Martin Heidegger (1889-1976) was een van de grootste filosofen van de twintigste eeuw, zo niet de grootste. In 1927 maakte hij naam door de publicatie van Zijn en tijd, zijn meesterwerk waarin hij nadenkt over de betekenis van het ‘zijn’. Zijn betekenis voor talloze filosofen na hem is niet na te rekenen zo groot. Ik zal niet wagen dit filosofische hoogstandje een ‘natuurboek’ te noemen, maar wie als Heidegger nadenkt over ‘het zijn’, denkt niet alleen na over het menselijke ‘zijn’. Hij denkt ook na over het ‘zijn’ van bergen, dieren en minder tastbare fenomenen als ‘de ziel’ of ‘de geest’. Ik heb me zelf nooit gewaagd aan het lezen van ‘Zijn en tijd’. Wel kocht ik bij een antiquariaat ooit het boekje De landweg waarin Heidegger op mystieke wijze terugblikt op de jaren waarin hij als beginnend filosoof op een bankje aan een landweg gezeten allerlei filosofische teksten probeerde te ontcijferen. Landweg, eik en mens gaan met elkaar in gesprek, ik beschouw het maar als een vorm van natuurfilosofie. Ik kon en kan deze tekst wel waarderen.
Zo’n groot filosoof, zo veel invloed en toch omstreden. Hoe kan dat? Heidegger was een Duitser die, afgaande op zijn geboortejaar, tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog in de kracht van zijn (intellectuele) leven was. In die periode, in 1933, komt Hitler met zijn Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) aan de macht. Vanaf 1932 sympathiseerde Heidegger al met de nazi-beweging, vooral vanwege Hitlers ideaal van nationale verheffing. In 1933 wordt hij verkozen tot rector van de Universiteit van Freiburg (hij volgt een rector op die waarschijnlijk onder druk van de nazi-regering was afgetreden). Hij wordt zelfs lid van de NSDAP (waartoe hij niet verplicht is) en zal dat blijven tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. Decennialang hebben filosofen en historici zich het hoofd gebroken hoe het toch kan dat zo’n groot filosoof (met enorme intellectuele vermogens) zo’n gruwelijke misstap kon begaan. Omdat Heidegger zich na de Tweede Wereldoorlog nooit heeft uitgelaten over die misstap of over de Shoah, is er nooit een echt afdoende verklaring gevonden.
Zelfs in het geruchtmakende interview door het Duitse weekblad Der Spiegel (in Nederland nog altijd beschikbaar onder de titel Alleen nog een God kan ons redden) ontweek Heidegger de verwijten tegen hem als het ging om zijn houding tegenover het nazi-regime. In datzelfde interview gaat hij ook in op de relatie tussen techniek en het ‘zijn’. Omdat techniek en natuur ook nu nog vaak op gespannen voet met elkaar staan deel ik een paar visionaire uitspraken van Heidegger met je:
‘Ik zeg, we weten nog niet hoe we aan het wezen van de techniek moeten beantwoorden.’
‘Alles functioneert. Dat is juist het beangstigende, dat het functioneert en dat het functioneren aanzet is tot steeds verder functioneren en dat de techniek de mens steeds meer van de aarde losrukt en ontwortelt. […] We hebben geen atoombom meer nodig, de ontworteling van de mens is er al. We hebben alleen nog maar zuiver technische verhoudingen. Dat is geen aarde meer, waarop de mens nu leeft.’
Verderop in dit artikel kom ik nog terug op deze uitspraken vanwege een opmerkelijke overeenkomst in het denken over techniek en Joden. Welnu, geen persoonlijke verklaringen dus van Heidegger waarom hij lid werd van de NSDAP en zich aldus presenteerde als een (actieve) nazisympathisant. Hij heeft wel ergens gesproken over ‘de grootste domheid in mijn leven’, maar dat was het dan wel.
