Recensie: Kierkegaard anders gezien, Jan Keij

Met de Deense filosoof en theoloog Søren Aabye Kierkegaard (Kopenhagen, 5 mei 1813 – 11 november 1855) maakte ik jaren geleden kennis toen ik Oefening in christendom kocht. Zoals de titel aangeeft een van zijn meer theologische werken, hoewel ook in dit boek de filosofie van Kierkegaard niet valt weg te denken. Een paar jaar later verkreeg ik het meesterwerk Of/of als een geschenk. Verguld als ik was met dit kapitale werk ging ik ermee aan de slag. Om na twee of drie pagina’s te concluderen: ik snap er niets van, dit gaat mijne pet ver te boven. En zo verging het me met meerdere werken, want dat ik Of/of niet begreep, weerhield me niet van de aanschaf van volgende boeken. Wat te denken van Vrees en beven, een filosofische beschouwing over het verhaal van Abraham die zijn zoon Isaäc moest offeren. Stevige kost, waarin Kierkegaard de drie stadia op de levensweg uiteenzet: het esthetische stadium, het ethische stadium en het religieuze stadium. Paul Cliteur, een verstokt atheïst, kwalificeerde dit boek als ‘het gevaarlijkste boek uit de geschiedenis van de wijsbegeerte’,  omdat het in zijn ogen religieus gemotiveerd terrorisme zou kunnen legitimeren. Volgens mij overigens een iets te oppervlakkige analyse, die geen recht doet aan Kierkegaard.

Gelukkig heeft Kierkegaard ook heel toegankelijke teksten geschreven. Denk aan zijn dagboeknotities en schotschriften tegen de toenmalige Deense staatskerk. De zelfspot, de humor en het sarcasme druipen van deze teksten af. Kierkegaard was een onovertroffen stilist waarmee het ook goed lachen is.

kierkegaard anders gezien

Maar goed. Je zult net als ik net een paar van die onbegrijpelijke boeken van Kierkegaard in de kast hebben staan. Wat te doen? Als interessante kastvulling in je collectie laten staan? Of toch maar opruimen om plaats te maken voor andere boeken?

Van Jan Keij verscheen pas het boek Kierkegaard anders gezien. Eerder verschenen van zijn hand soortgelijke boeken over Nietzsche en Levinas. Zijn nieuwe boek biedt wellicht een goede sleutel voor jou tot het werk van Kierkegaard. Ik heb het gelezen en ik kan me voorstellen dat je na het lezen van dit boek besluit om de boeken van Kierkegaard toch eens te gaan lezen of te herlezen. Dat laatste is nu mijn voornemen, want ik heb sterk het idee dat ik o wonder, het gedachtegoed van Kierkegaard enigszins begrijp. Waarbij ik de mogelijkheid dat ik mezelf schromelijk overschat niet voor onmogelijk houdt, want helaas ben ik in tegenstelling tot Kierkegaard niet uitgerust met een reusachtig verstand. Kierkegaard schrijft ergens over zichzelf:

‘Het was het verstand en niets anders dan het verstand waartegen verzet aangetekend moest worden. Vermoedelijk is dat de reden waarom ik, die het karwei moest opknappen, uitgerust werd met een reusachtig verstand.’

En met dit citaat zitten we midden in de strijd die Kierkegaard voerde, namelijk de strijd tegen het monisme van de bekende filosoof Hegel, door Kierkegaard spottend ‘Het Systeem’ genoemd. In het systeem van Hegel blijft niets ondoorgrondelijk, dankzij de almachtige positie van de ratio, het verstand, in de werkelijkheid. Waar Kierkegaard tegen ageert is dat de mens daarbij niet meer dan een meegesleurde druppel is, onmachtig om de geschiedenis een andere kant op te sturen. Voor Kierkegaard is dit een ‘verderfelijke idee’ omdat ze de mens buitenspel zet. Hegel reduceert de mens tot louter toeschouwer van een gebeuren dat buiten hem omgaat. Het individu telt niet. Kierkegaard schrijft in zijn kenmerkende stijl:

‘Van de mens blijft niet veel meer over dan een fluim of schimmel op die grandioos evoluerende harmonie van de totaliteit, ingebonden in eenentwintig banden met goud op snee.’

