Wat weten we eigenlijk van vissen? Vrij weinig, vermoed ik als ik afga op mijn eigen kennis over vissen. En dat terwijl ik nog geen vijf jaar geleden een fanatieke zeevissers was. En nogal altijd ben ik heel geïnteresseerd in alles wat met vissen en de visserij te maken heeft. Maar dat vissen gevoelig zijn? En slim, zelfs zo slim dat ze gereedschap kunnen gebruiken? Dat wist is niet. Maar nu wel. Want ik heb het boek Het geheime leven van vissen van Johanthan Balcombe gelezen tijdens mijn vakantie. Terecht door zowel Nature als Forbes verkozen tot een van de beste wetenschappelijke boeken van 2016.
Dat klinkt ver weg, 2016. Maar dat slaat natuurlijk op de Engelse editie. Nu verscheen de Nederlandse vertaling. En dat is maar goed ook, want ik vind dat iedereen die iets met vis heeft, dit boek zou moeten lezen. Van natuurliefhebber tot visser – sportief en professioneel – en natuurlijk ook de viseter. Wat je relatie tot vissen ook is, dit boek zal iets met je doen. Het zal je in elk geval duidelijk maken dat vissen heel bijzonder zijn. Dat het bewuste individuen zijn die in ingewikkelde sociale verbanden kunnen leven.
Er leeft op onze planeet een fabelachtige verscheidenheid aan vissen. Ze zijn voor het grootste deel in te delen in twee groepen: de beenvissen en de kraakbeenvissen. Tot de eerste groep behoren bekende soorten als de tonijn, schol, paling, snoek en zalm. Voorbeelden van kraakbeenvissen zijn haaien, roggen en zeekatten. Wat deze waterdieren met landdieren gemeen hebben is dat ze beschikken over een skelet, zenuwstelsel, hart en bloedvaten, ademhaling, zintuigen, spijsvertering, voortplanting, endocrien systeem en uitscheiding. Een heel kleine derde groep vissen valt onder de noemer van de kaakloze vissen. Prikken en slijmprikken vallen hieronder.
Het meeste is nog niet bekend over de het leven van de vissen. Naar schatting is nog geen vijf procent van de oceanen onderzocht. En juist hier leven de meeste dieren te wereld. En hoewel massa’s mensen heel regelmatig een visje eten, is de vis een van de vreemdste wezens voor ons. Een koe of kip, die denken we wel enigszins te doorgronden. Om naar niet te spreken over kat en hond die bij ons inwonen. Maar de vis? Johanthan Balcombe wijt dat aan een paar oorzaken. De eerste is dat vissen koudbloedig zijn. Daarmee staan ze ver van ons eigen lijf af. Een andere is de gangbare mening dat vissen ‘primitief’ zouden zijn, oftewel eenvoudig, onderontwikkeld, dom, star en gevoelloos. Maar dat vissen primitief zouden zijn, klopt van geen meter. Ja, ze zijn anders. Ze hebben bijvoorbeeld geen vingers, maar vinnen. Logisch, want je zwemt beter met vinnen dan met vingers. Maar de ogen van vissen lijken heel sterk op die van ons. Sterker nog, sommige vissenogen zijn complexer en meer ontwikkeld dan die van ons. Sommige vissen kunnen hun twee ogen onafhankelijk van elkaar laten kijken. Dat brengt Balcombe in zijn boek Het geheime leven van vissen tot de vraag of vissen misschien twee gedachten tegelijk kunnen hebben. Eén over de prooi die hij in het vizier heeft en een tweede over de beoogde partner die hij ziet?