Was Heidegger ook een antisemiet? Ondanks bovengenoemde misstap is Heidegger nooit verweten dat hij een antisemiet was. Daartoe gaven zijn geschriften en zijn leven te weinig aanleiding. Of was onder zijn volgelingen en aanbidders de wens de vader van de gedachten? Heidegger heeft immers in het jaar dat hij rector was van de Universiteit van Freiburg wel degelijk op zijn minst meegewerkt aan antisemitische maatregelen. Zo gaf hij in dat jaar de opdracht dat alleen ‘Ariërs’ in aanmerking kwamen voor een studiebeurs. Joden en Marxisten zijn vanaf dat moment uitgesloten. Eerder al had hij tijdens de beruchte ‘Rectoraatsrede’ de machtsovername door de nazi’s begroet en toegejuicht. Hij zal als intellectueel toch wel enigszins op de hoogte zijn geweest van het gedachtengoed van deze beweging? En later moet hij van dichtbij getuige zijn geweest van alle anti-Joodse maatregelen. Maar toch. Hoewel deze feiten alom bekend waren, van antisemitische denkbeelden hebben zelfs Joodse filosofen hem nooit publiekelijk verdacht.
Tot 2014. In dit jaar verschijnt de geruchtmakende publicatie van Peter Trawny, hoogleraar filosofie en directeur van het Martin Heidegger Instituut. Hij is als redacteur nauw betrokken bij de publicatie van Heideggers Überlegungen (‘Overdenkingen’), de eerste reeks van wat Heidegger zijn ‘Zwarte Schriften’ noemde. De Nederlandse vertaling van Trawny’s boek verscheen deze maand onder de titel Heidegger en de mythe van de Joodse samenzwering.
Trawny beweert op grond van de inhoud van deze Überlegungen dat Heidegger wel degelijk antisemitische ideeën koesterde en dat die ideeën zelfs betekenis zouden hebben voor zijn filosofie. Trawny benadrukt wel dat Heideggers antisemitisme ver afstond van dat van de nationaalsocialisten. Zo deelde Heidegger het geloof in ‘de superioriteit van de Ariërs niet.’ Ook kunnen volgens Trawny ‘Heideggers uitlatingen over de Joden niet met Auschwitz worden verbonden.’ Verder had Heidegger ook kritiek op het biologisme dat de nazi’s propageerden.
Snijdt Trawny’s stelling dat Heidegger antisemitische ideeën koesterde hout? Voor filosofen is dit een beangstigend idee. Want dat zou kunnen betekenen dat die antisemitische ideeën zijn filosofische gedachtengoed hebben geïnfecteerd. En dat is op zijn minst niet best. Niet voor niets was de wereld der filosofen na het verschijnen van de Zwarte Schriften in rep en roer.
Even inzoonen dus op het boek Heidegger en de mythe van de Joodse wereldsamenzwering…
Laat ik beginnen te zeggen dat niet alle hoofdstukken van Heidegger en de mythe van de Joodse samenzwering even eenvoudig zijn. De meeste hoofdstukken zijn behoorlijk abstract en sommige notities van Heidegger moet je even op je laten inwerken. Enige ervaring met het lezen van teksten van Heidegger is dan ook wenselijk. Ik kan ook niet op alles ingaan wat Trawny te berde brengt. Ik beperk me tot de volgende overwegingen:
Een van de centrale ideeën in de notities van Heidegger over de Joden en het Jodendom is dat de Joden beschikken over een bij uitstek rekenkundige begaafdheid. Hij heeft het verder over ‘een toenemende macht van het Jodendom’ en associeert die met een ‘lege rationaliteit en rekenvaardigheid’ die van zichzelf uit nooit vat kunnen krijgen op ‘de verborgen beslissingsdomeinen’. Even later bezigt Heidegger in dit verband zelfs het woord ‘ras’ (tussen aanhalingstekens weliswaar), maar dat begrip ‘ras’ slaat overduidelijk op de Joden. Het zijn enigszins mistige formuleringen, maar ik vertaal deze notities voor mezelf als volgt: Het Jodendom ontbeert door haar rekenvaardigheid de toegang tot de verborgen beslissingsdomeinen, ofwel het Jodendom verzuimt door die rekenvaardigheid de zijnsvraag te stellen.
