Altijd prettig om contact te hebben met een auteur van een mooi boek. Toen ik het schitterende boek De rotgans van Barwolt (Bart) Ebbinge had gerecenseerd, kreeg ik een allerhartelijkst mailtje van de auteur en nog een boek nagezonden per post. ‘Meer leesvoer voor de rotgansfan,’ schreef Barwolt op een van de eerste pagina’s. En zo is het maar net. Rotganzen zie ik mijn hele leven al. Het is een vogel met een indrukwekkend verhaal. Het duurt niet lang meer of de rotganzen zijn er weer. Tijd om dat nagezonden boek eens te bespreken: In de greep van Siberische lemmingen, ook van Barwolt Ebbinge.
Je zult toch senior onderzoeker zijn bij het Centrum voor Ecosystemen van Alterra. En dertig jaar lang onderzoek mogen doen naar ganzen in Nederland, waaronder de rotgans. En dan als opdracht krijgen gedurende drie jaar onderzoek te doen in het broedgebied van de rotgans: het Taimyr-schiereiland. Dat moet wel een sprookjesachtige omgeving zijn, want ver weg en nauwelijks bereikbaar in Noord-Siberië. Daar onderzocht hij welke factoren het broedsucces van de rotgans bepalen. Voor Vara Vroege Vogels hield hij een weblog bij. De teksten werden gebundeld in In de greep van de Siberische lemmingen dat leest als een dagboek. Je zou kunnen zeggen dat dit boek een opmaat was voor dat andere boek, het grootse boek De rotgans.
Wil je weten hoe het is om in een arctische streek als Noord-Siberië onderzoek te doen, dan is dit een heel geschikt boek. Het kan er vriezen en het kan er dooien, maar vrijwel alles is extreem. Negen maanden per maand ligt er een sneeuwdek. En onder dat sneeuwdek huist het dier uit de titel: de lemming. Ik verzeker je: Barwolt heeft ze nooit massaal van een rots zien kukelen. Als de sneeuw in de zomer smelt, hebben de knaagdieren geen dekking meer en zijn ze een makkelijke prooi voor ruigpootbuizerd, sneeuwuil en Taimyr-meeuw. Dat dan weer wel.
‘Een indrukwekkende, verblindend witte sneeuwwereld omringt ons. Het is +1, bij een zwakke zuidenwind. De toendra is nog voor 99% met sneeuw bedekt. De baai is nog helemaal met ijs bedekt, en vormt met het land één geheel. Van de wintergasten zien we een nog in dikke wintervacht gehulde poolvos, wit met koolzwarte ogen en een zwarte neus, en enkele sneeuwhoenders,’ schrijft Bart op zaterdag 3 juni 2006. En nog zijn de rotganzen er niet! Dat klopt ook wel, want rotganzen zie je in Nederland tot ver in mei, soms zelfs in juni nog. Pas op donderdag 8 juni zien de onderzoekers het eerste groepje rotganzen vliegen.‘Tegen de witbevroren baai steken ze prachtig af.’
Dan blijkt in dezelfde notitie al iets van het verband dat in De rotgans uitgebreid wordt beschreven: het verband tussen de lemmingstand en het broedsucces van de rotgans. De sleutelpositie wordt ingenomen door de sneeuwuil. In goede lemmingjaren vreet die zich met zijn jongen ongans aan lemmingen. Maar in slechte lemmingjaren is schraalhans keukenmeester en stort de sneeuwuil zich op alles wat maar vlees op de botten heeft. Waaronder kuikens van de rotgans en soms zelfs een volwassen rotgans. Dat levert over het algemeen een slecht rotgansjaar op. Maar er is meer dan eten en gegeten worden:
‘Op het Grote Vogeleiland hebben Wim en ik ook een aantal dagen waargenomen. Ondanks de lage temperaturen ‘doen’ de vogels ‘het’ volop. We zien parende zilverplevieren, meeuwen doen hun best, en ook rotganzen zien we regelmatig met zijn tweeën een plasje water ingaan. Beurtelings steken ze dan de koppen onder water, dan paren ze en nemen vervolgens een uitgebreid bad.’
Als je meer wilt weten over het leven van de rotgans, dan is dit samen met De rotgans een zeer informatief boek. Voor wie zelf veldonderzoek gaat doen, dichtbij of juist veraf, is In de greep van Siberische lemmingen eigenlijk verplichte kost. Je leest hoe onderzoekers met beperkte middelen overleven in een onherbergzaam en afgelegen gebied. Want onderzoek doen naar vogels klinkt zo romantisch, maar dat is het niet. Omstandigheden veranderen met het uur en kunnen soms benauwde ogenblikken opleveren. En ondertussen moet het fantastisch zijn om in een gebied als Noord-Siberië onderzoek te doen:
‘In de zeestraat tussen het eiland Dikson en het dorp Dikson (waar nog achthonderd mensen wonen), zien we veel beluga’s zwemmen. Boven deze witte walvissen vliegen meeuwen, die kennelijk de door de beluga’s opgejaagde vis komen verschalken. Een prachtige en onverwachte toegift voor ons. Meer dan honderd beluga’s, een baardrob en enkele kleine zeehonden. Ook zwemmen hier duizenden grauwen franjepoten.’
Leef mee met Barwolt Ebbinge en de bijzondere dieren die hij ziet daar op de Noordpool.
In de greep van Siberische lemmingen / Bart Ebbinge / KNNV Uitgeverij / als paperback en e-boek
De rotgans / Barwolt Ebbinge / Atlas-Contact / als paperback en e-boek