Wetenschappers hebben allerlei test gedaan met vissen. Gericht op bijvoorbeeld visuele communicatie tussen rifbaarzen bijvoorbeeld. Felle kleuren blijken heel belangrijk te zijn, maar ook uv-licht is een factor van belang. Bepaalde soorten vissen zien namelijk uv-licht. Gelukkig wordt er op steeds grotere schaal wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het wel en wee van vissen. En daar getuigt het boek Het geheime leven van vissen van. Wetenschappers deden onderzoek naar het bewustzijn en de pijnbeleving van vissen (ja, vissen ervaren pijn). Ze onderzochten de intelligentie van vissen (ja, die valt te meten en soms blijken vissen wel héél intelligent te zijn). Ze keken naar de sociale verbanden tussen vissen. Waarom vissen grote scholen vormen bijvoorbeeld. Maar ook de vraag of en hoe vissen elkaar kunnen herkennen. In onze menselijke ogen onderscheiden vissen zich niet van elkaar. Een haring is een haring, soit. Maar zo niet bij vissen. Die weten perfect in welke rangorde een individuele vis staat bijvoorbeeld. En sommige soorten verdedigen hun territorium met vin en tand. Maar buurvissen en vreemdelingen worden daarbij verschillend bejegend. De buurvissen worden vaak niet fanatiek verjaagd, vreemdelingen wel. Dan moeten vissen dus in staat zijn om te kunnen onderscheiden waar in onze ogen misschien geen onderscheid is…
Het seksleven van vissen is al helemaal ingewikkeld, om maar niet te zeggen: flink doorontwikkeld. In totaal onderscheiden wetenschappers maar liefst tweeëndertig vormen van voortplantingssystemen bij vissen. Bovendien onderscheiden vissen zich in niets van vogels, zoogdieren en mensen. Je hebt promiscue vissen, polygame vissen en monogame vissen. Er zijn mannetjes die een harem hebben, en je hebt mannetjes die stiekem copuleren. En daarbij zijn de vrouwtjes beslist geen passieve hulpstukken. En om het nog ingewikkelder te maken: er zijn vele vissoorten die de geslachtsgrenzen overschrijden. Mannetjes kunnen vrouwelijk worden, en andersom. Andere vissen nemen tegelijkertijd of achtereenvolgens zowel een mannelijke als een vrouwelijke identiteit aan.
Ik vond het allemaal heel bijzonder om te lezen tijdens mijn zomervakantie in Italië. Zo kende ik vissen niet. En zo heb ik nog niet eerder naar vissen gekeken ook. Eigenlijk leverde het lezen van Het geheime leven van vissen me dezelfde ervaring op als het lezen van Briljant groen van Stefano Mancuso. Beide boeken deden me met andere ogen kijken naar wezens die ik vrijwel dagelijks ontmoet of kan ontmoeten. Voor zowel vissen als planten geldt dat wetenschappelijk onderzoek aan het licht brengt dat deze creaturen helemaal niet zo eenvoudig of onderontwikkeld zijn als wij soms menen. Zowel vissen als planten zijn zeer complexe organismen die op een (bijna) perfecte manier zijn toegerust voor de wijze waarop ze leven. Perfect kan natuurlijk niet, want omstandigheden veranderen voortdurend, wat elke soort dwingt om zich aan te passen.
Doe als ik en duik in het leven van vissen, zou ik willen zeggen. Daarbij past wel één waarschuwing: het lezen van Het geheime leven van vissen zal je houding tegenover vissen vrijwel zeker veranderen. Al was het maar, omdat Balcombe duidelijk maakt dat vissen wel degelijk pijnbeleving hebben. Zouden we dezelfde normen hanteren als bij de behandeling van koeien, varkens en geiten, dan zou de visserij er heel anders uitzien. En zo zou het ook moeten zijn, vind ik. Want hoogontwikkelde dieren massaal door verstikking, verplettering onder het gewicht van duizenden andere vissen, of door dagenlang aan een haak gespietst te hebben gezeten, dat kan eigenlijk niet. Zou je een koe een grote metalen haak in zijn bovenlip slaan, dan zou heel Nederland verontwaardigd reageren. Vissen roepen dit medelijden nog niet op. Tja, dat schrijft dan een sportvisser die het best nog wel eens voelt kriebelen…
Een bijzonder boek, Het geheime leven van vissen. Wel een terzijde: Balcombe voert zoveel voorbeelden op, dat het mij tijdens het lezen soms duizelde. Dan moest ik het boek even neer leggen, om het na een paar uur weer op te pakken. Een bijzonder rijk boek dus, met voor mij veel vernieuwende inzichten, en soms dus iets te veel of te snel achter elkaar opgediend. Ontneemt niet dat dit een boek is dat ik een grote lezersgroep toe wens.
Het geheime leven van vissen / Johanthan Balcombe / Meulenhoff / als hardcover en als e-book