Recensie: Het getij, Hugh Aldersey Williams

Oude culturen waren er al door gefascineerd: het getij. Maar zelfs de Grieken en Romeinen met hun hoog ontwikkelde beschavingen legden nauwelijks een verband met de stand van maan en zon als verklarende factoren. Ondertussen lijkt alles erop dat juist het getij een noodzakelijke randvoorwaarde is voor het leven op aarde. En gelukkig, ook aandacht voor de vogels die leven op het ritme van het getij. Het boek Het getij van Hugh Aldersey Williams is een ode aan het getij. Wijsheid en wetenschap over eb en vloed door de eeuwen heen. Een schitterende monografie over een wereldwijd fenomeen.

 

 

 

 

Auteur Hugh Aldersey Williams is een bekende natuurwetenschapper uit Cambridge. Hij schreef een aantal populairwetenschappelijke boeken en voegt met zijn nieuwste boek Het getij een deel toe aan de reeks. Het is een lijvig boek dat meer dan 400 bladzijden telt. Honderden pagina’s die zijn gewijd aan het eeuwigdurende ritme van twee maal per etmaal eb en even zo vaak vloed. Hij bezoekt in de eerste plaats natuurlijk markante locaties. Zee-engten in Europa en Amerika. Maar ook de stad Venetië bijvoorbeeld, dat ten prooi dreigt te vallen aan hoge waterstanden. Waar het stadsbestuur zich bezint op maatregelen, maar daarbij terdege rekening moet houden aan het getij. Want het is het getij dat het estuarium schoon spoelt en van zuurstofrijk water voorziet. De Lofoten in het hoge noorden van Europa is een van de laatste plaatsen die worden aangedaan. Vanwege een nietsontziende ebstroom die zich door een fjord perst. Bij de nauwe ingang van het fjord is te zien dat aan de ene kant het water een meter hoger staat dan aan de andere kant. Het eiland dat lange tijd bekend stond als Albion en nu als Groot-Brittannië telt 18.000 kilometer aan kust. Mits de telling klopt, want heel precies tellen lukt niet. Want welke lijn moet je volgen? De vloedlijn of juist de laagwaterlijn? Of iets ertussen in? Nu ja, ongeveer 18.000 kilometer aan kust, en afwisselend ruige en lieflijk. Die enorme variatie levert prachtverhalen over het getij op.




Want complete zeeslagen om het tijk van die gekke Britten zijn alles beslissend bepaald vanwege het getij, vertelt de auteur van Het getij. In de Middeleeuwen waren het de Vikingen die vanuit Scandinavië aan kwamen varen. Ze maakten op hun plundertochten slim gebruik van het getij. Of waren het de bewoners van Groot-Brittannië die, hoe gewend ook aan het getij aan hun kust, toch niet konden profiteren van die kennis? Zelfs de ouwe Julius Ceasar moest flink wennen aan het getij in de Noordzee. In de Middellandse Zee is het getij een betrekkelijk gering verschijnsel, maar in Het Kanaal ging en gaat het water meters op en meters af. Dat waren die Romeinen niet gewend.

Mooi hoe Hugh Aldersey Williams in zijn boek Het getij het leven aan de monding van de rivier de Theems probeert te reconstrueren. De Theems was lange tijd een open riool waar je u tegen zegt. Toen de cholera begon huis te houden, werd het vuil een stuk stroomafwaarts in de rivier gestort, maar ook dat bood niet de gewenste oplossing. Bedenk ook dat er in de negentiende eeuw een groep armen was die leefde van het zoeken naar bruikbaar afval op de oevers van de Theems. Een stuks steenkool bijvoorbeeld. Of metaal dat was weggegooid. De paupers hebben er onder erbarmelijke omstandigheden moeten overleven op het ritme van het getij.

Gelukkig is er ook aandacht voor de vogels die leven op het ritme van het getij. De kanoet bijvoorbeeld. In een getijdegebied ergens aan de Britse kust vliegen in het najaar soms zwermen die bestaan uit tienduizenden kanoeten. De auteur merkt op dat de naam kanoet is afgeleid van de Deense koning Knut die over Groot-Brittannië heerste ergens vlak na het jaar 1000. Zijn dienaren smeerden zoveel stroop om hun mond dat die koning Knut het helemaal zat werd. Hij ging een weddenschap aan met zijn bedienden. Zou het tij ook aan de koning gehoorzamen? De dwaze dienaren knikten bevestigend, want het koningschap was ten slotte door niemand minder dan God zelf gegeven. En wie of wat zou het wagen Gods dienaar ongehoorzaam te zijn? Waarop koning Knut een stoel op het schor liet neerzetten. Waarr hij wachtte tot het water kwam opzetten en hij veelbetekenend knikte toen het water tot aan zijn schouders kwam. Nee, niet alles gehoorzaamde aan Gods dienaar, wilde hij maar zeggen. Ook koningen moeten wijken voor de enorme kracht van het getij. En zo ook de kanoet. Is het eb dan vliegt hij mee, op zoek naar elk stukje drooggevallen schor. Wordt het vloed, dan vlucht hij naar een hoogwatervluchtplaats om daar te wachten tot het water gaat zakken. De scholekster daarentegen keert de vloed de rug toe en loopt met het water mee op. Een scherpe observatie van de auteur.

Het eerste hoofdstuk vind ik een van de mooiste. Er gebeurt eigenlijk niets. De auteur zoekt een kreek op en observeert wat hij zoal ziet gebeuren in de kreek. Dat is een heel contemplatieve bezigheid, weet ik uit ervaring. Urenlang kijken naar hoe het water veranderd. Eerst spiegelglad water, dan kleine golfjes die steeds groter worden en achter boeien en staken draaikolken vormen. Hugh Aldersey Williams schrikt er gelukkig ook niet voor terug om in het slik te kijken wat daar zoal leeft. Hij graaft zowaar een zager op. Wat een schitterende beesten zijn dat. Wat ik niet wist is dat zagers prehistorische dieren zijn. Zo oud zijn ze al. In oude tijden duurde een etmaal trouwens geen 24 uur, maar slechts 21 uur. Dat had alles te maken met de maan die destijds veel dichterbij de aarde stond. Weer wat geleerd.

Omdat Hugh Aldersey Williams een Brit is, gaat er veel aandacht uit naar het getij in de Britse wateren. Dat is boeiend genoeg. Nederland komt nu en dan ter sprake. Natuurlijk blijft de Watersnoodramp 1953 niet onbesproken. Deze ramp trok trouwens ook aan de Britse kust zijn sporen. En tussendoor onderzoekt hij hoe wetenschappers van naam en faam over het getij dachten. De oude Grieken dachten enigszins naïef over het getij en iemand als Galileo kreeg geduchte weerstand vanuit de kerk. De beroemde Newton blijkt een eng heerszuchtig mannetje te zijn geweest. Die ondertussen wel diep nadacht over het getij.

Een heel boeiende monografie, dat is wat ik van het boek Het getij vind. Is er een land op deze wereld te vinden dat meer te danken heeft aan het getij dan Nederland? Dan moeten haar inwoners toch ook alles willen weten over het getij, nietwaar? Hugh Aldersey Williams schreef met Het getij een razend interessant boek. NRC schreef: “Een wervelende biografie van de machtigste kracht van aarde.” Ik zocht naar een mooie formulering om deze recensie af te sluiten, maar kon zo’n mooie zin niet bedenken. Ik neem de zin uit NRC met dankbaarheid over.

Het getij / Hugh Aldersey Williams / De Bezige Bij / als hardcover en als e-book