Recensie: Landschapspijn, Jantien de Boer

Landschapspijn, wie lijdt er aan? Wie denkt nog met een weemoedig hart terug aan de tijden van weleer. Toen er in elk weiland nog grutto’s broedden. Toen de graslanden nog massaal in bloei stonden en er overal insecten en amfibieën leefden? Jantien de Boer ziet hoe de biodiversiteit op het platteland gierend hard achteruit is gegaan. Waar intensieve landbouw wordt geïntroduceerd, neemt de natuur de wijk. Landschapspijn houden sommige mensen er aan over. Sommigen, niet iedereen dus. Jantien de Boer schreef er een boek over met de heldere titel Landschapspijn. Vogelbescherming Nederland twitterde: ‘Verplicht leesvoer.’ Beter kan ik het niet schrijven.

 

 

 

 

Allereerst de vraag aan mezelf: lijd ik aan landschapspijn? Even mijn leventje overzien. Tot mijn twaalfde geen centje pijn. Hoe zou een ventje dat een zorgeloos leventje leid nu landschapspijn ervaren? Daarna, met de afsluiting van Oesterdam en Philipsdam misschien een klein beetje landschapspijn. Eb en vloed waren van de ene op de andere dag weg bij Tholen en dat ervoer ik als een groot verlies. Jaren later, rond 2010, toen ik de Alblasserwaard ging verkennen, toen ontstond wat Jantien de Boer noemt, landschapspijn. Moeten toezien hoe de nesten van grutto’s en andere weidevogels massaal kapot worden gemaaid. Moeten zien hoe weinig leven er voorkomt op de weilanden die volstaan met raaigras. Het kwam me een keer op Facebook op een reprimande van een boerenjongen te staan. ‘Je snapt er niets van,’ voegde hij me toe. Nee, dat klopt. Ik ben geen boer en van het agrarische bedrijf snap ik niets. Maar één ding snapte ik wel: dat het nest van die grutto kapot was gemaaid.




Zelfde soort ervaringen deed Jantien de Boer op in Friesland. Daar wemelde het op de blauwgraslanden tot de jaren zestig ook van het leven. Weidevogels alom evenals insecten. En nu? De politiek, de zuivelcoöperaties, het mondiale economische systeem, de melkprijzen die zwaar onder druk staan doordat de consument geen cent te veel wil betalen, en zo nog een paar ontwikkelingen, hebben tot een kaalslag geleid. Wie nu door de weidegebieden fietst of wandelt ziet zogenaamde turbograslanden tot aan de horizon. Raaigras dat bijzonder eiwitrijk is. Onze koeien genereren de hoogste melkproductie ter wereld. Die productie kan niet worden gerealiseerd met bloemrijke weilanden. Raaigras moet het zijn, en niet anders. En dus: weg grutto, kievit, watersnip en zomertaling. Weg bloemen en insecten.

Mensen als Jantien de Boer zien de ontwikkelingen en lijden eraan. Maar veel mensen zien het niet eens. Jonge boeren kennen het geluid van grutto en kievit niet meer. Hoe kunnen ze de vogels dan missen? Stadsmensen zien een prachtig groen en weids landschap. Dat er geen vogels zijn, merken ze niet op.

Welkom in het Antropoceen! Het tijdperk waarin de mens van beslissende invloed is op het klimaat en de biodiversiteit. En het ergste moet nog komen, als ik Denker des Vaderlands, René ten Bos moet geloven van wie dit jaar het boek Dwalen in het Antropoceen verscheen. De term antropoceen komt in het hele boek van Jantien de Boer niet voor, maar ik moest er toch voortdurend aan denken. Een van de catastrofes die Ten Bos benoemt is namelijk het grote uitsterven.

