Bram Esser is schrijver en filosoof en noemt zichzelf een ‘ontdekkingsreiziger van het alledaagse.’ Elke dag op zoek naar opnieuw een verhaal. Op zoek naar verhalen over de Nederlandse kust, verkende hij de hele kust te voet. De voetreis voerde hem van het Zwin in Zeeuw-Vlaanderen tot de Dollard in het noordoosten van Groningen. Hij legde zijn verhalen vast in het boek Kustverhalen. De rode draad in het boek is hoe wij in ons waterrijke land kunnen overleven. Ik vond het een heel bijzonder boek om te lezen.
Bram Esser wandelde niet alleen lang de kust. In de proloog verhaalt hij van zijn ontmoeting met Jean Pierre, half-Belgisch half-Nederlands en opgegroeid in Zuid-Afrika. Dat ‘halve’ slaat ook op zijn levenswijze. Jean Pierre heeft een voorliefde voor het amfibische leven dat zich op het land en minstens voor de helft in het water afspeelt. Hij noemt zichzelf landmeter en is geobsedeerd door de oerrivier Eridanos. Deze rivier stroomde voor het laatst een miljoen jaar geleden vanuit Zweeds Lapland via wat nu de Baltische Zee is naar de Noordzee. In het deltagebied zette de oerrivier plakkaten wit zand af. ‘De basis van Nederland,’ verzekert de landmeter met glinsterende ogen. Zo geobsedeerd door de Eridanos is hij, dat hij er heen wil. ‘Naar de bron van Nederland.’ Een pact werd gesloten. De amfibische man en de filosoof spraken af dat ze uit wandelen zouden gaan. Van het zuiden naar het noordoosten. Langs de kust. ‘Omdat alle rivieren een verhaal verdienen,’ zei Jean Pierre, ‘en omdat het verhaal van de Eridanos, als moederrivier van Nederland nog nooit is verteld.’ Een kleine expeditie werd geboren, maar de filosoof had haast: er was een kind op komst, nieuw leven dat voorbestemd is om op te groeien in een amfibische omgeving.
Kustverhalen is echter niet ‘zomaar’ het verhaal van een tweetal dat uit wandelen ging. Bram Esser, de filosoof dus, ging in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed op expeditie. Hij verkende de hele kust. Van de Zeeuwse Delta via de zandstranden van Holland tot de Waddenzee bij Friesland en Groningen. En overal ging hij in gesprek, op zoek naar de verhalen van de kust. Hij ontmoette wandelaars, surfers, vissers, robbenjager, wrakkenduikers en havenbaronnen. Persoonlijke verhalen van mensen en hun relatie tot de kust. Ja, de kust is van ons allemaal. Maar hoe verhouden we ons dan tot die kust?
Jean Pierre is van het tweetal degene die de metingen verricht. De afstand van het duin of de dijk tot het water is een van zijn vaste metingen. Ook neemt hij monsters van het zand. Wat hij er precies mee gaat doen blijft een raadsel, maar Kustverhalen is dan ook geen boek dat op het eind in het slot valt. Kustverhalen staat bol van de meest bijzondere ontmoetingen. Een van de mooiste verhalen vind ik die over de ontmoeting met professor Boekschoten. Evenals de landmeter is ook hij geobsedeerd door de Eridanos waarvan hij heel veel weet. De landmeter hangt aan zijn lippen, maar als hij de professor vraagt wat er eigenlijk in de rivier zwom, druipt de teleurstelling van zijn gezicht. De professor moet het antwoord schuldig blijven, want in het zand van de oerrivier zijn geen skeletten geconserveerd. De wandelaars zijn dan al trouwens bijna aan het eind van hun expeditie, de professor woont in Rasquert, een dorpje in het noorden van Groningen. Over fossielen gesproken: de professor heeft de fantasie dat er ooit een versteend onderbeen van hem boven op een kast van een student belandt. Volgens hem is die kans ook aanwezig, want hij heeft zijn lichaam ter beschikking van de wetenschap gesteld. Met deze verfrissende kijk op het hiernamaals nemen de twee expeditieleden afscheid van hem. Een verhaal zo droog kunnen afsluiten dat je ervan in de lach schiet, dat is een gave. En Bram Esser beheerst die gave. Ik heb gedurende een aantal avonden Kustverhalen op mijn rug in de bank gelezen en bijna elk verhaal bevat wel een zin of verhaal dat je aan het lachen brengt. Ik moet trouwens ook vermelden dat de tekeningen en foto’s van ontwerper Pauline van den Broeke zorgen voor extra sfeer en inzicht.