Nu zou je in een onverschillige bui kunnen denken: wat kan mij het nou schelen dat iemand de zijnsvraag niet stelt; ik ken legio mensen die de zijnsvraag niet stellen. Ze zitten elke avond voor de buis Goede Tijden, Slechte Tijden en Champions League te kijken met daarbij een paar pilsjes, dat is voor hen al voldoende ‘zijn’. Nou, bedenk dat het hier om filosofie gaat. Dat is iets anders dan een beetje je tijd te verlummelen. En in de hele filosofie van Heidegger cirkelt het om het begrip ‘zijn’. Joden komen aan dat ‘zijn’ volgens Heidegger niet toe. En waarom niet? Omdat ze behept zijn met een rekenkundige vaardigheid!
Wie zich de propagandistische prenten van de nazi’s voor de geest kan halen, realiseert zich meteen waar Heidegger aan appelleert: aan het beeld van ‘de ‘sjacherjood’ die in elk antisemitisme een van de bekendste figuren van het ‘typisch Joodse’ vertegenwoordigt’ [Trawny]. Zo, dat is bepaald geen verfijnd antisemitisme. Integendeel, Trawny concludeert dat dit ‘een nogal banaal antisemitistisch toedichtsel is’. En op grond van dit antisemitische toedichtsel sluit Heidegger de Joden uit van de filosofie van het ‘zijn’. Ze komen aan de zijnsvraag immers niet toe en hebben geen toegang tot de verborgen beslissingsdomeinen. Kijk, nu wordt het antisemitisme al iets verfijnder… Het zou wel eens kunnen zijn dat de volgelingen van Heidegger juist deze conclusie het meest vrezen: dat in Heideggers denken over het ‘zijn’ een donker iets schuilgaat, namelijk een filosofische vorm van antisemitisme, of zoals Trawny het noemt: een zijnshistorisch antisemitisme.
Ik haalde hierboven al een banale vorm van antisemitisme aan in de ‘Overdenkingen’ van Martin Heidegger. Reken maar dat Trawny meer banale ideeën aanhaalt. Zo blijkt Heidegger zijn inspiratie ook aan de vermaledijde Protocollen van de Wijzen van Sion te hebben ontleend.
‘En toch bestaat er een gevaarlijk internationaal verbond van Joden’, zou hij tegen de Joodse filosoof Karl Jaspers hebben gezegd. Die Protocollen zijn een berucht smaadschrift dat tussen beide Wereldoorlogen op grote schaal werd verspreid en is een van de belangrijkste inspiratiebronnen voor Hitler. Heidegger schrijft in een ander deel van zijn ‘Overdenkingen’:
‘Het wereldjodendom, opgehitst door de emigranten die Duitsland heeft laten gaan, is overal ongrijpbaar en hoeft bij alle machtsontplooiing nergens aan krijgshandelingen deel te nemen, terwijl ons niets anders rest dan het beste bloed van de besten van ons eigen volk te offeren.’
Het wereldjodendom is volgens Heidegger uit op machtsontplooiing en erger nog: ze hoeven niet deel te nemen aan de oorlog, maar wij, het Duitse volk, wij moeten het beste bloed van de besten van ons eigen volk offeren… Het is in mijn ogen werkelijk stuitend wat Heidegger hier beweert. Joden voeren strijd op laffe wijze. Ze hoeven immers niet aan krijgshandelingen deel te nemen, ze zijn overal ongrijpbaar! En dat terwijl het Duitse volk het beste bloed van de besten van eigen volk offert…
Heidegger was geen psycholoog en dat blijkt: in deze notitie keert hij de rollen van dader en slachtoffer om. Wat nou ‘het beste bloed van de besten van ons eigen volk offeren’? Alsof de Duitse nationaalsocialisten slachtoffer zouden zijn geweest van wat hen overkwam vanwege de Joden. Ik meen in alle nuchterheid te kunnen beweren dat die immense ellende van Tweede Wereldoorlog en Shoah het initiatief is geweest van de nationaalsocialisten. Zij waren dáder en geen slachtoffer (waarbij ik aanteken dat lang niet elke Duitser een nazi-sympathisant was en dat ook het Duitse volk talloze onschuldige slachtoffers heeft moeten betreuren). Misschien heeft hij bij deze notitie gedacht aan zijn twee zonen die in Rusland in het Duitse leger dienden? Ook dan had hij zijn filosofische verwijt beter aan het adres van de nationaalsocialisten kunnen plaatsen. Er valt nog wel meer aan te merken op dit citaat. Hoezo machtsontplooiing door het wereldjodendom? En die emigranten die Duitsland heeft laten gaan, dat lijkt me een opzichtig eufemisme. Hoe dan ook, dit lompe gebral is een filosoof van het kaliber Heidegger onwaardig.