Kierkegaard draait de zaak radicaal om: mensen bepalen met hun handelen de geschiedenis. Met zijn gedachtegoed stond Kierkegaard aan de wieg van het existentiële denken van de twintigste eeuw en van het latere zogenaamde differentiedenken van bijvoorbeeld Levinas, Derrida en Lyotard.

Met deze uitleg volg ik Jan Keij in zijn nieuwe boek Kierkegaard anders gezien. Ik meld het nu alvast: Keij heeft een schitterende inleiding tot het denken van Kierkegaard geschreven. Zijn boek is meer dan een inleiding trouwens. Keij biedt je volop handvaten om zelf met het gedachtegoed van Kierkegaard aan de slag te gaan. Dat is ook precies wat Keij voorheeft met zijn nieuwe boek.

Hoe dan? In redelijk toegankelijke stijl (tja, het blijft een filosofisch boek) gaat hij in de opeenvolgende hoofstukken in op het denken van Kierkegaard. Hij bouwt zijn betoog op in kleine, behapbare brokken die elkaar logisch opvolgen. Het is daarbij aangenaam dat Keij veelvuldig te rade gaat in de literatuur van hedendaagse schrijvers als Pascal Mercier, Michel Houellebecq, Imre Kertész en Julian Barnes. Dit zal bij velen herkenning oproepen.

Keij presenteert in Kierkegaard anders gezien Kierkegaard als differentiedenker. Een denker die het verschil maakt. Een differentiedenker die volgens Keij zijn tijd ver vooruit was. Dit verschil is een blijvend verschil dat bij Kierkegaard zowel in de mens als mens zit als in zijn relatie tot anderen. Ieder mens is kortom uitzonderlijk verschillend van andere mensen. Jij en ik dus ook. Dat geeft mij de waardigheid van uniciteit, singulariteit, enkeling, uitzondering.

Kierkegaard is ook een dialectisch denker waarbij Kierkegaard de dialectiek benut om te beschrijven wie ik als mens in wezen ben: een differentie, een verhouding van tegengestelden. En die tegengestelden lossen niet op in een eenheid zoals bij Hegel, nee de tegengestelden blijven staan. Ze vormen een behouding, beter gezegd: de mens is een verhouding.

Een verhouding tussen het domein van de eeuwigheid aan de ene kant (met begrippen als ziel, oneindigheid, de vrijheid) en het domein van het tijdelijke aan de andere kant (met begrippen als lichaam, het tijdelijke, noodzaak, lichaam). De mens vormt een synthese van deze twee, dat wil zeggen dat deze twee domeinen zich in elk mens op een bepaalde manier tot elkaar verhouden. En het is zaak dat je je bewust wordt van deze verhouding, deze synthese. Keij presenteert dit in een schema als leidraad die in het hele boek veelvuldig terugkomt. Voor Kierkegaard is de mens (en ook de werkelijkheid) een contradictie, een tegenstelling die hij niet poogt op te lossen á la Hegel. Die contradictie maakt de mens als enkeling uniek, uitzonderlijk. Keij gaat vervolgens ook in gesprek met denkers als Levinas en Sartre. Keij presenteert Sartre als dualist (de tegenstellingen blijven bij hem zodanig tegenover elkaar staan dat ze onafhankelijk zijn van elkaar). Kierkegaard is volgens Keij een dialecticus die de tegenstellingen tegenover elkaar plaatst in het besef dat ze ieder voor zich bestaan bij de gratie van elkaar. Vind je dit te moeilijk (ik poog immers slechts een recensent te zijn en ben voorwaar zeker geen docent á la Keij), lees dan zeker het boek van Keij die in kleine stapjes duidelijk maakt wat hij hiermee bedoelt.