Jantien de Boer schreef geen boek over het antropoceen, maar over de ontwikkelingen op het boerenland. Landschapspijn. Veel boeren reageren afwijzend, soms zelfs woedend. De ene boer gaat voor praktisch (zijn negenmetermaaier houdt niet van greppels), terwijl een andere boer zich miskent voelt. Want er zijn best nog boeren met een hart voor de natuur. Alleen dat helpt geen zier zolang de intensieve landbouw het leidend principe is in ons land. Om nesten heen maaien klinkt prachtig, maar de kuikens die vervolgens over de gemaaide mat lopen zijn een makkelijke prooi voor roofvogels en ooievaars. Dat zie ik in de Alblasserwaard ook gebeuren: achter de maaimachine lopen al snel een, twee, drie en soms zelfs vier ooievaars. Die vreten alles weg, ook kuikens van grutto’s.

Het mooie van Landschapspijn is dat Jantien de Boer met een heleboel betrokkenen in gesprek gaat. Gewoon, in gesprek. Met sommige boeren blijft de kloof gapen. De eerste boer waarmee ze in gesprek gaat, vind haar maar een stadse. Ze klaagt over een steriel strak landschap waar ze geen barst van weet. Architect Rein Hofstra denkt dat veel mensen het probleem van megastallen niet zien. Dan is er nog een boer die zich vermorzeld voelt door het systeem. FrieslandCampina betaalt een bodemprijs voor een liter melk, maar haalt wel recordwinsten. De boer als moderne slaaf. Allemaal het resultaat van het denken in groot, groter, grootst. Dan zijn er de wetenschappers die met lede ogen zien hoe de bodem verzuurt, hoe de weidevogels verkommeren, hoe de biodiversiteit achteruit gaat. Maar ze mogen zich vooral niet bemoeien met de politiek. Statistieken aanleveren, dat is hun werk. De milieubescherming mag zich ondertussen ook het een en ander aantrekken. Een oud-directeur van Wereld Natuur Fonds kan zich wel voor de kop slaan. In de voorbije jaren bemoeiden geen van alle natuurorganisaties zich met het platteland. Ze hebben de ramp dus laten gebeuren. De biologische boer slaat de hand aan de ploeg en probeert op weidevogelvriendelijke manier te produceren. Maar FrieslandCampina hanteert zo zijn eigen regels en de boer valt buiten de boot voor een paar cent extra. En dan komt Dave Goulson ook nog op het toneel. De wereldberoemde bioloog, auteur van een boek als Een verhaal met een angel. Hij vertelt van de felle tegenwerking van producten van bestrijdingsmiddelen. Tja, die hebben ook een markt te verliezen op het platteland. De lobby van de gifproducenten is zo sterk dat politici afzien van zo vurig gewenste beperkingen.

Maar goed. Aan het eind van Landschapspijn toch een spoortje licht. Er vindt een gesprek plaats tussen betrokkenen. Tussen boeren en natuurmensen, tussen wetenschappers en boerenvrouwen. Dat had een jaar of wat geleden niet mogelijk geweest. Dan was een kritische milieuman met paardenstaart uit de ruimte gegooid. Nu niet. En er zijn boeren die een eigen coöperatie hebben opgericht: de Weide Weelde. Boeren die meedoen krijgen een paar cent extra voor weidevogelvriendelijk beheer. Kopen mensen, die zuivel van de Weide Weelde. Klik op de link om te kijken waar je hun zuivel kunt kopen. Albert Heijn doet mee, en de Jumbo ook. Geen excuus meer!

Verschillende dingen zijn heel sterk aan Landschapspijn. Allereerst de schrijfstijl. Die is ontzettend toegankelijk. Heel verhalend ook. Dan de gesprekken met ontzettend veel betrokkenen. Want de kwestie landschapspijn gaat veel mensen aan. En het is te simpel om te stellen dat de boeren de (enige) veroorzaker zijn. Uiteindelijk is dit wat de samenleving wil. Ergo: er moet iets veranderen in de samenleving. En dan de lengte. Geen vuistdik boek, maar een goeie honderd pagina’s. Je hebt het zo uit. Ik ben het helemaal eens met Vogelbescherming Nederland: verplicht leesvoer voor iedereen met een hart voor de natuur en het platteland.

Landschapspijn / Jantien de Boer / Atlas Contact / als paperback en als e-book