Nog één citaat en dan stop ik:
‘Het Joodschap is in het tijdsbestek van het christelijke Avondland, d.w.z. van de metafysica, het principe van de ontwrichting.’
Hierboven refereerde ik aan het interview in Der Spiegel en citeerde ik een paar uitspraken van Heidegger over de relatie tussen techniek en mens. Het viel me bij nalezing op dat volgens Heidegger ‘de techniek de mens steeds meer van de aarde losrukt en ontwortelt.’ En het is het Joodschap dat volgens hem ‘het principe is van de ontwrichting’. Is het te ver gezocht wanneer ik schrijf dat ik de overeenkomst opmerkelijk vind? Techniek en Joodschap, beide hebben bepaald geen opbouwende invloed, beide vormen een zeker gevaar. Ook dit laatste citaat moet trouwens als een vissengraat in elke filosofenkeel blijven steken. Het Joodschap is in het tijdbestek van het christelijke Avondland, dat wil zeggen van de metafysica, het principe van de ontwrichting. Heideggers filosofie was een filosofie van de metafysica en het Joodschap is van de metafysica ‘het principe van de ontwrichting’? Nu hoeft deze notitie niet perse antisemitisch van aard te zijn, maar wat ik zo merkwaardig vind is dat Heidegger in zijn notities spreekt van ‘de Joden’, ‘het Jodendom’, ‘het Joodschap’ of ‘het wereldjodendom’ en niet met bijvoorbeeld een term als ‘het Joodse denken’. Er is wel degelijk sprake van een generalisatie van ‘de Joden’ en die is in zijn notities zelden positief.
Of Heideggers filosofie van het ‘zijn’ antisemitische grondtrekken bevat, zoals Trawny in zijn boek suggereert, moeten filosofen maar bediscussiëren en uitmaken. Wel maakt Trawny in Heidegger en de mythe van de Joodse samenzwering in mijn ogen aannemelijk dat Heideggers ‘Overdenkingen’ antisemitische denkbeelden bevatten. Afgezet tegen zijn gehele oeuvre zijn het er niet veel, maar toch.
Elke filosoof zou het boek van Trawny moeten lezen. Laat het discours over de gevolgen van deze verbijsterende notities voor de filosofie op alle niveaus losbarsten. Reken er maar op dat dat ook gaat gebeuren. De eerste verdediging is al aangekondigd: Martin Heidegger – een apologie door Heidegger-kenner Dirk De Schutter.
Heidegger en het nationaalsocialisme was altijd al een pijnlijk onderwerp. Nu komen deze antisemitische uitlatingen er nog bij. Als al die sympathisanten van Heidegger (waaronder velen van Joodse komaf) de inhoud hadden geweten van zijn Zwarte Geschriften. Maar ja, nu was Heidegger wel zo slim om te bedingen dat die Zwarte Geschriften pas vele jaren na zijn dood mochten worden gepubliceerd. Over rekenkundige begaafdheid gesproken…
Heidegger en de mythe van de Joodse samenzwering / Peter Trawny / Uitgeverij Klement / Paperback
Zijn en tijd / Martin Heidegger / SUN / Paperback / Ook verkrijgbaar als Hardcover
De landweg / Martin Heidegger / Uitgeverij Damon / Gebonden
Alleen nog een God kan ons redden / Martin Heidegger / Uitgeverij Klement / Paperback