In uiteenlopende hoofdstukken gaat Keij vervolgens in op de drie stadia (of: levensfasen) op de levensweg. Ook een centraal thema in het oeuvre van Kierkegaard. Het esthetische stadium is het eerste stadium, dat van genieten, vermaak, plezier. ‘Wie nooit een bewuste keuze maakt voor hoe hij wil leven verkeert vanzelf in de esthetische sfeer van het onmiddellijke.’ Je kunt op verfijnde wijze in het esthetische stadium verkeren, het kan ook op wat lompere wijze. Het is bijzonder aardig dat Keij bij alles voortdurend een brug slaat naar het heden, naar hoe jij het denken van Kierkegaard kunt toepassen in jouw leven. Daarmee biedt deze inleiding tot het denken van Kierkegaard ook een gids voor het leven aan de hand van Kierkegaard.

Het ethische stadium kent bij Kierkegaard volgens Keij twee lagen. De eerste laag is die van het algemene moraal. Je houdt je aan de algemeen aanvaarde burgerlijke moraal. Je bent een fatsoenlijk burger die zich aan de wet houdt. Prachtig. Een laag dieper gaat de tweede fase, namelijk die fase waarin ik verantwoordelijkheid neem voor mijzelf. Hier vallen besluiten die richting geven aan je leven. Het klinkt misschien oubollig, maar het is het allerminst, maar Keij legt deze fase uit aan de hand van een episode in Kierkegaards grote werk Of/of waarin rechter Wilhelm de verdachte een lesje geeft over de ultieme beslissing, namelijk die van het huwelijk. Keij put overigens ook in andere hoofdstukken uit dit meesterwerk van Kierkegaard.

Maar met het ethische stadium is de mens niet voltooid. Het ware enkelingschap ligt volgens Kierkegaard in mijn religieuze bestemming. Dit is fase drie. Nu presenteert Keij zich als agnost en geeft hij nuchter aan met de godsdienstige kant van het denken van Kierkegaard niet veel te kunnen. Persoonlijk vind ik dat jammer, want die religieuze kant was nu net mijn kennismaking met Kierkegaard. Maar Keij biedt niet-religieuzen een alternatief: een metaforische interpretatie van het eerder genoemde Vrees en beven door de bekende Franse filosoof Derrida. En dat is vanuit filosofische perspectief weer bijzonder interessant.

Doet Keij in zijn boek Kierkegaard anders gezien recht aan de markante Deense filosoof? Dat is een vraag die Keij zichzelf stelt in het slothoofdstuk. Die vraag moet jezelf maar beantwoorden na het lezen van dit boek. Afgezien van het ontbreken van een dieptepeiling van de godsdienstige component in het denken van Kierkegaard, waardeer ik deze bijdrage van Keij in hoge mate. Als een waar docent dient Keij de verschillende brokken stap voor stap op. Over het ‘negeren’ van de christelijkheid van Kierkegaard schrijft Keij in een brief aan Kierkegaard: ‘Ik heb uw christelijkheid niet zozeer genegeerd als wel verbreed tot een religiositeit die de mensheid zou kunnen verbroederen, voorbij alle ‘religieuze’ geweld.’

Al lezende kom je Kierkegaard dicht op de huid en komt Kierkegaard dicht op jouw huid. Kierkegaard anders gezien heeft daarmee twee gezichten die elkaar prima aanvullen: een filosofisch gezicht en een meer psychologisch gezicht want Kierkegaard had een ‘grandioos inzicht in de menselijke psyche’ (Keij in zijn brief aan Kierkegaard). En dat is Kierkegaard ten voeten uit. Geen droge theorie, maar gedachten die iedereen op zichzelf kan toepassen. Het gaat tenslotte om de mens, de enkeling, om jou. Waarbij Kierkegaard opmerkt:

‘Het eigenlijk-humane is de hartstocht.’

Kierkegaard anders gezien / Jan Keij / Uitgeverij Klement / als e-book