gebeurt wel eens wat tussen de lakens met vader als actor. Ook in de douche trouwens, als moes het huisorgel bedient. Seksualiteit en bevindelijk-gereformeerden, ook al zo’n duale verhouding. De bovengemiddeld grote gezinnen in het hyperorthodoxe milieu getuigen van een ‘menigvuldige samensmelting der lichamen’. Soms echter, en al te vaak, smelten genetisch gezien de verkeerde lichamen samen, want vader spreek je niet tegen en welke woorden gebruik je om op te biechten dat er iets verschrikkelijks gaande is, als je die verschrikkelijke woorden niet uitspreken mag? En hoe kun je je eigen groep  verraden, laat staan je eigen familie of vader?

Op een dag gaat vader dood en de algemene opinie dan wel de algemene wens is dat vader bij de Hemelse Vader is. Nu heeft Neeltje dus twee vaders in de hemel. Ze droomt ervan, maar het lijkt me allemaal niet fijn wanneer je plots loyaal moet zijn aan twee vaders die in de hemel samenspannen.

Sien, de oudere zus van Neeltje, bleef in het orthodoxe spoor. Neeltje, hoewel dat spoor verlaten hebbende, was goed met haar, maar nooit heeft ze met haar over het verschrikkelijke gesproken. En dan gaat Sien ook nog eens dood. Aan het hart, evenals haar vader. Gestorven aan het hart. En Neeltje, aan de rand van Siens graf, weende bitter.

Een lamp voor mijn voet / Liesbeth Labeur / Uitgeverij Mozaïek/Cossee / paperback