Kustverhalen gaat ondertussen wel ergens over. Namelijk over de kust. Zijn verleden, heden en toekomst. De filosoof en de landmeter bezoeken de resten van een Romeinse tempel die gewijd is aan de Romeinse godin Nehalennia. Er wordt juist een feest gevierd ter ere van de godin en de landmeter sputtert na een dansje met een van de priesteressen tegen. ‘Ik dacht dat we nog wel even zouden blijven.’ Een eind verderop, ze zijn dan in Scheveningen aanbeland, maakt het illustere duo kennis met koopwoningen van zes bouwlagen hoog. En weer verderop krijgen ze een excursie over het complex van de hoogovens in IJmuiden. In Zandvoort spreken ze met Mieke over de bebouwing op het strand. Hielden gemeenten permanente bebouwing lange tijd tegen vanwege natuurbehoud, kustveiligheid en drinkwaterveiligheid, tegenwoordig heb je projectontwikkelaars die gemeenten vertellen dat er ‘ervaringsrendement’ valt te behalen uit die natuur en dat een huisje op het strand het publiek daarin faciliteert. It’s the economy, stupid, om maar eens een oneliner van een of andere Amerikaanse president aan te halen. En hij vindt navolging want ‘waarden als ruimte en leegte zijn moeilijk vast te leggen, omdat ze niet in een helder economisch model passen. Leegte heeft geen waarde.’ En waarde-creatie, dat is wat projectontwikkelaars gemeenten in het vooruitzicht stellen. Dag ruimte, dag leegte.
De expeditie eindigt waar hij begon: op een hoop zand. Hopen zand met honderden kilometers kustlijn ertussen. In de duinen en de stranden van Zeeuw-Vlaanderen begin de reis, in Groningen eindigt hij op een grote witte zandheuvel. De filosoof heeft het oerzand van de Eridanos-rivier gevonden. In een zandwinningsput. De landmeter is er niet meer bij. Hij heeft afscheid genomen, op zijn tocht verder naar het noorden. Op zoek naar de oerrivier die noordwest-Europa haar aanzien gaf.
Van wie is de kust? En hoe ziet onze relatie met de kust eruit? De surfer, visser, havenbaron, politieagent, fossielenjager, werknemer van de hoogovens en de hondenbezitter geven allen hun persoonlijke visie. Wat zeg je, de hondenbezitter? Dat verhaal moet je zeker lezen. Het is even hilarisch als triest. De hond van een tachtigjarige heeft de hond van een kleine mevrouw met roodgeverfde korte haren aangevallen. De vrouw beklaagt zich bij de oude man, maar die geeft niet thuis. Waarop hij subiet gemolesteerd wordt door de partner van de dikke mevrouw. Het gebeurde op de zandmotor bij Kijkduin. Wandel mee met de expeditie en je wordt vanzelf omstander in dit belangwekkende tafereel.
De kust valt niet weg te denken uit ons culturele erfgoed. De kust, het water, de zee en meer van deze fenomenen liggen verankerd in het collectieve geheugen van de bewoners van de lage landen. Het zijn archetypen, diep weggestopt in ons onbewuste (althans, wanneer je volgeling bent van de oude Carl Gustav Jung). Kan het ook anders? Het vruchtwater waarin het ongeboren leven drijft, is immers even zout als het water van de zee, zoals iemand ergens in Kustverhalen opmerkt?
Kustverhalen van Bram Esser is een boek voor iedereen die een relatie heeft met de kust. En denk je nog geen relatie met de kust te hebben, ontdek die dan maar. Te beginnen met het lezen van de bijzondere verhalen van de filosoof en de landmeter.
Kustverhalen / Bram Esser / nai010 uitgevers / paperback